Vragen over Overeenkomst gemeente Alkmaar, AZ en brancheverenigingen

vrijdag 14 februari 2003 14:54

Vragen van de leden Slob (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Cornielje (VVD) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Justitie en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de overeenkomst tussen de gemeente Alkmaar, de voetbalclub AZ en brancheverenigingen.

Met antwoord.

Vragen van de leden Slob (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Cornielje (VVD) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Justitie en van Volkshuisves-ting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de overeenkomst tussen de gemeente Alkmaar, de voetbalclub AZ en brancheverenigingen.(Ingezonden 17 februari 2003)
  1. Kent u de overeenkomst die op 31 januari jl. is gesloten tussen de gemeente Alkmaar, de voetbalclub AZ en brancheverenigingen van plaatselijke winkeliers?
  2. Bent u op de hoogte van de bedreigingen, intimidaties en vernielingen door zich supporters van AZ noemende tussen december 2002 en januari 2003 1 de (doods)bedreigingen op het internet, per e-mail en bekladding van winkelpanden?
  3. Kunt u een beschrijving van bovengenoemde incidenten zoals deze bekend zijn bij de lokale autoriteiten aan de Kamer doen toekomen?
  4. Hoe beoordeelt u uitspraken van winkeliers 2 dat angst de enige motivatie is geweest om akkoord te gaan met de overeenkomst?
  5. Erkent u dat deze overeenkomst tot stand is gekomen onder druk van deze omstandigheden?
  6. Hoe beoordeelt u in dat licht de rechtsgeldigheid van deze overeenkomst? Bent u bereid hiernaar onderzoek te laten uitvoeren?
  7. Heeft het gemeentebestuur naar uw oordeel adequaat gehandeld door in plaats van aan de rechterlijke uitspraak gehoor te geven, de bouwvergunning in te trekken, de winkeliers-verenigingen in bescherming te nemen tegen de bedreigingen en intimidaties, mee te gaan in een bemiddelingsproces dat ten doel had om de winkeliers te laten afzien van gerechtelijke procedures? Zo neen, heeft de gemeente zich dan laakbaar gedragen?
  8. Heeft door deze gang van zaken naar uw oordeel, in de woorden een columnist 3 , in plaats van de rechtsstaat het recht van de straat gezegevierd? Hoe beoordeelt u de kans dat zich in andere gemeenten in Nederland dergelijke taferelen zullen herhalen?
1 In het bijzonder in de weekeinden van 11 en 12 januari en van 25 en 26 januari.
2 Parool, 3 en 4 februari jl.
3 NRC Handelsblad, 10 februari jl.
 
 
Antwoord van minister Remkes (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens de ministers van Justitie en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
(Ontvangen 22 april 2003), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 936, vergaderjaar 2002–2003
  1. Op basis van informatie die ik heb opgevraagd bij de burgemeester van Alkmaar kan ik hierover het volgende melden.
    Op 22 oktober 2002 heeft de gemeente Alkmaar een bouwvergunning afgegeven voor de bouw van een stadion met functies ten behoeve van de voetbalclub AZ. Een aantal bezwaarschriften tegen het verlenen van de bouwvergunning is bij het gemeentebestuur ingediend.
    Bij brief van 31 oktober 2002 is namens een aantal bedrijven-/winkelverenigingen in dit kader een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar. Op 29 november 2002 is het betreffende verzoek om voorlopige voorziening toegewezen.
    De bouwvergunning is door de rechter geschorst tot zes weken na de beslissing op bezwaar, hetgeen heeft geleid tot een bouwstop. Het bestuur van AZ heeft – in verband met het (voort)bestaan van de club – begin januari 2003 aangegeven begin maart duidelijkheid te willen hebben of de bouw van het stadion door kan gaan.
    Naast bezwaren tegen de bouwvergunning waren er namelijk ook bezwaren tegen de vergun-ning in het kader van de Wet milieubeheer ingediend. Voorts hebben bezwaarmakers bij de Europese Commissie gesteld, dat door de grondtransacties tussen het gemeentebestuur en het bestuur van AZ sprake is van overheidssteun. De gemeente Alkmaar heeft vervolgens medio januari jl. drie bemiddelaars verzocht gesprekken te voeren met AZ en de bezwaarmakers.
    Doel van deze bemiddelingspoging was de problemen die tussen partijen zijn gerezen in kaart te brengen en waar mogelijk een oplossing voor de geschillen te duiden. Op 31 januari jl. leek er overeenstemming te zijn bereikt over een zogenaamd principeakkoord tussen de partijen:
    kennelijk de in de vragen bedoelde overeenkomst. Dit principe-akkoord had voornamelijk betrekking op het gebruik van de nadere definities en omschrijvingen van de zogenaamde ruimte voor detailhandel en commerciële ruimte die bij de bouw van het stadion gerealiseerd zou worden. Het principeakkoord zou door de verenigingen aan de ledenvergaderingen worden voorgelegd. Voorts diende het akkoord nog verder uitgewerkt te worden tot een addendum bij de bouwvergunning. Bij de uitwerking bleek echter dat de ondernemers weliswaar akkoord gingen met de uitgangspunten van het principeakkoord, maar daaraan tevens zes nadere voorwaarden verbonden, terwijl men de bezwaren niet wenste in te trekken. Omdat de partijen aldus niet tot overeenstemming konden komen heeft het college van B&W van Alkmaar op 19 februari 2003 een beslissing op bezwaar genomen. De bouwvergunning is daarbij gerepareerd. In die aangepaste bouwvergunning zijn de overwegingen van de bestuursrechter verwerkt en de ingediende bezwaren meegewogen.
    Omdat er geen overeenstemming werd bereikt en de bezwaren gehandhaafd bleven, bleef het geding bij de bestuursrechter aanhangig. Op 10 maart jl. heeft deze rechter getracht de partij-en alsnog bij elkaar te brengen. Dit is echter niet gelukt. Vervolgens heeft de bestuursrechter op 18 maart jl. besloten tot opheffing van de bouwstop, waarmee de brancheverenigingen (vooralsnog) in het ongelijk zijn gesteld.
    De brancheverenigingen hebben echter nog drie andere procedures lopen, te weten klachten bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit, de Europese Commissie en de bestuursrechter. Deze blijven gehandhaafd.
  2. Ja.
  3. Volgens de lokale autoriteiten heeft het volgende plaatsgevonden. Op 11 januari jl. heeft een vreedzame demonstratie plaatsgevonden van ongeveer 1000 AZ-supporters. Een groep van 20 zogenaamde supporters heeft desondanks echter geprobeerd een winkel binnen te dringen waarvan de eigenaar lid is van de ondernemersvereniging in Alkmaar.
    Door het adequate optreden van de politie en de door de eigenaar ingeschakelde particuliere bewakers kon dit worden voorkomen. Ruim een week later zijn twee ruiten van de betreffende firma vernield. Ook een magazijndeur werd beklad. Naar aanleiding van de verschillende incidenten is een drietal verdachten aangehouden en verhoord. Het onderzoek naar drie andere verdachten loopt nog. Voorts heeft de politie enkele ondernemers geadviseerd over preventieve veiligheidsmaatregelen in hun zaak en in de privé-sfeer.
    De gemeente is bekend met de bedreigingen op het internet. Er zijn ongeveer 50 bedreigende teksten op internet geplaatst. De politieregio Noord-Holland-Noord is een onderzoek hiernaar gestart. Twee ondernemers zijn kennelijk anderszins bedreigd. Een van hen heeft aangifte gedaan. Er is hier vooralsnog geen zicht op de dader.
  4. ,5 en 6 Volgens de gemeente is er uiteindelijk geen sprake geweest van een overeenkomst vanwege de nadere eisen die door de winkeliers werden gesteld aan het principeakkoord. In die zin kan ook niet worden gesproken over de rechtsgeldigheid van de bedoelde overeenkomst.
    Nadat de gemeente een beslissing op bezwaar genomen heeft hebben de brancheverenigingen vervolgens hun procedure bij de bestuursrechter op normale wijze vervolgd. In die zin is er dus ook geen sprake van dat het recht niet zijn beloop heeft gehad.
  1. Er is mij niet gebleken dat de gemeente geen gehoor heeft gegeven aan de rechterlijke uitspraak. De bouwvergunning is niet ingetrokken, maar slechts geschorst geweest op grond van dezelfde uitspraak. De brancheverenigingen hebben niet afgezien en ook niet hoéven af te zien van procedures onder druk van gemeente en/of supporters. In algemene zin vind ik het niet onjuist dat een gemeente in dergelijke gecompliceerde zaken een bemiddelingspoging doet om partijen te verzoenen.
  2. Ik vind het een zeer kwalijke zaak dat wordt getracht personen – in dit geval de brancheverenigingen in Alkmaar – die via normale (juridische) procedures hun recht proberen te halen, door bedreigingen en dergelijke hiervan te laten afzien. In het onderhavige geval kan echter worden geconcludeerd dat het recht toch zijn normale loop heeft gehad.
    Nu tevens door de politie is/wordt opgetreden tegen de bedreigingen in kwestie is er naar mijn mening geen sprake van dat het recht van de straat heeft gezegevierd. Ik kan niet precies beoordelen of zich in andere gemeenten soortgelijke taferelen zullen gaan afspelen. Voor zover dat het geval is dienen de lokale autoriteiten krachtig stelling te nemen tegen dergelijke bedreigingen en dient de politie hiertegen adequaat op te treden.
Labels
Vragen

« Terug

Reacties op 'Vragen over Overeenkomst gemeente Alkmaar, AZ en brancheverenigingen'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2003 > februari