Bijdrage Esmé Wiegman risicoverevening en dure medicijnen

woensdag 06 april 2011 15:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. De minister wil de zorgverzekeraars meer risicodragend maken voor de kosten van zorg. Er ligt een voorstel om de nog bestaande ex-postcompensaties af te bouwen. Prestatiebekostiging wordt gecombineerd met het versterken van prikkels bij zorgverzekeraars, om zo bij te dragen aan het verhogen van de kwaliteit en de financiële houdbaarheid van de ziekenzorg. Het plan is hier in 2012 mee te beginnen. Ik begreep dat zorgverzekeraars bereid zijn meer risico's te lopen, mits dit beheersbare risico's zijn. Ik vind dat een terechte voorwaarde, mede gezien de acceptatieplicht van zorgverzekeraars. Door de overstap naar de prestatiebekostiging met DOT neemt de voorspelbaarheid van het ex-antemodel af en daarmee nemen de risico's voor de zorgverzekeraars toe. Mijn fractie vindt het daarom belangrijk dat het ex-anterisicovereveningsmodel op orde is, voordat de ex-postcorrecties worden afgebouwd. Dit wordt ook in de brief Zorg die loont aangegeven. Het ex-anterisicovereveningsmodel zal worden geoptimaliseerd en daarna zal de ex-postverevening worden afgeschaft. De risico's nemen ondertussen echter toe door de voorgestelde uitbreiding van het B-segment. Zonder extra maatregelen zal hierdoor al voor 2012 fors extra risico bij de verzekeraars komen te liggen. De maatregelen die de minister voorstelt, zullen door de toezichthouder naar verwachting vertaald worden in een hogere solvabiliteitseis. Het is daarom essentieel dat op korte termijn duidelijk wordt wat de omvang zal zijn van dit solvabiliteitseffect. Het zal zeker een druk leggen op de premies, die daardoor zullen gaan stijgen.

Een andere zorg van de fractie van de ChristenUnie is dat de inkoop van goede zorg voor chronisch zieken onder druk komt te staan. Wat gaat de minister doen om een subtiele vorm van risicoselectie te voorkomen? Ik stel deze vraag met nadruk, vanwege de wijze waarop deze minister het volume binnen de ziekenhuiszorg wil gaan beperken. Natuurlijk, hoogrisicogroepen kunnen niet uitgesloten worden. Het is echter wel mogelijk dat zorgverzekeraars zich minder inzetten voor het inkopen van goede zorg voor specifieke groepen.

Het verbaast mij niet dat voor een voorzichtigere planning is gekozen. In de brief van 4 maart wordt een toelichting gegeven op het rapport van PricewaterhouseCoopers (PwC). Dit rapport wordt gebruikt bij het onderbouwen van de voorstellen, maar de conclusies staan haaks op die van de eerste evaluatie van de Zvw in 2009. Mijn fractie is er absoluut niet van overtuigd dat de plannen voor het afschaffen van de macronacalculatie en het afbouwen van de ex-postcompensatie zoals ze nu voorliggen, in het voorgestelde tempo verantwoord ingevoerd kunnen worden. Ik stel voor dat de plannen van de minister vertraagd uitgevoerd worden. Met het oog op de veranderingen rond de prestatiebekostiging stel ik tevens voor de huidige nacalculatie op de variabele kosten voor het A-segment, de huidige bandbreedteregeling en de macronacalculatie te handhaven.

Het is voor zorgverzekeraars niet aantrekkelijk te investeren in preventie. Zorgverzekeraars die geen werk maken van preventie maken nu winst op hun risicoverevening. Om deze negatieve prikkel uit het systeem te halen, stel ik voor dat preventieprogramma's als indicatoren van zorgkosten worden gezien, zodat preventie aansluit bij andere parameters in de vereveningssystematiek. Zorgverzekeraars ontvangen dan een normatieve bijdrage voor de werkelijk uitgevoerde preventieprogramma's, in plaats van een normatieve bijdrage voor een normatief aantal programma's. Ik ben heel benieuwd hoe de minister tegenover dit idee van PreventieKostenGroepen (PKG) staat.

Ziekenhuizen betalen over het algemeen minder dan de lijstprijzen of adviesprijzen. Ze krijgen dus korting bij de inkoop van dure medicijnen. Groothandels beseffen namelijk dat een patiënt maar kort in het ziekenhuis ligt. Als de patiënt vervolgens weer thuis is, zullen dezelfde middelen voorgeschreven worden en zal dit medicijn alsnog voor een hoger bedrag worden gedeclareerd. Hier kunnen fabrikanten mee leven. De add-on's worden gebaseerd op de lijstprijs min een afslag voor een korting die het ziekenhuis krijgt. Tegelijkertijd loopt het proces om de bekostiging van medicijnen in poliklinische en thuissituaties over te hevelen naar de ziekenhuisbudgetten. Ziekenhuizen verwachten dat zij die korting dan niet meer zullen krijgen. De reden die een groothandel heeft om korting te geven, verdwijnt hierdoor namelijk. Wanneer de minister de NZa vraagt onderzoek te doen naar de inkoopkortingen, zal er dan ook rekening gehouden worden met dit effect?

De minister schrijft in de beantwoording van de vragen van het schriftelijk overleg dat ze geen twijfels heeft over het tijdig gereed zijn van de software. Dit valt te betwisten. Gezamenlijke partijen trekken pas in mei hun conclusies en verzekeraars kunnen voor verschillende softwarepakketten kiezen. De problemen van vergoedingen zijn buiten de Wet geneesmiddelenprijzen (Wgp) nog nergens ingekaderd. Dit zal pas duidelijk worden wanneer er wordt onderhandeld. Pas daarna kunnen partijen gaan programmeren. Ik ben bang dat dit niet klaar is voor 2012. Graag een reactie.

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Archief > 2011 > april