De minister hanteert volgens de ChristenUnie een onduidelijke definitie van scheefwonen. Zij gaat er in haar wetsvoorstel van uit dat de woningcorporaties maatwerk leveren. Ortega-Martijn is daar niet van overtuigd: ,,Er moet niet alleen gerekend worden op basis van inkomen, er zou ook gekeken moeten worden naar het huidige huurniveau en de gezinssamenstelling. Een moeder met thuiswonende kinderen die met een bijbaantje sparen voor hun studie en gezamenlijk boven de 43.000 euro uitkomen worden door het kabinet in een hogere huurklasse ingedeeld. Terwijl een alleenverdiener die 41.000 euro in het jaar verdiend en riant kan leven buiten schot blijft. Dat is geen maatwerk."

De ChristenUnie vindt het onbegrijpelijk dat er al inkomensgegevens opgevraagd zijn, zonder dat de wet behandeld is door de Tweede en Eerste Kamer. De Belastingdienst geeft alleen bevestigend of ontkennend antwoord op de vraag of het inkomen van een huurder 43.000 euro op jaarbasis bedraagt. Ortega-Martijn: ,,De huurder heeft hier totaal geen invloed meer op. Wanneer gegevens niet kloppen, moet de huurder hier achteraf weer tegen in verweer komen. Die rompslomp had voorkomen kunnen worden."