Bijdrage Carla Dik-Faber aan het plenair debat over de kwaliteit in de verpleeghuizen

dinsdag 18 november 2014 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Debat over de kwaliteit in de verpleeghuizen

Kamerstuk:    31 765

Datum:           18 november 2014

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):
Voorzitter. Allereerst wil ik de familie en nabestaanden van de heer Oude Nijhuis condoleren met zijn overlijden. Nog maar kort geleden trok hij aan de bel over de falende zorg aan zijn dementerende echtgenote. Ik denk dat we hem als Kamer niet beter recht kunnen doen dan vanavond te spreken over de kwaliteit van verpleeghuiszorg in ons land.

Ik denk dat we eerlijk moeten zijn: niemand ziet ernaar uit om in een verpleeghuis te wonen, hoe goed de zorg ook is. Het is een plek waar je naartoe gaat als je zorg nodig hebt en als het thuis niet meer gaat. In de afgelopen jaren heb ik vele instellingen bezocht en ik moet bekennen dat ik mezelf dan altijd de vraag stel: zou ik hier willen wonen als ik oud ben? Het antwoord is wisselend. Ik zie grote kwaliteitsverschillen in de verpleeghuiszorg.

De ChristenUnie wil in dit debat vooropstellen dat er iedere dag weer met hart en ziel wordt gewerkt door duizenden medewerkers in de verpleeghuiszorg om mensen in de laatste jaren van hun leven goede zorg en een fijne woonomgeving te bieden. Dit debat is ook de plaats om grote waardering uit te spreken voor hun inzet, hun zorg en hun betrokkenheid. Tegelijkertijd zien we dat het ook mis kan gaan. Ik wil graag citeren uit een paar mails die ik ontving. "Er stonden normaal twee verzorgenden op achttien bewoners die hun benen uit hun lijf liepen. De ochtend van de aangekondigde inspectie: vijf verzorgenden." Iemand anders schreef: "Ik had een handtekening nodig voor het ophalen van medicatie voor een bewoner, maar de arts die hiervoor moest tekenen stond te babbelen met het management." "Bewoners hebben sinds kort een beddag omdat verzorgenden het niet meer aankunnen en tegen een burn-out aan zitten."

Laat heel duidelijk zijn: dit mag niet gebeuren in ons land. Mensen in een zeer kwetsbare fase van hun leven verdienen de beste zorg, die ook recht doet aan hun waardigheid. Ik weet dat het anders kan. Afgelopen week sprak ik met de directeur van een kleinschalige woonvoorziening voor dementerenden. Hij zei: we hebben geen pyjamadag en kinderen die op bezoek komen, zeggen "ons mam praat weer". Goede zorg is, in zijn woorden, veel meer dan de billen en de pillen. Het gaat om het welzijn van mensen.

Ik kom bij mijn vragen aan de staatssecretaris. Ik denk dat het goed is om te werken vanuit vertrouwen. Onaangekondigde inspecties zijn nuttig, maar openheid en transparantie moeten voorop staan. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat bewoners zich vrij voelen om een klacht in te dienen? Hoe zorgen we ervoor dat deze klachten ook serieus worden opgepakt? Hoe kunnen we het management van zorginstellingen prikkelen om goede zorg in het hart van hun beleid te zetten?

Wat vindt de staatssecretaris van het idee dat instellingen elkaar "buddyen" om van elkaar te leren? De ChristenUnie denkt dat persoonsvolgende bekostiging — daarover hebben het CDA en de ChristenUnie een amendement ingediend bij de Wet langdurige zorg — een deel van de oplossing kan zijn. Hoever staat het daarmee? Er zijn grote regionale kwaliteitsverschillen in instellingszorg. Hoe verklaart de staatssecretaris dat? Heeft dat iets te maken met de betrokkenheid bij elkaar? De ChristenUnie wil dat de ouderenzorg weer midden in de samenleving komt te liggen. Ik zie dat er een grote bereidheid is om voor elkaar te zorgen. Hoe maken we de omslag van zorgen voor naar zorgen met familie en mantelzorgers?

Goede zorg gaat ook over het welbevinden van mensen. Weet de staatssecretaris dat 25% van de ouderen in verpleeghuizen ondervoed is? De ChristenUnie wil dat er veel meer werk wordt gemaakt van verrijkte voeding. Kent de staatssecretaris het à la cartesysteem zoals dat in Ziekenhuis Gelderse Vallei is ingevoerd? Wat gaat hij doen om dit mooie concept uit te rollen in de verpleeghuiszorg?

Ik rond af. Verpleeghuiszorg gaat veelal over zorg aan het einde van een mensenleven. Een leven waarin niet meer de mogelijkheden, maar de beperkingen overheersen. Een leven waarin mensen door ziekte of dementie in situaties komen die vaak moeilijk zijn aan te zien, zeker voor hun naasten. Die situaties zijn niet altijd te voorkomen, maar onze ouderen, onze vaders en moeders, blijven hoe dan ook onze geliefden. Zij mogen aanspraak maken op goede zorg, op respect en op oog voor hun waardigheid, zeker in hun laatste levensjaren. Laat die zorg, dat respect en dat oog voor hun waardigheid onze leidraad zijn in de debatten die wij hier voeren en het beleid dat wij maken.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

Labels
Bijdragen
Carla Dik
Zorg, Welzijn & Sport

« Terug

Archief > 2014 > november