Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Nederlandse bijdrage aan MINUSMA in Mali

woensdag 11 december 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan een algemeen overleg met minister Timmermans van Buitenlandse Zaken, minister Hennis-Plasschaert van Defensie en minister Opstelten van Veiligheid en Justitie    

Onderwerp:   Nederlandse bijdrage aan MINUSMA in Mali

Kamerstuk:    29 521

Datum:            11 december 2013

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Andere sprekers hebben er ook al op gewezen dat het spreken over een militaire missie een zware verantwoordelijkheid is van de Kamer en van de regering, in het besef dat we hier spreken over uitzending van mannen en vrouwen naar een hoogrisicogebied. Zij gaan namens Nederland uitvoering geven aan hetgeen wij vanavond bespreken. Dat vraagt om een zorgvuldig en afgewogen besluit van de Kamer en daarmee ook van iedere afzonderlijke partij.

De noodzaak van de internationale missie dient zich dan ook aan. Jihadistische strijders trokken ten strijde, namen dorpen en steden in bezit en trokken op naar de hoofdstad Bamako. Shariawetgeving werd al snel toegepast en ledematen werden geamputeerd. 350.000 vluchtelingen gingen op pad naar het zuiden, voor een veiliger heenkomen. 85% van de bevolking is op dit moment afhankelijk van voedselhulp.

De Fransen zijn zeer te prijzen vanwege hun snelle en geslaagde actie om de jihadisten terug te dringen. Vluchtelingen keren inmiddels terug. Nu ligt er het verzoek voor Nederland om een bijdrage te leveren aan de stabilisatiemissie MINUSMA.

Uitgangspunt voor de fractie van de ChristenUnie is dat Nederland zijn verantwoordelijkheid dient te nemen om zich in te zetten voor vrede, recht en gerechtigheid, zoals ook verankerd is in artikel 97 van de Grondwet. Onze visie op noodhulp, ontwikkelingssamenwerking en de inzet van onze krijgsmacht is hierop geënt. De Nederlandse bijdrage kan daarbij nooit zaligmakend zijn, maar moet wel een concrete bijdrage leveren aan de vrede en stabiliteit en aan het versterken van de rechtsstaat. Vaak zijn de resultaten broos, niet onomkeerbaar, gericht op de lange termijn. Binnen dit kader heeft mijn fractie altijd haar oordeel over militaire missies bepaald en dat zal vanavond niet anders zijn.

Om zicht te hebben op een duurzame bijdrage aan de stabiliteit in Mali moet er ook aandacht zijn voor de vraag waarom Mali de afgelopen jaren is afgezakt tot een zogenaamde failed state. Dit terwijl Mali toch jarenlang donor darling van het Westen is geweest. De regering van Mali bewees lippendienst aan de democratische rechtsstaat en voldeed daarmee formeel aan de vereisten, ook die van Nederland. De opbouw van een werkelijk democratische rechtsstaat moet dus uitdrukkelijk onderdeel zijn van de missie.

Nederland is gevraagd een bijdrage te leveren aan de versterking van de veiligheid door de inlichtingenpositie van MINUSMA te versterken. Die bijdrage zal aanzienlijk zijn. Dat geldt ook voor de risico's die onze mannen en vrouwen daar zullen lopen. Niet voor niets zal het kabinet ook special forces inzetten met betrekking tot de duurzaamheid en de veiligheid van onze mensen.

De ChristenUnie heeft nog de volgende vragen, allereerst over de rechtsstaat. De Malinese president Keita heeft verklaard dat geheel Mali een seculiere staat zal blijven. De ChristenUnie is natuurlijk erg blij dat die garanties zijn gegeven, maar hoe staat dat in verhouding met de onderhandelingen die mogelijk ook met islamistische of jihadistische organisaties zoals AQIM en MUJAO in het noorden gevoerd zullen worden? Mogelijk zullen zij aandringen op invoering van shariawetgeving. In dat licht kennen we ook de afspraken die in 1991 zijn gemaakt, om te decentraliseren en gezag over te hevelen naar het noorden. Welke consequenties zal dat hebben voor de versterking van de rechtsstaat zoals wij voor ogen hebben? Welke rechtsstaat zal er worden opgebouwd in het kader van de doelstelling van MINUSMA, namelijk politieke verzoening? Kunnen de plannen voor versterking van de rechtsstaat, die pas in het voorjaar klaar zijn, ook aan de Kamer gestuurd worden? Een manco bij de kerntaak van MINUSMA om de rechtsstaat te versterken is dat die plannen er nog niet zijn. Hoe kan de omvang van de civiele component van MINUSMA, die inmiddels is bepaald op 1.600 mensen, al zijn vormgegeven, terwijl de plannen nog moeten worden uitgewerkt?

Dan kom ik op de vulling. Andere sprekers ook op hebben gewezen dat er 6.000 man is toegezegd, maar dat er een kleine 12.000 man zou moeten zijn. Wat zijn de consequenties voor de effectiviteit van het Nederlandse aandeel, als de beoogde invulling er niet komt? Tegen welke beperkingen lopen wij dan aan, nu de aandacht ook wordt opgeëist door de Centraal-Afrikaanse Republiek?

Dan kom ik op de operationele inzet. Nederland stuurt zelf geen transporthelikopters, maar zal wel werkzaam zijn in drie buitengebieden: Gao, Moti en Timboektoe. Bij de laatste twee gaat het ook om ontwikkelingssamenwerking. Hoe kan Nederland ervan verzekerd zijn dat onze mensen op tijd op de juiste plaats aankomen en operationeel worden? Hoe betrouwbaar is het inhuren van transporthelikopters uit landen als Burkina Faso en Niger? In hoeverre wordt de scope van het werkgebied van onze special forces daardoor beperkt? De vakbonden, instituut Clingendael, het International Centre for Counter-Terrorism en de Fransen hebben aandacht gevraagd voor de mogelijkheden en de capaciteitsuitbouw als wij zouden beschikken over transporthelikopters. Zelfs Koenders, de Speciale Vertegenwoordiger van de VN in Mali, heeft hier uitdrukkelijk om gevraagd. Welke garanties zijn er dat de special forces, indien zij in de problemen komen, geëvacueerd kunnen worden? Dit zijn belangrijke en wezenlijke vragen.

Dan kom ik op de risico's. De Fransen zullen voor de MEDEVAC-helikopters zorgen, indien onze special forces de poort uitgaan, zo hebben wij begrepen van de Commandant der Strijdkrachten. Wat gebeurt er als de Fransen zelf tegelijkertijd in de problemen komen? Als zij de poort uitgaan en in de problemen komen, kunnen wij dan nog aan op de garantie van de Fransen dat die helikopters voor ons beschikbaar zullen zijn? Wat gebeurt er als de Fransen zich terugtrekken? Zij hebben laten weten dat zij de troepen reduceren van 3.000 naar 1.000 man. Wat is de levensduur van die garantie van militaire support en MEDEVAC-helikopters als dit tussen nu en een jaar gaat gebeuren? Als die garantie niet kan worden afgegeven, dan zullen onze troepen gedwongen zijn om binnen de compound te blijven zitten, zodat zij de missie niet kunnen uitvoeren. Dat moeten we toch te allen tijde voorkomen?

Het golden hour moet gegarandeerd worden, specifiek door een Role 2-ziekenhuis. Kan dat ook? Kunnen de special forces te allen tijde rekenen op luchtsteun van onze Apaches? Zijn deze breed inzetbaar voor MINUSMA?

Tot slot kom ik op de ontwikkelingssamenwerking. Zoals gezegd was Mali een donor darling. Het feit dat er vele miljarden in het land zijn gepompt heeft er tot nu toe niet toe geleid dat de benodigde stabiliteit in het noorden is gekomen. Waarom zou dat doel van stabilisatie met MINUSMA wel bereikt kunnen worden? De EU heeft in februari de militaire bilaterale hulp aan Mali hervat: 250 miljoen. Nederland is vooralsnog tegen algemene begrotingssteun. Hoe is dit te rijmen met de Nederlandse inzet? Nederland zegt komend jaar ook 46 miljoen te willen besteden aan Mali. Er zal ook macro-economische steun worden gegeven voor de financiering van het nationale begrotingstekort. Hoe is dat te rijmen met de opstelling om vooral geen algemene begrotingssteun te geven? Hoe wordt de hulp afgestemd met Europa en de andere lidstaten? Hoe wordt er binnen MINUSMA aandacht gegeven aan de bescherming van minderheden, zoals de christenen, die ook in het noorden hebben gezeten en langzaam maar zeker weer teruggaan naar het noorden? Mali staat op nummer 7 van de top 50 van landen waar volgens Open Doors de meeste geloofsvervolging plaatsvindt.

Al deze vragen zijn volgens de fractie van de ChristenUnie wezenlijk. Ik hoop dan ook op een duidelijke beantwoording van het kabinet, om voor de ChristenUnie tot een afgewogen oordeel te kunnen komen.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Buitenlands beleid
Joël Voordewind

« Terug

Archief > 2013 > december