Inbreng schriftelijk overleg Carla Dik-Faber ten behoeve van AMvB grondgebonden groei melkveehouderij

woensdag 08 april 2015 00:00

Inbreng schriftelijk overleg van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Economische Zaken ten behoeve van AMvB grondgebonden groei melkveehouderij

Onderwerp:   AMvB grondgebonden groei melkveehouderij

Kamerstuk:    33 949

Datum:           8 april 2015

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de concept-AMvB grondgebonden groei melkveehouderij. Zij hebben hierover een aantal vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Staatssecretaris nader toe te lichten waarom voor een gestaffeld model is gekozen, aangezien dit niet één van de opties was die de Staatssecretaris destijds voor doorrekening aan het Landbouw Economisch Instituut (LEI) had voorgelegd. Waar zijn de grenzen van 20 kg fosfaatoverschot/ha en 50 kg fosfaatoverschot/ha op gebaseerd, zo vragen deze leden. Ook vragen genoemde leden waarom er niet voor is gekozen om een fosfaatoverschot-plafond in te stellen waarboven groei volledig grondgebonden dient plaats te vinden, bijvoorbeeld de 100 kg/ha die eerder vanuit de sector is aangedragen?

De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het lastig om de effecten van de AMvB goed in te kunnen schatten voor de ontwikkelingsmogelijkheden van bedrijven, voor de grondmarkt en voor de fosfaatproductie. Zij vragen of de Staatssecretaris bereid is om een doorrekening te laten maken door het LEI van het gestaffelde model. Genoemde leden vragen daarnaast of de Staatssecretaris bereid is extern advies te vragen over de AMvB, bijvoorbeeld door de heren Blauw en Korff die eerder hebben geadviseerd over het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB).

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen welke mogelijkheden de AMvB biedt om rekening te houden met bedrijfsspecifieke omstandigheden. Zij wijzen bijvoorbeeld op melkveehouders die via mestplaatsingsovereenkomsten een deel van hun mest kwijtkunnen bij extensieve melkveehouders of akkerbouwers in de buurt. Is de Staatssecretaris bereid om te bekijken of de regionale afzet van mest (binnen een straal van 20 kilometer) in mindering kan worden gebracht op het melkveefosfaatoverschot? Volgens de Staatssecretaris kan grond die om fiscale en GLB-redenen niet opgegeven kan worden door een melkveehouder, maar wel volledig in gebruik is bij die melkveehouder, op dit moment niet kan meetellen in de regionale kringloop. Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om bij de opgave ruimte te maken in het intekenen en daarna dit te laten accorderen door de eigenaar? Welke mogelijkheden heeft de Staatssecretaris om ruimer met grond om te gaan om zo regionale kringlopen te stimuleren zonder de wet te wijzigen? Op welke termijn wil de Staatssecretaris de Kamer informeren over de wijze waarop de vorming van regionale kringlopen verder kan worden versterkt?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Staatssecretaris of met de AMvB het fosfaatproductieplafond nu eerder in zicht komt. Zij vragen een reactie van de Staatssecretaris op de uitlatingen van de Rabobank dat het plafond wellicht nog dit jaar zal worden bereikt. Zij vragen in dit verband of de voorstellen in de AMvB niet teveel zien op de korte termijn en niet te weinig doen om te voorkomen dat het plafond al snel dichterbij komt. Is de Staatssecretaris bereid om specifiek rekening te houden met de positie van extensieve melkveehouders met plaatsingsruimte over op het eigen bedrijf die over een paar jaar hun bedrijf willen overdragen, bijvoorbeeld door te onderzoeken op welke wijze een deel van de fosfaatproductie-ruimte kan worden gereserveerd voor deze melkveebedrijven, die daadwerkelijk grondgebonden zijn?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoeveel ondernemers in aanmerking zullen komen voor de knelgevallenregeling. Wat betekent deze regeling concreet voor deze ondernemers?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Staatssecretaris om een update te geven van de stand van zaken rond mestverwerking. Is de verwerkingscapaciteit toereikend? Hoe staat het met de vergunningverlening en het aanpakken van de knelpunten hieromtrent? Welke ontwikkelingen ziet de Staatssecretaris rond de verwerking van melkveemest?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Labels
Bijdragen
Carla Dik

« Terug

Archief > 2015 > april