Politici gaan niet over godsdienst (RD)

donderdag 10 april 2008 22:54

Na alle commotie over de film ”Fitna” wil Rogier Havelaar stilstaan bij enkele belangrijke vragen. De commotie rond de film legt een opvallende ontwikkeling bloot, die in drie punten te omschrijven is.

Ten eerste is ”gematigdheid” tegenwoordig de manier waarop politici meten of gelovigen wel goede gelovigen zijn. Je bent gematigd wanneer je de Koran, de Bijbel of welk geschrift dan ook „niet letterlijk neemt.” Wilders noemt het christendom gematigd, omdat christenen de scherpe kantjes van de Bijbel er een beetje af hebben gehaald door het Nieuwe Testament te schrijven na het Oude. Pechtold wil wel helpen met de „verlichting van de islam.” Dat het gedachtegoed van de verlichting zich moeilijk verdraagt met het christendom en de islam laat hij maar even achterwege.

Het vreemde is dat politici steeds minder gematigd worden (de flanken op links en rechts groeien in de peilingen, politici doen steeds scherpere uitspraken om zich maar te kunnen profileren), terwijl dezelfde politici juist van burgers een gematigde houding verwachten ten opzichte van hun geloof.

Ik zal voor mezelf spreken: ik ben niet gematigd. Ik wil mijn geloof in alle onderdelen van mijn bestaan de hoofdrol laten spelen. Ik ben een radicaal: ik geloof dat de Bijbel, het Woord van God, 100 procent waar is. Vervolgens lees ik de Bijbel contextueel: ik stel mijzelf de vraag in welke context een Bijbelgedeelte is geschreven en wat dat dan zegt voor het leven van vandaag. Dat is iets anders dan „de Bijbel gelukkig niet letterlijk nemen.”

Tot slot ben ik ook nog eens extremist: ik probeer de boodschap van de Bijbel toe te passen in mijn leven. Dat betekent dat ik regelmatig een Straatnieuws koop om zo iets voor de armen te doen, dat ik maagd wil blijven tot mijn huwelijk en dat ik mij niet schaam om te vertellen wat ik geloof. En geen politicus die me dat kan ontnemen. Hoe graag ze ook zouden willen.

Het tweede punt betreft de scheiding tussen kerk en staat. Politici hebben steeds meer de neiging om aan mij als gelovige te vertellen wanneer ik een goede gelovige ben, of wanneer mijn godsdienst goed is. Het is niet aan heren en dames politici om daar iets van te vinden! De scheiding tussen kerk en staat werkt twee kanten op: we hebben afgesproken dat kerkelijke instellingen niet gaan over ons landsbestuur, en dat het landsbestuur niet gaat over wat er in de kerk gebeurt, tot het moment dat er zaken gebeuren die in strijd zijn met de wet. Laten we die afspraak alsjeblieft houden.

Verder is het bedrijven van politiek vanuit een christelijke overtuiging net zo valide als het bedrijven van politiek vanuit een liberale of socialistische overtuiging.

Misbruik
Het derde punt is een combinatie van de eerste twee. Wilders heeft het debat gekraakt door cultuur te verwarren met godsdienst. Negatieve gewoonten als eerwraak en vrouwenbesnijdenis zijn geografisch en niet religieus van aard: zo komt vrouwenbesnijdenis alleen voor onder moslims uit Somalië en Sudan, terwijl eerwraak weer typisch iets is van Turkse moslims.

Kortom, we moeten het probleem terugbrengen naar de plek waar het hoort: de cultuur. Het probleem is niet de islam an sich, maar verschillende culturele groepen die de islam gebruiken om hun gedrag te rechtvaardigen. Na deze constateringen kan het integratiedebat veel pragmatischer benaderd worden, door bijvoorbeeld de vraag te stellen hoe we de Marokkaanse gemeenschap kunnen betrekken in het oplossen van de criminaliteit onder haar jongeren.

Tot slot: wat Wilders doet is net zo erg als wat radicale groepen doen: namelijk de islam misbruiken voor eigen politiek gewin. Volgens mij moet je kwaad niet met kwaad bestrijden, maar met het goede.

Rogier Havelaar is voorzitter van PerspectieF, ChristenUnie-jongeren.

Bron: Reformatorisch Dagblad

Labels
In de media

« Terug

Reacties op 'Politici gaan niet over godsdienst (RD)'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2008 > april