Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Artikel-100 MINUSMA Mali

donderdag 08 november 2018 00:00

Bijdrage Joël Voordewind aan een algemeen overleg met minister Blok van Buitenlandse Zaken en minister Bijleveld - Schouten van Defensie

Kamerstuknr. 29 521

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik voel me toch een beetje gepasseerd door de SGP. Misschien moeten we weer wat gaan werken aan de eenheid onder de protestanten. Er is werk aan de winkel voor ons.

Voorzitter. De MINUSMA-missie wordt gedeeltelijk verlengd en uiteindelijk per 1 mei afgebouwd. Terecht staan de ministers en ook de collega's stil bij het leed dat de militairen is aangedaan. Sommigen zijn gewond geraakt en sommigen zijn helaas omgekomen. Terecht worden de namen nog een keer genoemd door de collega's, en ook in de brief. Veel respect en medelijden voor hun gezinsleden en familie.

Voorzitter. Het is goed om in de rapportage te lezen dat de Mali-missie, ondanks de kritische opmerkingen die daarover ongetwijfeld te maken zijn, toch heeft bijgedragen aan de terugkeer van 530.000 ontheemden en 64.000 vluchtelingen. Zij zijn teruggekeerd naar het land c.q. hun eigen dorpen. Ik zal het voorzichtig en genuanceerd zeggen. Het is ook goed dat MINUSMA een bijdrage heeft geleverd aan het tot stand komen van het vredesakkoord in 2015 en dat het heeft geleid tot afname van het aantal conflicten, met name in het noorden.

Tegelijkertijd blijven er genoeg uitdagingen door het lage tempo waarop het vredesakkoord wordt uitgevoerd. De collega's hebben daarbij stilgestaan. Vandaar dat wij als ChristenUnie daarbij nog de volgende vragen hebben. Denkt Nederland dat het terugtrekken van de langeafstandsverkenners en de opvolging daarvan goed op de rit is? Ik begrijp dat daar nog steeds geen overeenstemming of duidelijkheid over is. De langeafstandsverkenners zullen hun werk in ieder geval nog doen tot en met 1 mei. Er is geen permanente aanwezigheid meer in de vooruitgeschoven post Kidal, maar we lezen in de brief dat de activiteiten wel vanuit Gao naar Kidal kunnen worden voortgezet. We vragen aan het kabinet hoe die medische evacuatie dan precies wordt geregeld. We hebben in de beantwoording gezien dat de Canadese helikopters daarvoor beschikbaar worden gesteld, maar kunnen we hier door de minister van Defensie de gouden 10-1-2-regel gegarandeerd zien? Ik vraag het elke keer weer bij dit soort missies.

Voorzitter. El Salvador neemt de gevechtshelikoptercapaciteit over van de Duitse Tigres. Dat klinkt toch een beetje alsof we van de eredivisie overgaan naar FC Vianen. Met alle respect voor FC Vianen trouwens, want ik heb daar zelf gevoetbald. Hebben we voldoende vertrouwen in deze helikopters? Dit lijkt me namelijk toch een duidelijke afschaling van de capaciteit.

De voorzitter:
Er is een interruptie voor u. Gaat uw gang.

Mevrouw Ploumen (PvdA):
Ik heb een vraag aan de heer Voordewind naar aanleiding van zijn opmerking over El Salvador, die ik eerlijk gezegd nogal ongepast vind. Is hij het met mij eens dat veel van de vredesmissies, ook in het belang van onze veiligheid, juist van de grond komen en voortgezet kunnen worden omdat landen als Tsjaad, Burundi, Bangladesh, die heel veel doden in MINUSMA te betreuren hebben, bereid zijn om mensen aan de VN te leveren? Is het dan niet heel wrang om te weten dat ook de ChristenUnie deel uitmaakt van een kabinet dat zegt "nou ja, Nederland blijft met vijftien man" — ik parafraseer de heer Van Ojik — en tegelijkertijd de El Salvadorianen een veeg uit de pan te geven? Graag een reactie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Het was geen veeg uit de pan naar El Salvador, maar het was wel een serieuze opmerking. Ik heb daar de vorige keer ook opmerkingen over gemaakt, toen het over het Togolese hospitaal ging. Met alle respect voor mensen die hun uiterste best doen, maar wij zitten hier als parlementsleden omdat we ervoor moeten zorgen dat mensen die worden uitgezonden, die hun nek uitsteken en hun leven in de waagschaal leggen, veilig hun werk kunnen doen, veilig kunnen terugkeren en daar alle garanties voor krijgen. Dat moeten we van het kabinet weten. Ik stel dus nogmaals de vraag over de gevechtshelikopters. Als de langeafstandsverkenners hun werk doen, is de veiligheid dan echt gegarandeerd? Is de gevechtscapaciteit op orde? We gaan namelijk wel van ervaren Duitsers, die veel in dit soort missies hebben deelgenomen, naar El Salvadorianen, die ik nog niet eerder ben tegengekomen. Vandaar mijn opmerking.

Mevrouw Ploumen (PvdA):
Er is geen enkel verschil van mening tussen de heer Voordewind en mijzelf over het belang van veiligheidsgaranties, maar dit kan ook zonder te verwijzen naar FC Vianen.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb daarbij gezegd dat ik daar zelf heb gevoetbald. Ik heb daar dus wel vertrouwen in, maar het is wel een andere categorie wedstrijd waar je in meespeelt. Ik hoop dat mevrouw Ploumen die opmerking in die context wil begrijpen.

De voorzitter:
Er is een vraag voor u van de heer Van Ojik.

De heer Van Ojik (GroenLinks):
Op zichzelf begrijp ik het punt dat de heer Voordwind wil maken wel, maar je moet wel kiezen. Je kunt niet allebei. Mevrouw Ploumen zei dat ook al. Je kunt niet aan de ene kant VN-vredesmissies steeds meer overlaten aan mensen uit landen die inderdaad misschien minder goed getraind zijn of wat dan ook — daarover worden bij de Nederlandse krijgsmacht de laatste jaren ook weleens kritische vragen gesteld — en tegelijkertijd wel instemmen met die missies. Ik vind het prima om te zeggen dat Togolezen of zo misschien niet goed genoeg zijn, maar dan moet je onze militairen niet op missie sturen. Ze wel op missie sturen en twijfel zaaien over de vraag of Togolezen of El Salvadorianen goed genoeg zijn, kan eigenlijk niet, vind ik. Dat is meneer Voordewind misschien wel met mij eens.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik heb vragen gesteld. Dat wil niet zeggen dat ik die inzet afwijs, maar ik heb wel vragen gesteld. Dat heb ik ook gedaan in het Mali-debat. Dat heb ik constant gedaan. Het is niet voor niks dat deze minister in de zomer besloten heeft om dat hospitaal niet meer te laten gebruiken en dat we in één keer door de helikopters worden teruggevlogen. Dat is helaas zo, maar het is wel verstandig van de minister verstandig geweest om dat te doen. Mijn opmerkingen moeten in die context worden geplaatst, met name omdat we van dit kabinet het uiterste willen als het gaat om de veiligheid van onze mensen. Ik hoop dat we daarin op dezelfde lijn zitten als GroenLinks.

De voorzitter:
Meneer Van Ojik? Nee? Dan kan de heer Voordewind zijn betoog voortzetten.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Diezelfde opmerkingen zal ik ook maken over de tien KMar-mensen die de politietrainingen gaan geven via UNPOL, ook na 1 mei. Hoe wordt hun veiligheid en ook hun medische evacuatie gegarandeerd als zij daadwerkelijk in Mali het veld ingaan?

Voorzitter. Dan de Sahel-missie. De minister van Buitenlandse Zaken is onlangs in Niger geweest, ook in Agadez en in de grensregio. De EUCAP-missies in de Sahel, in Mali en in Niger worden door deze missie versterkt. Ongeveer twintig mensen zullen daar deel van uitmaken. Doel is de versterking van de grenscontrole en het tegengaan van irreguliere migratie. De minister heeft daar gedurende zijn laatste reis ongetwijfeld informatie over opgedaan. Hoe zit het met de legale migratiebevordering vanuit landen als Niger of Tunesië? Kan hij daar wat over zeggen?

Voorzitter. Als het dan om Niger gaat, stel ik dezelfde vraag als de heer Sjoerdsma. Worden die mobiele grensteams ook getraind om de mensenrechten te respecteren? Welke geweldsinstructies krijgen zij? Zal er niet geschoten worden op migranten die de grens overgaan? Daar hoor ik graag de opmerkingen over.

Ten slotte, voorzitter. Als het gaat om Mali zijn er nog die twaalf buitenechtelijke executies. Buitengerechtelijke, sorry. Buitenechtelijke, tja. Misschien zijn ze ook buitenechtelijk. Daar moeten we altijd voor oppassen, voor dat soort buitenechtelijke, maar ook buitengerechtelijke … Maar goed, dat is een heel serieus onderwerp. Twaalf burgers zijn standrechtelijk geëxecuteerd, laat ik het zo zeggen. Mali maakt deel uit van de G5-troepenmacht. Gaat Nederland nou toezien op een daadwerkelijke veroordeling en bestraffing van deze daders? Hoe draagt Nederland bij om de mensenrechten te eerbiedigen? Hoe kunnen we dat ook beter gaan monitoren?

Dank u wel.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Buitenlands beleid
Defensie
Joël Voordewind

« Terug

Archief > 2018 > november