Bijdrage Nico Drost aan het plenair debat over het rapport van de OVV inzake de forensische zorg en de casus Michael P.

woensdag 03 april 2019 00:00

Bijdrage Nico Drost aan een plenair debat met minister Dekker voor Rechtsbescherming

Kamerstuknr. 33628

De heer Drost (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil mijn bijdrage beginnen met woorden van medeleven van de ChristenUnie voor de nabestaanden van Anne Faber en andere betrokkenen.

De bevindingen van de rapporten moeten voor u een grote schok zijn en zullen wellicht wonden opnieuw of verder openen. Ik wil u in dat licht heel veel sterkte toewensen.

Voorzitter. De rapporten die we vandaag bespreken, roepen in ons land veel vragen en emoties op. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Waarom zat deze man niet achter slot en grendel? Waarom liep hij al na zeven jaar cel buiten rond, terwijl hij tot twaalf jaar cel veroordeeld was? Hoe kan het dat een veroordeelde zedendelinquent ervoor kan kiezen om zijn eigen dossier te censureren? In het bijzonder voor de mensen in Den Dolder geldt: zijn we wel veilig op straat? Ik hoop dan ook dat de minister in zijn beantwoording niet alleen ingaat op de vragen van de Kamer, maar ook op deze vragen vanuit de samenleving.

Voorzitter. De ChristenUnie is al jaar en dag een voorstander van rechtvaardige straffen, van strenge straffen zelfs in gevallen van seksueel geweld. Maar daarbij dient ook op een goede manier rekening te worden gehouden met de terugkeer van veroordeelden in onze samenleving. Ik vind het dan ook van belang oog te hebben voor het complexe werk dat medewerkers in de forensische zorg doen en voor de moeilijke afweging die zij dagelijks moeten maken tussen het belang van behandeling en resocialisatie enerzijds en de maatschappelijke veiligheid en het risico op recidive anderzijds. Zou de minister in zijn beantwoording ook willen ingaan op deze afweging en zijn beoordeling willen geven van de fouten die in deze zaak op dit punt zijn gemaakt?

Voorzitter. In die complexe uitvoeringspraktijk moeten we ook benoemen wat er fout is gegaan, in het bijzonder in deze zaak. Ik ga op een aantal punten nader in. Michael P. kon als pleger van een ernstig zedendelict tbs ontlopen door te weigeren mee te werken aan onderzoek. Dat valt moeilijk te verteren. De minister heeft maatregelen in gang gezet, bijvoorbeeld op het vlak van het verduidelijken van de mogelijkheden voor rechters om weigerende observandi tbs te geven en het kansrijker maken van de observatieperiode. Maar wat gaat dit nu concreet betekenen? Leiden de maatregelen ertoe dat een rechter in een geval als dat van Michael P. in de toekomst wel tbs kan opleggen?

Voorzitter, een tweede punt. Bij de overdracht door de PI Vught aan de FPA in Den Dolder werden fouten gemaakt. De behandelaars in Den Dolder kregen telefonisch een te rooskleurig verhaal te horen en kregen niet tijdig de beschikking over het strafdossier van Michael P., dat vanwege privacybezwaren ook nog onvolledig was. Daarbij werd verzuimd om goedkeuring te vragen voor het resocialisatietraject dat in Den Dolder werd voorzien. Kan de minister ingaan op de vraag waarom in dit geval geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om een volledige dossieroverdracht als voorwaarde te stellen voor overplaatsing? In hoeveel gevallen wordt die aanspraak op privacy jaarlijks gemaakt? Hoe beoordeelt de minister de constatering van de Inspectie Justitie en Veiligheid dat een volledige intake in de fpa zelden gebeurt omdat de financieringssystematiek hierin niet voorziet? Wordt dit meegenomen bij de besteding van de middelen die afgelopen zomer beschikbaar zijn gesteld?

Voorzitter. Dan de toekenning van vrijheden. De OVV-conclusie luidt dat de eerste stappen in vrijheid van Michael P. niet het resultaat waren van een weloverwogen, gezamenlijke beslissing van alle betrokken partijen, maar van een routinematig uitgevoerde administratieve procedure. Kan de minister hierop reflecteren en daarbij ook ingaan op de rol van de Divisie Individuele Zaken, die namens de minister besloot?

Hierin wil ik ook breder kijken. Zijn deze signalen nu pas bekend geworden? Of waren er eerder vergelijkbare signalen over de tekortkomingen in het stelsel overige forensische zorg, niet zijnde tbs? Zo ja, wat heeft de minister daarmee gedaan? Zijn er meer gevallen bekend waarbij iemand tijdens zijn of haar verblijf in een fpa een zwaar misdrijf pleegde? Heeft u op tijd de vrijheden van die 24 gedetineerden waarover u in uw brief spreekt, ingetrokken? Was daar niet eerder een moment voor te vinden?

Voorzitter. De minister heeft nu een flink aantal maatregelen aangekondigd. De ChristenUnie vindt het van groot belang dat die maatregelen niet betekenen dat er enkel meer administratieve handelingen komen en vinkjes worden gezet, maar dat we in de uitvoeringspraktijk ook echt die gewenste verandering terugzien. Hoe gaat de minister daar zorg voor dragen?

Voorzitter, tot slot. De fractie van de ChristenUnie komt op basis van deze en andere beschreven fouten tot de verdrietige conclusie dat de moord op Anne Faber wellicht voorkomen had kunnen worden. Dat de minister volgens de door de familie aan ons gestuurde brief aan de familie de verantwoordelijkheid van de overheid heeft erkend en ook excuses heeft aangeboden, is voor ons een belangrijke stap. Zou de minister dat in de Kamer willen herhalen? En de laatste vraag: op welke manier kan de minister op een geloofwaardige en adequate manier uitvoering geven aan de aangekondigde maatregelen?

Dank u.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Drost.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Justitie
Nico Drost

« Terug

Archief > 2019 > april