Het pensioenakkoord

dinsdag 14 juli 2020 00:00

De voorzitter:
Van harte gefeliciteerd alvast. Geniet ervan. Daarom dacht ik: ik ga u interrumperen, want dan kunt u het vertellen.

Dan is nu het woord aan de heer Bruins namens de ChristenUnie. Heeft u ook iets bijzonders te melden?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Het is gewoon een mooie dag.

De voorzitter:
Zo is dat. Gaat uw gang.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Tel iedere dag je zegeningen.

De voorzitter:
Zo is dat, inderdaad. En gezond zijn is ook belangrijk.

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ja, zeker. Dat is al een zegen op zichzelf.

Voorzitter. Vorig jaar 19 juni vroeg ik mij in deze zaal af hoe men later het pensioenakkoord zou duiden. Ik dacht toen: het klapstuk van Koolmees, het wonder van Wouter of het mirakel van het moedige midden. Een paar weken geleden vreesde ik nog paniek in de polder, maar gelukkig kan de polder het nog. Naar mijn overtuiging was dit een van de laatste kansen voor het redelijke en moedige midden. Het is goed dat die kans gegrepen is. Mijn fractie is positief over wat er nu voorligt. Dat dit pakket op heel veel punten overeenkomt met het ChristenUnie-verkiezingsprogramma, geeft al aan dat het een verstandig akkoord is.

Voorzitter. Het fascinerende is dat tien jaar geleden in grote lijnen hetzelfde voorstel al voorlag. Dat is al gezegd door de heer Van der Linde. Dat voorstel is toen door bepaalde partijen afgeschoten in de polder. Kan de minister becijferen hoeveel pensioengroei er inmiddels is verspild doordat er steeds werd vastgehouden aan het streven naar die zogenaamde gegarandeerde pensioenen? Wat hebben die hakken in het polderzand eigenlijk gekost voor de eerzame arbeider?

In het nieuwe stelsel is het pensioen een raming en geen toezegging. Als het economisch meezit, zien we dit sneller terug in het pensioen, maar als het tegenzit ook. Dat is best spannend, als de resultaten tegenvallen. Het vergt dus een zeer goede uitleg en communicatie. Hoe zorgt de minister ervoor dat iedereen een helder en reëel beeld krijgt van zijn of haar pensioen? Is de minister bereid om de pensioenuitvoerders de ruimte te geven om hierin maatwerk te leveren?

Dan de overgang naar een vlakke premie. Ik sprak een kleine werkgever met vijftien werknemers, veel jonge medewerkers, die net is overgestapt op een premieregeling. Gaat deze werkgever in het nieuwe stelsel nou meer pensioenpremie betalen? Zeker, het is goed dat het perspectief van de werknemers steeds op het netvlies staat, maar staat de kleine werkgever ook op het netvlies van de minister? Er is nog geen goede oplossing voor het gat dat ontstaat voor deelnemers aan de premieregeling. Ontstaan er nu langdurig twee systemen naast elkaar? Is dat uitvoerbaar? Als je overstapt naar een andere werkgever, zit je dan niet alsnog met een gat? De minister gaat hier in zijn brief wel heel snel aan voorbij. Ik roep de minister op om daar nog eens goed naar te kijken en nu niet alles overhaast dicht te timmeren. Hierover moet goed worden overlegd met werkgevers en verzekeraars. Graag een reactie van de minister.

Het is ook goed dat er in het pakket uitgebreid aandacht is voor het nabestaandenpensioen. Ik verwijs kortheidshalve naar de initiatiefnota van de heer Omtzigt en mij, en naar het gedegen advies van de Stichting van de Arbeid. Graag hoor ik van de minister hoe hij dit advies zo snel mogelijk omzet in concrete plannen, zodat we dit belangrijke punt goed regelen.

Ook zijn er nog steeds werknemers die geen pensioenregeling krijgen van hun baas. Dit is zorgelijk, zeker in het nieuwe stelsel waar het zwaartepunt van de pensioenopbouw aan het begin van de carrière ligt. Dan is het des te belangrijker dat ook jongeren voldoende pensioen opbouwen. Het is goed dat de Stichting van de Arbeid naar aanleiding van mijn motie een aanvalsplan heeft opgesteld en daar ook met jongerenorganisaties over gesproken heeft. Maar ook hierbij vraag ik aandacht voor de kleine werkgevers. Ik kan me voorstellen dat er kleine organisaties zijn die helemaal niet weten dat ze zich verplicht bij een pensioenfonds moeten aansluiten als ze in een bepaalde sector zitten. Als je daarachter komt, kan dit tot een flinke naheffing van meerdere jaren leiden. Welke stappen zet de minister om bij te dragen aan het terugdringen van deze zogeheten witte vlek? Ook hier kan betere informatievoorziening helpen, bijvoorbeeld bij inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

Voorzitter. De ChristenUnie heeft eerder gepleit voor een generatietoets bij grote stelselwijzigingen. Dankzij onze motie wordt dit instrument nu uitgewerkt. Er ligt een aangehouden motie om dit pensioenakkoord als testcase voor die generatietoets te gebruiken. Zijn de afspraken met deze concretisering van het pensioenakkoord nu klaar voor de generatietoets? Graag een reactie van de minister, en dus ook een appreciatie van die motie op dit moment.

Tot slot, voorzitter. Hoe ziet het overgangsregime eruit? Hoe gaan we de komende jaren om met dekkingsgraden en de rekenrente, zolang het nieuwe pensioenstelsel nog niet is ingevoerd? Welk perspectief op verbetering kunnen we mensen geven voor de korte termijn, zolang het nieuwe stelsel er nog niet is?

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:
Dank u. De heer Gijs van Dijk heeft een vraag.

De heer Gijs van Dijk (PvdA):
Even over de generaties waar de heer Bruins over spreekt, met name even over de jonge generaties. Dat zijn heel vaak flexwerkers. We hebben gezien hoe kwetsbaar hun positie is. Tijdens de coronatijd is dit vol aan het licht gekomen. Ze waren direct hun baan en hun inkomen kwijt. Wij pleiten ervoor om voor de flexwerkers, vooral die in de uitzendsector, de wachttijd niet op twee maanden te zetten, maar gewoon af te schaffen, zoals eigenlijk in alle sectoren gebeurt. Kan ik daarvoor in de heer Bruins een medestander vinden?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Ik maak me ook zorgen over die flexwerkers, zeker in deze tijd. We zien nu inderdaad hoe kwetsbaar ze zijn. Ik wil graag meedenken met de heer Gijs van Dijk, want vooral veel jongeren zitten hierdoor in een lastige positie. Ik wil dus heel graag samen met hem nadenken over hoever we hierin kunnen komen. Ik hoor ook heel graag hoe de minister — ik speel de vraag even naar hem door — hier een blik op kan werpen.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bruins.

Labels
Bijdragen
Eppo Bruins
Sociale Zaken

« Terug

Archief > 2020 > juli