Bijdrage Nico Drost aan het algemeen overleg Spoor

donderdag 04 april 2019 00:00

Bijdrage Nico Drost aan een algemeen overleg met staatssecretaris van Veldhoven-van der Meer van Infrastructuur en Waterstaat

Kamerstuknr. 22026

De heer Drost (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Vervoer, mobiliteit brengt mensen bij elkaar en heeft daarmee een sociale functie. Het is ook belangrijk voor een sterke economie. Er zijn grote uitdagingen als het gaat om groeiende mobiliteit, maar ook in samenhang met de woningbouwopgave die we hebben. De groeiende mobiliteit mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van onze leefomgeving en de leefbaarheid. Daarom is het nodig om werk te maken van een sterk openbaar vervoer. Het Toekomstbeeld OV is daarin een eerste stap. Een goede start is het halve werk. Er ligt een veelbelovende start, voor het eerst sinds jaren een ambitieus stuk om echt een sprong te maken in de kwaliteit van het ov, en dat is mooi.

Het Toekomstbeeld OV schetst ook een breed beeld van de enorme opgave die er ligt, zowel in de stedelijke gebieden alsook in de aansluiting van de landsdelen. Om daar te komen zijn er veel stappen nodig en zullen er keuzes gemaakt moeten worden. Ik wil de staatssecretaris allereerst vragen om dat verdere pad te schetsen en daarbij in te gaan op de betrokkenheid van de decentrale overheden bij de keuzes die moeten worden gemaakt. Want er zijn veel regio's die graag aan de slag gaan om deze sprong ook te maken. Denk aan Groningen, denk aan Zeeland. Het openbaar vervoer moet in alle delen van Nederland een goed alternatief zijn voor de auto. In de plannen wordt ingezet op een brede stedelijke ring waarop zeer hoogfrequent intercity's rijden, en dat is prachtig. Maar hoe zijn Noord-, Oost- en Zuid-Nederland op die brede stedelijke ring aangesloten? Toen wij de plannen voor het eerst zagen, schrokken wij wel van de kaart die in de media verscheen. Alle verbeterde treinverbindingen leiden naar de Randstad en alles lijkt te stoppen bij Zwolle. Ik hoop dat de staatssecretaris dat beeld wil rechtzetten.

De ChristenUnie heeft eerder via een motie gevraagd om de reistijd naar de landsdelen te bekorten. Dat is niet alleen van belang voor deze regio's. Kortere reistijden maken ook dat het aantrekkelijker wordt om wat verder weg van de Randstad te gaan wonen. Dit kan de druk op de woningmarkt in de Randstad weer verlichten. Het goede nieuws in het Toekomstbeeld OV is dat de reistijden inderdaad aanzienlijk korter kunnen. Kleine maatregelen zoals sneller rijden op de Flevolijn en de Hanzelijn en wat aanpassingen bij Meppel leveren voor Noord-Nederland al snel een behoorlijke tijdwinst op.

Nu maakt de staatssecretaris nog geen keuze in de varianten. Dat snapt de ChristenUnie, want de varianten schetsen puur de mogelijkheden. Is de staatssecretaris bereid om in overleg met de decentrale overheden die zijn vertegenwoordigd aan de ov- en spoortafels zo snel mogelijk te komen met een pakket maatregelen waarmee al voor 2030 stappen worden gezet richting het Toekomstbeeld OV, niet alleen in de Randstad dus, maar met name ook waar het gaat om de reistijdverkorting tussen de Randstad en de andere landsdelen, zoals versnelling naar Noord-Nederland? En kan de staatssecretaris de vrees wegnemen die bij steden als Utrecht en Amersfoort leeft dat de intercityverbinding Amsterdam-Amersfoort geschrapt zal gaan worden?

Voorzitter. Ik begon met te zeggen dat openbaar vervoer ook een sociale functie heeft. Het brengt mensen bij elkaar. Toegankelijkheid van het spoor voor mensen met een beperking is dan ook belangrijk. Wil de staatssecretaris dit ook blijven agenderen in de gesprekken die nog volgen over de uitwerking van het Toekomstbeeld OV? En kan ze erop toezien dat ook decentrale overheden en regionale vervoerders de toegankelijkheid van het ov als basisvoorwaarde hanteren?

In het huidige netwerk ontbreekt op het spoor een aantal schakels. Ik zocht vergeefs in het Toekomstbeeld OV de spoorlijn Breda-Utrecht en de Nedersaksenlijn. Waarom zijn deze niet opgenomen?

Ook vraagt de ChristenUnie specifiek aandacht voor plekken waar het aandeel ov laag is, maar de totale vervoersvraag hoog. Zelfs in de stedelijke regio's zijn locaties waar mensen dagelijks in de file staan, maar toch niet voor het ov kiezen omdat er geen aantrekkelijke ov-verbinding is. Heeft de staatssecretaris hier een analyse van gemaakt? Is zij bereid om in beeld te brengen welke locaties op basis van de vervoersvraag kansrijk zijn voor een kwaliteitssprong in het ov-aanbod, om zo meer mensen een aantrekkelijk alternatief te bieden voor de auto?

Dan kom ik op de financiën, voorzitter. Het toekomstbeeld is mooi, maar de opgave is ook groot. De lijst van wensen en knelpunten is fors en het geld is beperkt. Wat gaat de staatssecretaris doen om toch ook al de komende tien jaar de noodzakelijke eerste stappen te zetten richting dat ov-toekomstbeeld? Want we moeten stappen zetten, gezien de groei van het ov en de woningbouwopgave voor de komende jaren. Het gesprek hierover met provincies en gemeenten moet hierover het komende jaar gevoerd worden. De ChristenUnie is benieuwd naar de uitkomsten van deze gesprekken. Ziet de staatssecretaris ook mogelijkheden voor alternatieve vormen van bekostiging en financiering, bijvoorbeeld het meebetalen van baathebbers via de grondexploitatie? En is zij bereid om ook hierover met decentrale overheden het gesprek aan te gaan?

Ten slotte kom ik nog op de internationale ambities van de staatssecretaris. De ChristenUnie ziet graag meer snelle treinen naar Duitsland, Engeland, België en Frankrijk gaan. Wat gaat de staatssecretaris doen om op dat vlak in de komende jaren al echt stappen te zetten, zodat minder mensen kiezen voor de vliegindustrie?

Voorzitter, daarmee kom ik op het onderwerp HSL. Met de 60 miljoen voor windschermen wordt een goede eerste stap gezet om de problemen op de HSL aan te pakken. Ook de komst van nieuw materieel, de ICNG, gaat helpen om de uitval van treinen te beperken. Maar om de problemen structureel op te lossen is meer nodig, blijkt uit onafhankelijke audits. Er ligt nu een uitgewerkt langetermijnplan hiervoor van NS en ProRail. Zij stellen voor om de spanningssluizen aan te passen, ERTMS te updaten naar een nieuwe versie, en het emplacement Rotterdam te voorzien van ERTMS. De ChristenUnie snapt dat de staatssecretaris daar nu niet direct de portemonnee voor trekt, maar als we eerst moeten afwachten hoe het gaat na de komst van die windschermen en van het nieuwe materieel, zijn we zo vier jaar verder voordat we een besluit nemen. Daarna kost het nemen van maatregelen nog een paar jaar, en dan is de HSL op z'n vroegst in 2028 op orde. Dat duurt wat ons betreft te lang.

De voorzitter:
En nu uw laatste zin.

De heer Drost (ChristenUnie):
Ja, dat klopt. Daarom vraag ik de staatssecretaris om in de komende tijd de door NS en ProRail voorgestelde maatregelen alvast wel uit te werken. Dat geldt in ieder geval voor het verplaatsen van de twee meest problematisch spanningssluizen.

Nu volgt echt mijn laatste zin, voorzitter.

De voorzitter:
U loopt echt uit de tijd.

De heer Drost (ChristenUnie):
Wil de staatssecretaris bekijken of de maatregelen rond ETMS in ieder geval op te nemen zijn aan het begin van de tweede tranche van het implementatieplan?

Voorzitter. Dank voor uw geduld. Ik hoop dat de staatssecretaris mijn vragen beantwoordt.

De voorzitter:
Dank u wel.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Infrastructuur
Nico Drost

« Terug

Archief > 2019 > april