Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Noodhulp

donderdag 23 juni 2016 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een algemeen overleg met minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Onderwerp:   Noodhulp

Kamerstuk:    32 605          

Datum:           23 juni 2016

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Er is al veel gezegd over de huidige situatie, waarin er 60 miljoen vluchtelingen zijn. Het is goed om te constateren dat 40 van die 60 miljoen inheemse vluchtelingen zijn; mensen die dus nog binnen het eigen crisis- of oorlogsland zitten. We weten ook dat ongeveer 8 miljoen van hen in Syrië zelf zitten en 3 miljoen in Irak. Soms kijken we vooral naar de omliggende landen, maar we mogen, zoals collega Van Laar ook zei, Syrië zelf niet vergeten bij het alloceren van middelen en bij de aandacht die we daarvoor hebben. Ik wijs ook maar even op de tentenkampen in Duhok in Noord-Irak. In Erbil, waar ik zelf een aantal maanden geleden ben geweest, is het redelijk op orde. Daar zitten mensen in tijdelijke woningen, of althans in wooncontainers, maar in Duhok zitten ze nog steeds in tenten. Als wij serieus zijn over opvang in de regio, moeten wij ook kijken naar de bronlanden: Irak en Syrië. Met die 260 miljoen ondersteunen we nu vooral de gastlanden. Dat is heel goed, maar tegelijkertijd zitten die vluchtelingen zelf nog in tentenkampen. Als we deze situatie zo laten bestaan, gaan deze mensen gegarandeerd ook lopen in de richting van Turkije. Dat proberen we met z’n allen juist te voorkomen. Ik wil dus met name aandacht vragen voor de situatie van de vluchtelingen in Noord-Irak, maar datzelfde geldt eigenlijk in Syrië. Het is goed dat het bedrag van 260 miljoen er is gekomen. Het was mooi geweest als daarbij even was verwezen naar de motie-Slob/Samsom, want dan hadden we een rechtstreekse koppeling gelegd. Ik begrijp dat het een uitvloeisel is. Het maakt ook niet uit; als het er maar komt. Kan de Minister bevestigen dat de 94 miljoen onderdeel is van de Turkijedeal? Als dat zo is, is 260 miljoen mooi, maar dan is dat geen nieuw geld. We hadden dat namelijk eerder al toegezegd als onderdeel van de Turkijedeal. Los daarvan: ook daar is het nodig en ook daar gaat het naar de organisaties die goed werk doen voor vluchtelingen.

Ik ondersteun het punt van collega Van Laar over Syrië zelf. Ik begrijp dat de situatie daar moeilijk is voor fondsen en multilaterale organisaties, maar ook daar zitten natuurlijk de VN en UNICEF, om te bekijken of we wat voor de vluchtelingen in het land zelf kunnen doen.

De motie om de Dutch Relief Alliance meerjarig voort te zetten is inderdaad aangenomen. Ik vind dat een belangrijk punt, want die organisaties zijn zo’n beetje halverwege het jaar. Zij plannen nu natuurlijk ook weer zowel hun chronische crisisprogramma’s als hun acute noodhulpprogramma’s voor volgend jaar. Ik zou het dus heel prettig vinden als de Minister al in dit debat een doorkijkje zou kunnen geven. Ik heb er alle begrip voor dat de begroting nog moet komen en dat die nog uitonderhandeld moet worden met de collega-ministers, maar het zou prettig zijn als de Minister in een doorkijkje aangeeft wat haar intentie met de DRA en het Dutch Relief Fund is. Dan weten in ieder geval de betrokken organisaties, die nu een heel mooi samenwerkingsverband hebben, dat ze straks door kunnen. Ik heb namelijk begrepen dat er nog maar 750 miljoen in de pot zit voor 2017.

Het totale ODA-budget voor dit jaar is redelijk goed, maar volgend jaar daalt het alweer in de richting van de 0,5%. Het kabinet had er wel op ingezet om 0,7% vast te houden. Tegelijkertijd was er die bezuiniging, maar er is bijgeplust vanwege de eerstejaarsopvang. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat de koppeling aan 0,7% door dit kabinet geen loze koppeling blijkt te zijn en dat er weer geld bij komt voor volgend jaar? Dat heeft natuurlijk ook met de eerstejaarsopvang te maken. Ik heb er alle begrip voor dat het daar alle hens aan dek was, maar we moeten dit ook structureel oplossen. De Kamer heeft een paar keer suggesties gedaan over de manier waarop dit in de toekomst beter georganiseerd kan worden. De Minister zal waarschijnlijk zeggen: dat moet een volgend kabinet doen. Maar dit kabinet zit er nog tot maart volgend jaar, en demissionair misschien nog langer. We zullen nog weer een aanslag krijgen op het budget van de Minister. Als Kamer hebben we allemaal één belang: ervoor zorgen dat het budget niet grotendeels – inmiddels is dat 21%, 22% – wordt opgegeten door de eerstejaarsopvang. Mijn fractie stelt voor om dat te maximeren op 250 miljoen. We hebben daar natuurlijk eerder de motie-Slob/Samsom over ingediend, maar misschien moeten we het concreter doen: 250 miljoen maximeren voor de eerstejaarsopvang en bij alles wat daarboven komt – we weten niet hoeveel mensen er volgend jaar instromen – naar de algemene middelen kijken.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 32 605, nr. 190 10

Mevrouw De Caluwé (VVD): Ik ben een beetje verbaasd over het zogenaamde vasthouden aan die 0,7%. Als ik het regeerakkoord goed lees, zie ik namelijk dat er een behoorlijke bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking is ingeboekt. Daarmee is de 0,7% losgelaten. De heer Voordewind pleit voor meer geld erbij, voor 200 miljoen erbij. Waar gaat hij dat vandaan halen? Uit welke middelen moet dat komen?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Wij hebben natuurlijk als oppositie eerder aan tafel gezeten, de zogenoemde constructieve drie, waarbij er toentertijd 570 miljoen is bijgeplust voor de noodhulpgelden. Daar hebben we niet gratuit bijge-zeten, maar we hebben toen ook in de breedte nagedacht over de dekkingen. We hebben eerder ook zelf in het kabinet gezeten en toen ook de begroting op 0,7% gehouden. Sterker nog: toen was het 0,8%, omdat we boven op deze gelden de klimaatfondsen nog wilden financieren. Wij komen straks met een tegenbegroting, waarin ook weer een dekking staat voor volgend jaar om de 0,7% te halen. Dat zal ook in ons verkiezingspro-gramma een weerslag vinden.

Mevrouw De Caluwé (VVD): Ik begrijp hieruit dat de heer Voordewind nog niet wil aangeven waar hij dat geld vandaan wil halen en waar hij het OS-budget weer mee wil opplussen.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Wij hebben daar eerder dekkingen voor aangegeven. Ook voor volgend jaar zullen we dat doen in de tegenbegroting. Mevrouw De Caluwé kent onze partij. Elk jaar hebben wij een tegenbegroting. Elk jaar staan er ook de plussen in voor de OS-begroting. Mevrouw De Caluwé kan dat nalezen voor afgelopen jaar. Wij zijn bezig met een tegenbegroting voor volgend jaar. Daarin zullen weer netjes de dekkingen staan, ook voor het bijplussen van deze bedragen om de 0,7% te halen. Dat zullen we ook bij het verkiezingsprogramma doen.

De voorzitter: De heer Voordewind vervolgt zijn betoog.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik heb nog een paar laatste punten, met name over de safe havens. Als ik de mensen daar spreek – de jezidi’s, met name de christenen en andere minderheden – zeggen zij: we willen best wel terug naar de bevrijde dorpjes, maar we zijn daar niet veilig. Die dorpjes liggen net achter de grens met ISIS. Kan de Minister misschien meedenken om te zien op welke manier we die bevrijde dorpjes nu ook veilig krijgen? Dat kan met waarnemers of op andere manieren, zodat de mensen daadwerkelijk kunnen terugkeren. Als wij het voor elkaar krijgen om het gevoel voor veiligheid te herstellen, kunnen waarschijnlijk een half miljoen mensen weg uit Duhok en uit Erbil en terug naar die dorpjes, waar ze hun eigen landbouwgronden kunnen gaan bewerken. Dan hoeven wij hen niet aan het infuus van de noodhulp te houden. Kan de Minister daarover nadenken?

Ten slotte kom ik op de Valletta Top. We hebben hierover eerder met de Minister van Buitenlandse Zaken gesproken. Er gaat geld naar Eritrea en naar Sudan. In Eritrea is er 25 jaar dictatuur en Al-Bashir van Sudan hoort hier voor het hekje te staan. De Europese Unie heeft toch 200 miljoen gealloceerd in het kader van de Valletta Top. Ik mag toch hopen dat ook Nederland zich blijft verzetten tegen dit soort fondsen in Europees verband, want het is van de gekke dat we met dit soort dictators zaken

doen over de opvang van vluchtelingen. Ik hoor graag een reactie van de Minister.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

Labels
Bijdragen
Buitenlands beleid
Joël Voordewind

« Terug

Archief > 2016 > juni