Bijdrage debat vervanging no-claim teruggave

woensdag 26 september 2007 10:23

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. De ChristenUnie-fractie is blij dat de no-claimteruggaveregeling per 1 januari volgend jaar wordt afgeschaft. Deze regeling is zeer onrechtvaardig, omdat zij nadelig uitwerkt voor chronisch zieken en gehandicapten, die er wel aan meebetalen maar nooit geld kunnen terugkrijgen, omdat zij niet in staat zijn invloed uit te oefenen op de mate waarin zij gebruikmaken van de zorg. Om die reden heeft de ChristenUnie-fractie zich altijd fel tegen de no-claimteruggaveregeling verzet. Dit betekent niet dat mijn fractie per definitie iedere vorm van eigen betaling afwijst. Wij zijn ons bewust van de blijvende noodzaak om de groei van de zorguitgaven te beteugelen en daartoe de nodige prikkels in te bouwen. Ook erkennen wij dat burgers een eigen verantwoordelijk hebben in het dragen van de zorgkosten en vinden wij het noodzakelijk om onterecht en onnodig gebruik van zorgvoorzieningen af te remmen. Het systeem van een verplicht eigen risico kan in beginsel een grotere bijdrage leveren aan deze doelstelling dan de no-claimteruggaveregeling, omdat een negatieve prikkel vooraf een groter remmend effect heeft dan een positieve prikkel achteraf. Een verplicht eigen risico is echter alleen aanvaardbaar wanneer recht wordt gedaan aan de bijzondere positie van chronisch zieken en gehandicapten. Het is daarom goed dat in het wetsvoorstel voor deze groep een compensatieregeling is opgenomen. Zo is het ook in het coalitieakkoord afgesproken.

Wij kunnen ons daarom in beginsel vinden in het voorstel om de no-claimteruggaveregeling te vervangen door een verplicht eigen risico. Wel hebben wij grote moeite met de manier waarop de invoering van het verplicht eigen risico in dit wetsvoorstel wordt uitgewerkt. Wij doelen op de afbakening van de doelgroep en de wijze waarop de compensatieregeling wordt uitgevoerd.

Mevrouw Kant (SP):
U schetst dat in het regeerakkoord staat dat chronisch zieken gecompenseerd worden. Maar dat staat er niet, hè?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik ken de letterlijke tekst van het coalitieakkoord. De achtergrond en de bedoeling van de ChristenUnie met die passage is om de ongelijkheid ten opzichte van chronisch zieken en gehandicapten bij de no-claimregeling recht te trekken. Wij willen dat zij gelijk behandeld worden. Of dit nu via een compensatie gebeurt of via een uitzondering, of hoe het ook in het coalitieakkoord staat, het gaat ons erom dat chronisch zieken en gehandicapten gelijk behandeld worden.

Mevrouw Kant (SP):
Dit lijkt mij wel een heel vrije interpretatie. In het regeerakkoord staat inderdaad dat chronisch zieken worden uitgezonderd. Dat is in de Nederlandse taal toch echt iets anders dan gecompenseerd worden. Dat wil ik even rechtzetten in uw betoog.

Mijn vraag gaat over de manier waarop dit gebeurt. U hebt daar zelf ook kritiek op. Eigenlijk heeft bijna iedereen daar kritiek op, tenzij je geen uizondering wilt maken. Vindt u dat het voorwaardelijk moet zijn? Vindt u dat er geen eigen risico moet komen als de oplossing voor die groep niet adequaat is? Vindt u dat een eigen risico voorwaardelijk moet zijn en dat er geen eigen risico moet komen als de oplossing voor deze groep niet adequaat is?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik besef dat de uitkomst van vandaag niet het beste eindresultaat is. Ik wil echter dat de no-claimregeling per 1 januari afgeschaft wordt en dat wij in ieder geval met een goede tussenoplossing komen. Op langere termijn moet er een goede regeling komen waarin ook andere dingen zijn meegenomen.

Het gaat ons primair om de gelijke behandeling van chronisch zieken en gehandicapten. Wat is de beste weg om dit mogelijk te maken, een compensatie of een uitzondering? Als een compensatie veel beter te regelen valt dan een uitzondering, is dit een goed gekozen weg. Het gaat om een gelijke behandeling van chronisch zieken en gehandicapten.

Mevrouw Kant (SP):
Een uitzondering is heel eenvoudig, want je vraagt de huisarts, net als bij de zelfzorgmiddelen, aan de verzekeraar aan te geven welke patiënten in zijn praktijk chronisch ziek zijn. Simpeler kan het niet. Ik maak uit de woorden van mevrouw Wiegman op dat het dus niet een voorwaarde is dat dit op de best mogelijke en een fatsoenlijke manier geregeld is, alvorens het eigen risico ingaat. Zij heeft het nu immers al over tussenoplossingen. Ik zou gelijk willen gaan voor de beste oplossing en geen broddelwerk willen leveren.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik zou ook het liefst vandaag tot de beste oplossing willen komen. Wij hebben de afgelopen maanden nagedacht over een wenselijke uitkomst en de mogelijkheden op korte termijn. Dat blijkt lastig. Als wij vandaag tot een aanvaardbare tussenoplossing, een overgangsmaatregel, kunnen komen en op termijn tot een echt goed resultaat, ben ik voorlopig tevreden. De no-claimregeling moet in ieder geval per 1 januari afgeschaft worden.

Mevrouw Kant (SP):
Mevrouw Wiegman zegt dat zij meer tijd nodig heeft, omdat de oplossing meer tijd vergt.
Nee, het denken vergt tijd. Het denken gaat nu al heel lang door en heeft tot nu toe niet tot een oplossing geleid. Als wij het nu niet kunnen bedenken, waarom zou mevrouw Wiegman het volgend jaar dan wel kunnen bedenken?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Om die richting aan te geven heb ik dus het vervolg van mijn betoog nodig.

Mevrouw Agema (PVV):
Mevrouw Wiegman zegt stellig dat de prikkeling die van het eigen risico uitgaat groter is dan die van de no-claim. Heeft zij daar sluitend bewijs voor? Want in de stukken wordt het mondjesmaat aangeven, alleen een denkrichting, beetje opgeschroefd hier en daar.

Als die prikkeling wordt vergroot, welke mensen zullen dan minder zorg vragen? Is dat die man met pijn op de borst? Welke mensen zullen minder zorg vragen?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik heb geprobeerd mij heel zorgvuldig uit te drukken. Ik zei: in beginsel. Ik was haast filosofisch aan het redeneren. Naar ik meen doen wij dat vandaag allemaal, want ook mevrouw Agema is met allerlei voorbeelden gekomen hoe zij zich kan voorstellen dat zaken kunnen uitwerken, waarover ik dan weer anders denk. Ik kan mij niet voorstellen dat mensen zich terughoudend opstellen ten aanzien van het gebruik van zorg op het moment dat zij pijn op de borst hebben, of als zij ergens een knobbeltje constateren. Voor heel veel mensen geldt: mijn gezondheid is goud waard en als het nodig is zoek ik de juiste zorg.

Waar het ons veel meer om gaat, is dat mensen zich meer bewust worden van de kosten van de zorg, dat die kosten inzichtelijk worden en dat mensen daarmee bezig zijn. Het remmende effect kan verder uitgezocht worden: wat zijn de juiste prikkels, wat voor drempels zijn nodig willen die echt goed werken? Daarom spreek ik over: in beginsel. In beginsel lijkt mij dat zo'n verplicht eigen risico een beter effect heeft dan een no-claim achteraf.

Mevrouw Agema (PVV):
Dus in beginsel hangt u uw hele betoog op aan het feit dat u voor de invoering van het eigen risico bent, omdat u denkt -- u kunt het niet bewijzen en nergens op baseren -- dat er een grotere prikkel van zou uitgaan. Door die prikkel zouden minder mensen naar een specialist gaan, maar de mensen die werkelijk ergens last van hebben, zouden nog altijd naar de specialist gaan. Hoe naïef bent u?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik ben niet naïef, maar ik ben er ook niet voor om mensen te weerhouden om zorg te zoeken als zij zorg nodig hebben. Dat wil ik even duidelijk stellen. Maar het lijkt mij goed om het kostenbewustzijn op een of andere manier onder de aandacht bij mensen te brengen.

Ik ben principieel geen tegenstander van een vorm van eigen betaling. Ik denk dat vanmiddag de wegen vrij snel uiteengaan als je daarvan geen tegenstander bent. Als je daarvan een voorstander bent, benader je het heel anders dan als je bij voorbaat zegt: ik wil er niet aan, ik zie er niets in. Ik geef aan dat ik er wel wat in zie. Ik zie in dat het in beginsel positieve effecten kan hebben en ik ben er een groot voorstander van om het kostenbewustzijn bij mensen onder de aandacht te brengen.

Mevrouw Agema (PVV):
Ik zie dat de solidariteit bij de fractie van de ChristenUnie ver te zoeken is; een begrip waarmee zij zich altijd graag profileert. Mevrouw Wiegman is dus voor een regeling die zij niet kan onderbouwen en waarvan zij geen enkele wetenschap heeft of die de prikkel daadwerkelijk vermindert. Zij zegt gewoon: alle zieke mensen in dit land gaan betalen. Dat is het gezicht van de ChristenUnie.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Uw conclusie deel ik absoluut niet. Ik ben juist nadrukkelijk mijn betoog begonnen met aan te geven waarom wij zo graag willen dat die no-claim teruggaveregeling wordt afgeschaft, juist vanwege dat solidaire principe en vanwege het feit dat chronisch zieken en gehandicapten door die regeling bij voorbaat op achterstand worden gezet. Wij willen graag een gelijke behandeling.

In het wetsvoorstel wordt voor de afbakening van de te compenseren groep gebruikgemaakt van de FKG's, farmaceutische kostengroepen. Dat betekent dat alleen medicijngrootverbruikers in aanmerking zullen komen voor compensatie. Veel gehandicapten die gebruikmaken van hulpmiddelen, vallen daardoor buiten de boot. Ook mensen die vanwege verschillende aandoeningen langdurig zijn aangewezen op medicijngebruik, komen in deze constructie niet in aanmerking voor compensatie. Dat is voor de leden van de ChristenUnie-fractie onacceptabel. Het kan niet zo zijn dat mensen die jaar in jaar uit met hoge zorgkosten worden geconfronteerd, niet in aanmerking komen voor compensatie omdat deze kosten niet worden veroorzaakt door medicijngebruik, maar door andere vormen van zorg.

Dat kan op geen enkele manier worden gerechtvaardigd, zoals ook de Raad van State constateert. Bovendien is het in strijd met de afspraken in het coalitieakkoord waarin nadrukkelijk wordt gesproken van een uitzonderingspositie voor de hele groep chronisch zieken en gehandicapten. Daarnaast moeten chronisch zieken en gehandicapten die voor compensatie in aanmerking komen ervan uit kunnen gaan dat zij deze compensatie ook daadwerkelijk ontvangen. Ook op dat punt bestaan er zorgen bij mijn fractie. Vanwege capaciteitsgebrek bij de Belastingdienst wordt de uitvoering van de compensatieregeling bij het CAK neergelegd. Mijn fractie is er niet gelukkig mee dat de uitvoering van de zorgtoeslag en de uitvoering van de compensatieregeling voor het verplichte eigen risico bij twee verschillende instanties wordt ondergebracht. Mijn fractie is van mening dat verzekerden zo min mogelijk met verschillende geldstromen zouden moeten worden geconfronteerd. Maar ook als het slechts een overgangsmaatregel zou zijn om de Belastingdienst tijdelijk te ontlasten, betekent dit dat het CAK de organisatie daar wel helemaal op moet inrichten. Mijn fractie twijfelt daarbij niet zozeer aan de mogelijkheden van het CAK om de compensatieregeling uit te voeren, maar voorziet daarbij wel een aantal problemen, die overigens ook door het CAK zelf worden gesignaleerd. Zo verwacht het CAK bijvoorbeeld moeilijk uit de voeten te kunnen met het afbakeningscriterium bij de behandeling van de te verwachten toestroom van bezwaarschriften. Ook is er vanwege privacyregelgeving maar beperkt gegevensverkeer mogelijk tussen zorgverzekeraars en het CAK.

Om deze redenen voelt mijn fractie dan ook veel voor de insteek van compensatie via de TBU. Hiermee worden een aantal belangrijke knelpunten in het wetsvoorstel opgelost. De hele doelgroep kan worden bereikt. De doelgroep krijgt meer financiële zekerheid. De compensatiemaatregel wordt inkomensafhankelijk. Daarbij wil ik benadrukken dat het gaat om een overgangsmaatregel voor het komende jaar. Daarna moet worden bezien of de compensatiemaatregel definitief in de TBU wordt ondergebracht of dat de afbakeningssystematiek van het wetsvoorstel tegen die tijd zo ver is verfijnd, dat de hele doelgroep kan worden bereikt.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik heb begrepen dat die hele regeling buitengewone uitgaven en de TBU in 2009 niet meer bestaan als het aan het kabinet ligt. Dat moet allemaal door de gemeenten worden uitgevoerd. Begrijp ik goed dat de consequentie van het voorstel van mevrouw Wiegman is dat de definitie van de groep chronisch zieken en gehandicapten die in aanmerking komen voor de compensatieregeling van €47 per jaar wordt ontleend aan de buitengewoneuitgavenaftrek die op dit moment geldt? Of wordt doorgegaan met de 18 farmacologische kostengroepen waar de minister zich op oriënteert? Hoe zit dat?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Over die FKG's heb ik mij duidelijk uitgelaten. Dat lijkt mij geen goede manier om de doelgroepen af te bakenen. Op mijn voorstel over de buitengewone uitgaven krijg ik graag een reactie van de minister. Het is een bestaande regeling waaraan dit gekoppeld kan worden, zodat de zaken bij elkaar horen. De verfijning van het geheel, het op een andere manier inrichten, is een voortgaand proces. Volgens mij leidt mijn voorstel tot een beter eindresultaat dan de manier waarop het nu wordt voorgesteld.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik ben nu het spoor compleet bijster. Die regeling waar mevrouw Wiegman zich zo positief over uitlaat, is in het regeerakkoord al voorzien van een bezuiniging van 400 mln. De coalitiepartijen hebben bovendien vastgesteld dat die regeling over de heg gedonderd moet worden richting gemeenten, omdat het Rijk zogenaamd niet vast kan stellen wie chronisch ziek en gehandicapt is. Vorige week is daar nota bene door de coalitiepartijen nog een bezuiniging van 250 mln. bovenop gegooid. Kortom, die regeling die zo goed zou zijn dat het een vervanging is voor de 18 farmacologische kostengroepen van deze minister staat aan alle kanten onder druk. Ik vrees met grote vreze dat wij in 2009 niets meer over hebben op rijksniveau en dat de gemeenten het met een te klein budget verder maar moeten uitzoeken. Ik vrees dat het die kant opgaat. Hoe kan in dit debat nu serieus door een coalitiepartner worden voorgesteld om aan te sluiten bij een regeling die eigenhandig in drievoud vrijwel om zeep is geholpen. Hoe kan dat, mevrouw Wiegman? Leg mij dat eens uit.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Dat heb ik gedaan. Ik heb gezegd dat er met die regeling iets gaat gebeuren in de toekomst. Ik wil in eerste instantie voor deze weg kiezen in plaats van de weg die door het kabinet wordt voorgesteld. Op het moment dat ervoor gekozen wordt, met de buitengewone uitgaven verder aan te slag te gaan, zijn die mogelijkheden er.

En dan is het niet zo dat het willekeurig bij de gemeenten wordt neergelegd en dat wij onze handen ervan aftrekken. In het amendement van de heer Omtzigt staat duidelijk hoe de Kamer betrokken blijft bij het hele traject.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Dit kunt u niet menen, mevrouw Wiegman. Uw partijleider, de heer Rouvoet, heeft omstandig de kant van de linkse oppositie gekozen tijdens drie kabinetten-Balkenende tegen de no-claim, vanwege de gebrekkige, zo niet afwezige, compensatie voor chronisch zieken en gehandicapten. Dat punt was voor de heer Rouvoet bijna heilig, zou ik zeggen, en woog zeer zwaar in de afweging van de fractie van de ChristenUnie. Nu gaat u wellicht akkoord met een wetsvoorstel, waarbij u een alternatief biedt voor de compensatie van chronisch zieken en gehandicapten dat werkelijk in elkaar stort voordat u het hier hebt uitgesproken. Hoe is het mogelijk dat u daarop wilt vertrouwen, met deze geschiedenis van de heer Rouvoet in het achterhoofd?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik ben iemand anders dan de heer Rouvoet, maar ik hoop dat ik met evenveel vuur mijn betoog ben begonnen over waarom wij echt absoluut geen voorstander waren van de no-claim. Natuurlijk waren wij daar het liefst gisteren al van afgestapt, laat ik dat heel duidelijk stellen. Vervolgens gaat het om het bedenken van wat je dan wel doet. Deze minister heeft een voorstel gedaan. Wij hebben allemaal meegedaan in de schriftelijke vragenronde en hebben daarbij zeer veel haken en ogen aangereikt. Ik heb mij nog niet door de minister laten overtuigen dat hij met zijn voorstel wel de goede weg inslaat. Ik doe hier een voorstel om een andere denkrichting op te gaan. Ik zeg niet dat dit het is. Ik zie mogelijkheden en ik hoor graag de reactie van de minister daarop, om op een gegeven moment te kunnen zeggen of dit de best begaanbare weg is.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Is het dan niet logisch dat u tegen deze minister zegt: hoor eens beste vriend, eigen risico is leuk en aardig, maar dat kan er alleen komen als er volstrekte helderheid is over wat dit betekent voor chronisch zieken en gehandicapten en als het kabinet dat niet duidelijk kan maken, gaan wij niet akkoord?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik meen dat die volstrekte duidelijkheid er zeker moet komen, maar wat voor ons nog veel belangrijker is, is dat de no-claim onrechtvaardig uitpakt voor chronisch zieken en gehandicapten. Want als er één ding duidelijk is, is dat het wel. Daaraan moet zo snel mogelijk een eind worden gemaakt. Dat is volstrekt helder. Die weg ernaartoe, hoe je die doelgroep echt bereikt, is volgens mij zeer belangrijk. Wij moeten dat zo snel mogelijk zo helder mogelijk krijgen. Ik heb eerlijk gezegd van u nog niet dé oplossing gehoord hoe die doelgroep goed kan worden afgebakend en tegemoet kan worden gekomen.

Mevrouw Kant (SP):
Dit is geen manier van redeneren. Wij hebben hier zij aan zij met de fractie van de ChristenUnie gevochten tegen die no-claim, omdat die oneerlijk was voor chronisch zieken en gehandicapten. Zij aan zij! Nu staat u aan de andere kant en nu wordt er gemorreld: wij moeten hen wel compenseren, maar weten nog niet helemaal hoe. U rept van een slechte oplossing van de minister en komt zelf met een halfbakken oplossing en zegt dan: laten wij toch maar van start gaan met het eigen risico, ongeacht of wij dat probleem ooit kunnen oplossen. Ik kan het niet meer volgen. De fractie van de ChristenUnie was ertegen dat chronisch zieken en gehandicapten de dupe zouden worden. Waarom stelt u niet als voorwaarde dat er voor die mensen een fatsoenlijke oplossing komt, alvorens überhaupt over te gaan tot invoering van een eigen risico?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik vind het jammer dat ik nu in een ander vak of in een andere hoek word geplaatst. Ik strijd nog steeds met u tegen die no-claimteruggaveregeling. Met u zeg ik dat ik veel moeite heb met de afbakening van die groep via de FKG's, juist omdat ik die solidariteit zoek en die gelijke behandeling van gehandicapten en chronisch zieken. Daarover zijn wij het helemaal eens. Het is nu wel zoeken. Wij willen graag in het oog houden dat de chronisch zieken en gehandicapten niet worden benadeeld, zoals bij de no-claimteruggaveregeling. Als die FKG's het niet zijn, wat is het dan wel? Ik stel daarom voor om een oplossing te zoeken in de buitengewone uitgaven. In die sfeer gebeurt al veel om deze doelgroep tegemoet te komen in zorgkosten. Kan dit daarin wellicht ook een plaats krijgen?

Mevrouw Kant (SP):
U geeft zelf al aan dat dit ook geen sluitende oplossing is. Dat neem ik u kwalijk. U hebt het wel over het zoeken van oplossingen. Het is heel mooi dat wij hier dan samen over denken, maar ik vraag u, niet over te gaan tot het invoeren van een eigen risico, als die oplossing niet op een fatsoenlijke manier wordt gevonden, omdat dan alsnog chronisch zieken en gehandicapten voor een deel daarvan de dupe zijn. Dat wilde uw fractie destijds niet.

Nu gaat u daar niet voorliggen. U gaat wel mee zoeken, maar u zegt niet: als wij het niet oplossen, dan geen eigen risico. Dat vind ik teleurstellend.

U kent toch ook het probleem van het niet gebruiken van deze regeling? Veel mensen kennen deze weg niet en maken geen gebruik van de mogelijkheid van belastingaftrek. Die laat u mooi in de steek.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Dat zal verbeterd moeten worden, maar dat is voor mijn geen argument om te zeggen: en dus zien wij helemaal af van die denkrichting. Ik kan wel in herhaling vallen, maar dat heeft geen zin. Misschien kunt u in tweede termijn uitgebreider ingaan op wat u werkelijk als oplossing ziet. Ik zie in uw amendementen alleen verruiming van compensatie, nog meer doelgroepen die er wellicht onder kunnen vallen. Als ik om de financiële onderbouwing vraag, is het antwoord: de bureaucratie. Ik vraag u om te komen met een zeer zorgvuldige financiële onderbouwing voor het sluitend oplossen van dit probleem. Die heb ik nog niet gehoord.

Mevrouw Kant (SP):
Ik heb dat antwoord al gegeven. Die onderbouwing staat in onze alternatieve begroting. U hebt het allemaal kunnen lezen. Wij willen geen eigen risico en geen no-claim en leveren daarvoor een keurige dekking. U moet niet weer met dat argument komen. Ik moet vaststellen dat de fractie van de ChristenUnie niet als voorwaarde stelt dat er een fatsoenlijke oplossing komt voor chronisch zieken en gehandicapten. Dat vind ik buitengewoon teleurstellend.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Deze conclusie deel ik niet. Ik meen dat ik heel fatsoenlijk bezig ben en juist oplossingen aan het zoeken ben.

Mevrouw Agema (PVV):
Nee, u bent verre van fatsoenlijk bezig, want de voornaamste motivering van de fractie van de ChristenUnie om voor het eigen risico te zijn, is dat chronisch zieken en gehandicapten dan gelijk worden behandeld. Dat is volstrekt onwaar. Gezonde mensen betalen niks aan het eigen risico en chronisch zieken en gehandicapten betalen €109. Dat is niet gelijk en zal nooit gelijk worden.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik zie wel het zeer grote verschil tussen de bestaande no-claimregeling en een vorm van eigen risico waarvoor wij willen kiezen. Juist met de no-claimregeling worden chronisch zieken en gehandicapten bij voorbaat op achterstand gezet. Via een eigen risico worden zij wel gelijkwaardig behandeld. Dat is een groot verschil van inzicht bij het oppakken van het begrip solidariteit.

Mevrouw Agema (PVV):
De fractie van de ChristenUnie gaat ervan uit dat solidariteit betekent dat chronisch zieken en gehandicapten €109 meer betalen dan mensen die gezond zijn.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik blijf in herhaling vallen. Het gaat mij echt om die gelijke behandeling van deze doelgroepen, waarvan bij de no-claimregeling geen sprake was. Dat wilden wij graag recht gezet hebben.

Tweede termijn, 4 oktober 2007
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik dank de minister voor de uitvoerige beantwoording in de eerste termijn en met name voor de schriftelijke beantwoording. Mijn tweede termijn wil ik gebruiken om nog een vraag te stellen, conclusies te trekken en een motie in te dienen.

Na het debat van vorige week bereikten mij nog meerdere brieven van verontruste patiëntenorganisaties die zich afvroegen of de compensatie ook voor hun patiënten zou gelden. Ik neem aan dat andere fracties zulke brieven ook hebben gehad. Dit onderstreept het belang van goede communicatie over de veranderingen nu wij de no-claim willen afschaffen en willen overgaan op een eigen risico. Is de minister bereid om extra aandacht te besteden aan deze communicatie? Is hij bereid om deze organisaties duidelijkheid te geven?

Uit de beantwoording blijkt dat het niet eenvoudig is om meerdere zaken tegelijkertijd te doen. Wij willen in de eerste plaats de zorgkosten beheersbaar houden. In de tweede plaats willen wij zinvolle prikkels uitdelen om mensen bewust te maken van hun zorggebruik en van de kosten. In de derde plaats willen wij tot een eenvoudige uitvoering komen zonder al te veel lasten. Ten slotte willen wij de chronisch zieken en gehandicapten traceren om hen te compenseren. Mijn denkrichting over de mogelijkheden die de BU-regeling zou kunnen bieden, heeft de minister stevig gepareerd. Dit brengt mij tot de conclusie dat de voordelen van deze regeling niet opwegen tegen de nadelen. Hierbij is voor onze fractie het meest doorslaggevende argument dat door de BU-regeling de doelgroepen die wij in het bijzonder op het oog hebben, niet beter bereikt zullen worden.

Wat mij wel van het hart moet, is dat in de beantwoording veel rekening wordt gehouden met de zorgverzekeraars en andere uitvoerende instanties, maar dat de verzekerde zelf zo weinig wordt genoemd. Mijn fractie zal daarom het amendement van het CDA over de voorhangprocedure steunen.
Een andere conclusie die ik trek is dat wij er met het voorliggende voorstel nog niet zijn, maar welk een belangrijke stap zetten in de goede richting. De afschaffing van de no claim, in combinatie met de ideeën om tot een verfijning van de regeling te komen, is in ieder geval een verbetering van de situatie van de groep chronisch zieken en gehandicapten.

De minister heeft mijn fractie er niet van kunnen overtuigen dat voor het jaar 2008 de doelgroep niet beter afgebakend zou kunnen worden. Ik denk daarbij in het bijzonder aan de intramurale AWBZ-zorg en de hulpmiddelen. Om die reden steunt mijn fractie het amendement van de heer Omtzigt om de intramurale AWBZ-zorg al in 2008 in de regeling onder te brengen. Voorts dien ik de volgende motie in, die betrekking heeft op de hulpmiddelen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de reikwijdte van de FKG's niet voldoende is om de hele groep chronisch zieken en gehandicapten te bereiken bij de compensatie van het verplicht eigen risico;

overwegende dat de compensatieregeling verder verfijnd zal worden door het mede betrekken van de DKG's, het gebruik van hulpmiddelen en de intramurale AWBZ-zorg;

overwegende dat het niet voorstelbaar is dat hulpmiddelen niet al in 2008 bij de compensatieregeling betrokken kunnen worden;

verzoekt de regering voor de compensatie over 2008 naast de FKG's ook het gebruik van hulpmiddelen als criterium toe te voegen, op grond waarvan mensen gecompenseerd kunnen worden voor het verplicht eigen risico,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink, Omtzigt, Van der Veen en Van der Vlies. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund. Zij krijgt nr. 28 (31094).

Mevrouw Kant (SP):
Mevrouw Wiegman vraagt nu iets waarvan de minister al schriftelijk heeft toegezegd dat hij ernaar gaat kijken. Uitsluitsel of het echt mogelijk is, is er niet. Het is wel een mooie symbolische motie, over iets dat al bekeken wordt, maar is het ook een voorwaarde om het wetsvoorstel te steunen dat dit geregeld wordt? Dat lijkt mij dan wel.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Het is voor mij een heel belangrijke factor, tezamen met het amendement van de heer Omtzigt. Wij zijn niet tevreden met de manier waarop de groep op dit moment wordt afgebakend.

Mevrouw Kant (SP):
Dat was mij wel duidelijk. Daar hebben wij het vandaag juist ook over. Ik heb ook allerlei suggesties gedaan, die nog veel simpeler zijn ook. De hulpmiddelen kunnen een belangrijke factor zijn, maar is uitvoering van de motie ook een voorwaarde? De vorige week zei mevrouw Wiegman nog dat de definitie van de groep onacceptabel is en echt tekortschiet. Nu is er een amendement over de mensen in de instellingen en is er een motie over de hulpmiddelen. Moet er een "ja" op die motie komen, wilt u überhaupt akkoord gaan?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
De motie wordt nu ingediend. Gelet op de medeondertekenaars is er ook een meerderheid voor. Dit staat dus als een huis.

Mevrouw Kant (SP):
Maar het moet wel kunnen. Als de minister in de brief zegt dat hij niet weet of het kan, hebben de indieners geen garantie dat wat zij in de motie vragen ook gaat gebeuren. Ik zou liever horen dat zij gegarandeerd wilden hebben dat dit gaat gebeuren en niet een verzoek om het mee te nemen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
De motie en het amendement over de intramurale zorg tezamen zijn volgens de minister verfijningsmogelijkheden waarmee hij aan het werk wil gaan. Wij kunnen ons niet voorstellen dat er nu al niet direct iets kan worden gedaan op die twee onderdelen.

Mevrouw Kant (SP):
Ik wil gewoon weten of mevrouw Wiegman een garantie wil hebben of niet.

De voorzitter:
U hebt echt antwoord gehad; eigenlijk drie keer hetzelfde antwoord.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Waarom dient mevrouw Wiegman geen amendement in? Dan regelen wij het en hebben wij de minister niet nodig. Zo zijn de verhoudingen. Wij moesten toch heel zorgvuldig omgaan met kwetsbare groepen en zo? Wij moeten toch oppassen?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik kies voor een motie, in het licht van de verdere verfijningsmaatregelen. De AWBZ-zorg heeft een heel duidelijke plaats in het amendement gekregen. Helderder kan ik niet zijn. Ik ben blij met de toezegging van de minister dat hij verdergaat met verfijnen. Met de motie willen wij duidelijk onderstrepen dat hij daar niet lang over moet doen, maar dat hij het nu moet doen. Wij willen echt van de no claim af.
Wij willen aangeven dat de mogelijkheden onderzocht moeten worden. Wij zijn er nog niet, maar er zijn stappen in de goede richting, en nu moeten wij verder gaan met verfijning. En met de andere voorstellen rondom de BUregeling moet er voor chronisch zieken en gehandicapten meer maatwerk geleverd worden. Dit zijn stappen in de goede richting die onze fractie wil zetten.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik vroeg waarom u een motie en niet meteen een amendement indient, want uit de toelichting begreep ik zojuist dat het allemaal geregeld kan worden. Wij kunnen er nu mee aan de slag, zo zei u. Wel, dan maak je er een amendement van, dan heb je weer een groep "binnengetikt". Maar er blijft een principiële vraag over. Uw fractievoorzitter deed zo'n duidelijk appel aan de regering om zorgvuldig met die groep om te gaan, maar nu zegt u tegen duizenden chronisch zieken en gehandicapten dat u er nog mee bezig bent. Dat is toch niet zorgvuldig, dat is toch geen rekening houden met mensen die echt geen euro kunnen missen?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik zou er meer moeite mee hebben om de noclaimregeling nog langer in de lucht te houden.

De heer Vendrik (GroenLinks):
Dat is de keuze niet, wij kunnen de noclaim afschaffen zonder een eigen risico in te voeren. Dit is een valse voorstelling van zaken.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik constateer dat wij voor een groot deel dezelfde overwegingen maken, maar dat de conclusies die wij trekken, de wegen die wij willen inslaan en de stappen die wij willen zetten, verschillend zijn. Dit is geen volmaakt voorstel, maar wij willen deze stap zetten omdat wij verwachten dat de situatie hiermee zal verbeteren, net als met de antwoorden van de minister en de uitspraken die wij doen via het indienen van een motie en het ondersteunen van amendementen om de situatie al op korte termijn te verbeteren. Wij kiezen echt met overtuiging deze weg.

Bron: ongecorrigeerd verslag

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug

Reacties op 'Bijdrage debat vervanging no-claim teruggave'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2007 > september