Bijdrage Esmé Wiegman aan het AO Energie

dinsdag 19 mei 2009 11:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Noord-Brabant heeft zich vrijdag uitgesproken voor overname en heeft daarmee de oproep van de Kamer naast zich neergelegd. Maar het debat in Noord-Brabant krijgt natuurlijk nog wel een staartje, om niet te zeggen een staart. Voor ons is met name van belang hoe de beoordeling van het splitsingsplan van Essent verloopt.

Een ander punt van aandacht is het ongelijke speelveld in Europa. Het is cruciaal hoe de minister verdergaat met de motie-Hessels. Mag een ongesplitst bedrijf een gesplitst bedrijf overnemen? Begin 2006 zei Eurocommissaris Kroes dat zij het onbestaanbaar vond dat in Europa de grote nationale energiebedrijven de dienst uitmaakten en dat zij het Nederlandse voorbeeld maar snel moesten volgen. Dat is niet gebeurd, maar het mag natuurlijk niet bij een oproep blijven. Wat kunnen wij nog verwachten van de Europese Commissie?

Voor de kwaliteitsborging binnen onze eigen energiemarkt is de vraag of de doelen van de splitsingswet worden gehaald. De transportzekerheid is gewaarborgd. Belangrijk is nu hoe je via wetten en regels de leveringszekerheid van energie kunt borgen. Het eerdere antwoord van de minister, dat door de markt van vraag en aanbod de leveringszekerheid tot stand komt, is voor mij toch niet echt de garantie. Want voor een goede strategie is meer nodig dan markt. Zelf vind ik in dit opzicht de vergelijking met de gezondheidszorg interessant, waar het om de vraag draait wat het betekent dat je als overheid garant staat voor de kwaliteit, bereikbaarheid en betaalbaarheid van de zorg. Als ik daar nu naar kijk, zeg ik: daar gebeuren nu gekke dingen. De overheid moet voortdurend inspringen als organisaties dreigen om te vallen of daadwerkelijk omvallen. Daarbij is niemand gebaat, vooral niet de mensen die afhankelijk zijn van deze diensten.

De komende jaren is het voor Nederland van belang om maximaal in te zetten op datgene wat wij nog wel in handen hebben: het netwerk. Het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie heeft recent een goede publicatie naar buiten gebracht over bio-energie. Daarin wordt een inzet op regionale opwekking betoogd, waarbij een sterke impuls vanuit de overheid nodig is. Dat betekent niet dat wij de mondiale samenwerking moeten vergeten, wel dat wij voorop mogen lopen in regionale en duurzame energie-opwekking, om daarmee aan te sluiten op de mondiale markt. Met andere woorden, think global, act local. De ChristenUnie wil graag groter inzetten op duurzame en kleinschalige opwekking. Dat betekent investeren in de regionale netten. Maar hoe je het ook wendt of keert, er moet wel de juiste energie in het net worden gestopt. Wat dat betreft, heb ik dan ook hoge verwachtingen van het wetsvoorstel Voorrang voor duurzaam.

            De SDE-regeling loopt inmiddels enige tijd met wisselend succes. Gezien de tussentijdse conclusie van het Planbureau voor de leefomgeving liggen wij niet op koers. Dat is zorgelijk. Volgens mijn motie, die ik tijdens de behandeling van de VROM-begroting heb ingediend, hoort van de schoon en zuinig-monitor een normerende werking uit te gaan. Daarom hoor ik ook graag van deze minister hoe wij de doelstellingen wel kunnen halen. Heeft zij al plannen om bij te sturen, bijvoorbeeld via aanvullende maatregelen, straks bij de begroting?

            In dat kader vind ik het voorstel van collega Samsom interessant. Wij zien dan ook graag dat de SDE-gelden met name bij de kleinschalige opwekking terechtkomen. Ik sluit mij wat dit betreft aan bij de opmerking van mevrouw Spies en daarbij wijs ik ook op het voorstel van LTO. Sowieso constateer ik dat veel duurzame MKB'ers een gebrek aan slagkracht ervaren om gebruik te kunnen maken van de subsidieondersteuning voor innovatie. Hoe wil de minister de MKB'ers wel voldoende kansen geven, ook om mee te doen?

            Ik plaats kritische kanttekeningen bij grootschalige bijstook van biomassa. Deze bijstook betekent geen fundamentele verduurzaming van onze energielevering. Mijn angst is toch wel dat subsidiëring van bijstook in de praktijk gaat neerkomen op subsidiëring van kolencentrales. Daar moeten wij natuurlijk heel ver vandaan blijven. De minister belooft hierover nog een aparte brief. Die zie ik graag voor de zomer tegemoet. Misschien kunnen wij dit de pinksterbrief noemen, na de paasbrief. Ik benadruk ook dat de ChristenUnie op dit vlak heel strikte voorwaarden wil zien, en inzet op de duurzaamheidscriteria eist.

            Ik heb nog een aantal specifieke opmerkingen over de SDE. De doelstelling p, restwarmte optimaal te benutten is prima, maar AVI's moeten niet een aanzuigende werking op afvalverbranding hebben ten koste van recycling. Daarover hebben wij ons als Kamer ook nadrukkelijk uitgesproken bij het afvalbeheerplan. Recycling vormt nog altijd een voornamere manier om CO2-uitstoot terug te dringen.

            Een ander punt is dat de industriële WKK behoefte heeft aan een vangnetregeling. De uitwerking sluit nog onvoldoende aan op de praktijk. Het uitgangspunt van de minister van 7% rendement is nu juist het probleem. Dat is echt te weinig; dat zijn geluiden die ik hoor, want gebruikelijk is het om van 15% uit te gaan. Hoe denkt de minister WKK echt aantrekkelijk voor investeringen te maken?

Wij zijn blij met de Taskforce windergie op zee en met de ondertekening door staatssecretaris Huizinga. Belangrijk is nu ook een goede subsidiëringssystematiek, Ik kan mij ook aansluiten bij de vragen van de heer Van der Ham over het stopcontact op zee.

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Reacties op 'Bijdrage Esmé Wiegman aan het AO Energie'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2009 > mei