De biologische landbouw krijgt een impuls van circa 80 miljoen gulden in de periode 2001-2004. Dit wordt officieel bekend gemaakt op prinsjesdag. De subsidie is bedoeld om de verkoopmethode van biologische producten te verbeteren. PerspectieF is blij met deze stimulans voor de biologische landbouw en hoopt dat de minister deze landbouw krachtig zal blijven stimuleren.

Biologica
Onlangs ondertekende PerspectieF als lid van de jongerencoalitie van de Nationale Jongerenraad voor Milieu en Ontwikkeling een oproep van het platform Biologica voor meer aandacht voor de biologische landbouw. Dit “Rappel Groen Licht voor de biologische landbouw” is 7 september aangeboden aan voorzitters van de vaste kamercommissies voor LNV, de heer ter Veer, en VROM, de heer Reitsma.

Het 'Rappèl' is een vervolg op het in oktober 1996 aangeboden 'Appèl groen licht voor de biologische landbouw'. Hierin gaven de ondertekenende maatschappelijke organisaties aan wat er moest gebeuren om een doorbraak te bereiken in de groei van de biologische landbouw. Ondertussen is er veel gebeurd. Er is sprake van een doorbraak, maar de groei naar 10% biologisch landbouwareaal vraagt om sturende maatregelen vanuit de overheid. De maatschappelijke organisaties pleitten aan de vooravond van de discussie in de Tweede Kamer over het nieuwe Plan van Aanpak voor de biologische landbouw van Minister Brinkhorst voor een krachtige overheidsaanpak om de groei van de nog jonge biologische sector te begeleiden tot zij op eigen benen kan staan. Vandaar een nieuw Appèl.

Breed maatschappelijk draagvlak
De 27 organisaties, die het Rappèl hebben getekend, vertegenwoordigen een breed maatschappelijk draagvlak. Zij tekenen namens boeren, tuinders, supermarkten en consumenten; namens natuur, milieu, landschap en dierenwelzijn; namens de drinkwaterbedrijven en namens ontwikkelingssamenwerking. De organisaties, die hebben ondertekend, zijn: Alternatieve Konsumentenbond, Animal Peace, Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, Centrum voor Landbouw en Milieu, Consumentenbond, Dierenbescherming, Ecooperation, Greenpeace, IVN Vereniging voor natuur- en milieueducatie, Jongerencoalitie NJMO, De Kleine Aarde, Landschapsbeheer Nederland, LTO-Nederland, Milieudefensie, de 12 provinciale Milieufederaties, Mondiaal Alternatief, NAJK, Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, Nederlandse Vegetariërsbond, Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, Novib, Platform Biologica, Stichting Natuur en Milieu, Stichting Strohalm, Unie van Provinciale Landschappen, VEWIN en de Waddenvereniging.

Inhoud Rappèl
In het Rappèl worden maatregelen ter stimulering van de biologische landbouw aanbevolen. De groei van de biologische landbouw draagt bij aan het bereiken van tal van overheidsdoelstellingen, zoals het terugdringen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen en overmatig mestgebruik, de ontwikkeling van natuur op landbouwbedrijven en de ontwikkeling van een productieketen (van zaadveredelingstechniek tot product in de winkel) zonder gebruik van gentechniek. Daarmee kan de biologische landbouw een belangrijke rol vervullen als instrument voor duurzame ontwikkeling. Toch zijn er nog veel belemmeringen die grootschalige omschakeling in de weg staan. Gebrek aan kennis, grootschalige vermarkting en financiële stimulansen staan op korte termijn verbreding van de biologische landbouw (omschakeling) in de weg. Tegelijk is verdieping nodig om ook op langere termijn een voortrekkersrol in duurzame ontwikkeling te vervullen.

Doelen
Doelstellingen van het Rappèl zijn:
· 5% van het landbouwareaal moet biologisch zijn in 2005, 10% in 2010, zodat biologische landbouw met goed onderbouwde voorbeelden in alle regio's, in alle sectoren vertegenwoordigd is en als katalysator kan werken in milieu- en plattelandsbeleid.
· Fiscale instrumenten, die biologische producten voor de consument (relatief) goedkoper maken, moeten worden ontwikkeld, en uiterlijk in 2005 worden ingevoerd.
· 10% van het onderzoeks-, voorlichtings- en onderwijsbudget van LNV dient vanaf 2001 aan biologische landbouw te worden besteed.

Instrumenten
Om deze doelstellingen te bereiken beschrijft het Rappèl 7 instrumenten:
1. Verbeterde omschakelingsregeling met een budget van minimaal 50 miljoen gulden in het jaar 2000 en 2001, die voorziet in compensatie van lager inkomen tijdens omschakeling.
2. Uitwerken van fiscale maatregelen die biologische (arbeidsintensieve en duurzame) consumptie substantieel goedkoper en milieubelastende duurder maken.
3. Bevorderen van kennisontwikkeling door 10% van het LNV-onderzoeksgeld specifiek voor biologische landbouw in te zetten.
4. Bevorderen van kennisoverdracht door 10% van de LNV-gelden voor onderwijs en voorlichting specifiek voor biologische landbouw in te zetten.
5. Bevorderen van de binnenlandse afzet door verbetering van kwaliteit en verkorting van afzetkanalen.
6. Bevorderen van promotie en voorlichting over biologische producten
7. Integrale aandacht voor biologische landbouw bij alle betrokken directies van LNV, VROM, Financiën en EZ, met coördinatie door een LNV-loket voor biologische landbouw.

Brinkhorst
Minister Brinkhorst wil dat in 2005 vijf procent van het landbouwareaal biologisch is, en in 2010 tien procent. Op dit moment is dat één procent. Hiermee lijkt de minister gehoor te geven aan het Rappel van Biologica.

Aanvragen
In het Rappèl zijn deze instrumenten nader toegelicht. De volledige tekst van het Rappèl kunt u als map of digitaal aanvragen op het secretariaat van Biologica: 030-2339970.

Links:
www.platformbiologica.nl
www.njmo.nl

Bron: Biologica / Spits (13-9-2000) / Nederlands Dagblad (9-9-2000)