Bijdrage Stieneke van der Graaf aan het algemeen overleg Gevangeniswezen

donderdag 06 september 2018 00:00

Bijdrage Stieneke van der Graaf aan een algemeen overleg met minister Dekker voor Rechtsbescherming

Kamerstuknr. 24 587

Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Dank u wel, voorzitter, voor het woord. Ik begin met de visie die de minister ons heeft gestuurd, "Recht doen, kansen bieden" en zal daarna op het capaciteitsvraagstuk terugkomen.

Voor maatschappelijke vrede en gerechtigheid is een goed werkende strafketen voor ons heel erg belangrijk. Onrecht en criminaliteit kunnen namelijk niet onbestraft blijven. De minister beschrijft in zijn brief over de gevangenisstraffen dat ze een dubbel doel hebben, namelijk vergelding en het voorkomen van recidive. Dat kan mijn fractie onderschrijven, maar dat betekent dat het naast rechtvaardige straffen ook gaat over het voorkomen van herhaling en het hebben van de mogelijkheid van een nieuwe start. In dat kader is ook het werken aan herstel belangrijk. Ik heb daarvan mooie praktijkvoorbeelden gezien bij mijn werkbezoeken aan inrichtingen. De Compagnie, die de heer Bisschop noemde, was er daar een van. Ik sluit mij aan bij zijn vragen hierover. Dat zijn de voorbeelden die echt werken en waarvoor ruimte moet blijven. Het werken aan herstel: ik vraag naar de visie van de minister op het herstelrecht in het strafrecht. Kan hij daar een nadere toelichting op geven?

Voorzitter. In het regeerakkoord staat dat bij de resocialisatie en de reclassering meer aandacht en ruimte komt voor vrijwilligerswerk. Ik wil graag van de minister weten hoe hij daar nou extra invulling aan gaat geven. We gaan daar inderdaad extra geld aan besteden. De minister schrijft in zijn brief dat het vrijwilligerswerk nog veel meer zal aansluiten bij de behoefte van inrichtingen. Hoe gaat dat dan in de praktijk vorm krijgen? Hoe wordt dat ingericht?

Terecht heeft de minister aandacht voor de complexiteit van de doelgroep die nu gevangen zit. Er is vaak sprake van schulden, verslaving, werkloosheid of een lichte verstandelijke beperking. Hoe houdt de minister in zijn plannen rekening met deze doelgroep? Waar je ook meer van gedetineerden verlangt -- dat zien we terug in de visie -- moet je hun ook de helpende hand bieden, is de visie van de ChristenUnie. Hoe krijgt dat in de praktijk vorm, zo vraag ik de minister. Dat is voor mijn fractie echt van belang, want als deze mensen er niet zelf in slagen om werk te maken van hun gedragsverandering en er niet in slagen om werk te maken van hun re-integratie, dan raakt dat niet alleen henzelf maar uiteindelijk ook de veilige samenleving.

Voorzitter. Bij misdrijven zijn mensen betrokken en meer dan welke betrokkenen in het strafproces ook, zijn het de slachtoffers die veelal onvoorzien en ongevraagd worden geconfronteerd met leed en schade die door anderen is toegebracht. Daarom onderschrijft mijn fractie van harte de nadruk op het belang van slachtoffers als het gaat om de voorwaarden voor het toekennen van een voorwaardelijke invrijheidstelling. Dat zou ook een re-integratiedoel op zich moeten zijn. Is de minister dat met de ChristenUnie eens?

Dan het punt van de verloven. Daar stelt de minister een aanpassing voor. Maar ik heb daar wel een vraag bij. De gedachte achter het re-integratieverlof, daar kan ik best in komen. Wat de ChristenUnie betreft zou het niet alleen moeten gaan over functionele bezoeken: naar de tandarts, een sollicitatiegesprek of het regelen van woonruimte voor als je naar buiten mag. Zulke momenten moeten ook echt bijdragen aan resocialisatie. Ik mis in de visie bijvoorbeeld het belang om even bij je familie te kunnen zijn als dat een gezonde veilige plek is om naartoe te gaan. De tijd krijgen om bij elkaar te zijn draagt ook bij aan goed terugkeren, zowel voor de gedetineerde zelf als voor de familie, want het is moeilijk om na lange tijd weer aan elkaar te wennen. Dat zou een doel op zich moeten zijn. Is de minister dat met mij eens?

Voorzitter. Ik sluit me aan bij de opmerking van de heer Van Oosten over de harde eis over terugkeer naar de regio van herkomst. Dit helpt lang niet altijd bij een goede terugkeer en kan juist bijdragen aan terugkeren in oud gedrag, in fout gedrag. Het hoeft ook niet altijd in het belang te zijn van de slachtoffers. Is de minister bereid om hiernaar te kijken en om dit minder hard voor te stellen, zodat daar ruimte voor komt?

Voorzitter. Dan de brief van de minister over de capaciteit. Dat is een brief die een behoorlijke impact heeft. De ChristenUnie heeft hier zorgvuldig naar gekeken en als wij in de fractie over dit soort besluiten spreken, dan doen wij dat niet lichtvaardig. Ik kom zo op hoe wij hiernaar kijken. Ik heb hierover eerst nog een paar vragen aan de minister. Er staan al langere tijd cellen leeg en de verwachting is nu dat die leegstand substantieel blijft. De minister schrijft dat het leidt tot onduidelijkheid en onrust bij de medewerkers bij de uitstroom van het personeel en tot onveilige situaties. Kan hij dat nader toelichten en blijven er in het voorstel dat hij nu doet, genoeg cellen over? Deze vragen zijn ook al door de collega's gesteld. En wat is nou eigenlijk de visie van de minister op het gebruik van meerpersoonscellen? Eerder is al gememoreerd dat die er zijn gekomen vanwege capaciteitsgebrek. Ziet de minister deze cellen echt alleen als een buffercapaciteit of ziet hij daar meer in? Graag een reactie daarop van de minister. Ik wil verder heel graag een antwoord op de vraag in hoeverre die zijn meegenomen in de prognoses om te komen tot deze keuze.

 De voorzitter:

Nog een halve minuut.

 Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ik wacht het antwoord van de minister hierop af. Wij hebben het voorstel van de minister beoordeeld in het licht van onze afspraken in het regeerakkoord. Als het onverhoopt nodig is en als er bevestigende antwoorden komen van de minister op mijn vragen, dan is sluiting mogelijk onvermijdbaar. In dat geval vinden wij het van belang dat de instellingen die zich in een regio bevinden waar de werkgelegenheid onder druk staat, overeind blijven. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de inrichtingen in Veenhuizen, Ter Apel en Leeuwarden, waar al heel lang onrust is onder medewerkers. Ik ben blij dat er voor hen duidelijkheid en rust komt. Ik wil graag nog van de minister weten …

 De voorzitter:

Wilt u afronden?

 Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ja, maar ik wil toch een punt maken, want er zijn veel mensen die daar belang bij hebben.

 De voorzitter:

Ik wil graag dat u af gaat ronden.

 Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

Ja, dat zal ik doen. Als de sluiting doorgaat van de instellingen die de minister voorstelt, kan hij dan ook aangeven wat er voor de medewerkers wordt gedaan? De ondernemingsraden hebben een aantal voorstellen gedaan richting de minister om rekening te houden met de wensen van het personeel en om hun overgang zo laagdrempelig mogelijk te maken. Ik zou heel graag willen dat de minister daar zorgvuldig naar kijkt en daar zorgvuldig mee omgaat, omdat dit heel erg in het belang is van deze mensen zelf …

 De voorzitter:

Dank u wel.

 Mevrouw Van der Graaf (ChristenUnie):

… en van hun gezinnen. Dank u wel.

Verdere informatie

Labels
Bijdragen
Justitie
Stieneke van der Graaf

« Terug

Archief > 2018 > september