Schriftelijke vragen Joël Voordewind e.a. over kledingbedrijven die geen inzicht geven in de aanpak van gebonden (kinder)arbeid in India

woensdag 28 mei 2014 00:00

Schriftelijke vragen van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de leden Gesthuizen (SP), Van der Staaij (SGP) en Van Ojik (GroenLinks) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Onderwerp:   Kledingbedrijven die geen inzicht geven in de aanpak van gebonden (kinder)arbeid in India

Kamerstuk:    2014Z09698

Datum:            28 mei 2014

Vraag 1

Kent u het paper «Small Steps – Big Challenges» 1) van FNV Mondiaal en de Landelijke India Werkgroep waaruit blijkt dat de meeste Nederlandse en in Nederland actieve kledingbedrijven niet of nauwelijks inzicht verschaffen in hun aanpak van gebonden (kinder)arbeid in Zuid-India, terwijl daar circa 100.000 kinderen het slachtoffer van zijn?

Vraag 2

Bent u bekend met het rapport «Behind The Showroom – The hidden reality of India’s garment workers» (mei 2014) 2) van de Franse mensenrechtenorgani-satie FIDH (Fédération Internationale des Ligues des Droits de l’Homme) waarin «thuislanden» van kledingbedrijven wordt gevraagd om verplichte ketentransparantie, maatregelen om slachtoffers genoegdoening te geven en het aankaarten van het Sumangali-systeem en andere schending van arbeidsrechten in de kledingindustrie in de bilaterale contacten met India? Bent u van plan deze voorstellen met uw Franse collega te bespreken en deze gezamenlijk voor te stellen aan andere landen van de OESO tijdens de High Level bijeenkomst in juni 2014?

Vraag 3

Bent u bereid de in «Small Steps – Big Challenges» genoemde bedrijven, waaronder in het bijzonder de Nederlandse kledingbedrijven, te vragen hoe zij invulling geven aan hun due diligence bij het inkopen van kleding uit Zuid-India, in het bijzonder hun aanpak van mogelijke vormen van uitbuiting en gebonden (kinder)arbeid? Wilt u hen vragen daarover publiekelijk te rapporteren?

Vraag 4

Bent u eveneens bereid de in Nederland actieve kledingbedrijven aan te sporen om deel te nemen aan de werkgroep «gebonden arbeid» in het kader van het Plan van Aanpak van de Nederlandse textiel- en kledingbranche?

Vraag 5

Zijn er Nederlandse kledingbedrijven die in het rapport worden genoemd die gebruik maken van financiering en andere vormen van ondersteuning door de overheid? Zo ja, welke consequenties heeft gebrek aan transparantie en due diligence- in casu het niet naleven van de OESO-richtlijnen – in deze ernstige kwestie voor deze overheidsondersteuning?

Vraag 6

Bent u bereid om deze grootschalige en ernstige schending van de kinder- en mensenrechten bij de relevante Indiase autoriteiten aan de orde te stellen, dit zo mogelijk te doen in Europees en OESO-verband alsmede in samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), en substantieel bij te dragen aan de oplossing van dit structurele mensenrechtenprobleem waarbij Nederlandse bedrijven zijn betrokken?

1) http://www.indianet.nl/pb140328.html

2) http://www.fidh.org/en/asia/india/15273-behind-the-showroom-the-hidden-reality-of-india-s-garment-workers

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 

 

Labels
Bijdragen
Buitenlands beleid
Joël Voordewind
Ontwikkelingssamenwerking

« Terug

Archief > 2014 > mei