Bijdrage Joël Voordewind aan het algemeen overleg Multilaterale organisaties

woensdag 01 juli 2015 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind als lid van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan een algemeen overleg met minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Onderwerp:   Multilaterale organisaties

Kamerstuk:    32 803          

Datum:           1 juli 2015

De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het is goed dat we dit debat hebben, want het ligt in het verlengde van een onderwerp waarover we al eerder hebben gesproken, namelijk de kanaalkeuze. Vandaag spreken we over de multi's. We hebben 31 score cards van de minister gehad met een ranking daarbij. In de conclusie van de minister zien we dat er drie onder de maat scoren. De minister zegt dat we de bijdrage aan UNIDO zouden moeten stoppen. De Tweede Kamer heeft dat eerder gepoogd, maar dat is in de Eerste Kamer gestrand. Het is te hopen dat het nu beter gaat. Als ik alles bij elkaar optel en van elkaar aftrek, zou dat consequenties hebben voor de bijdrage aan drie organisaties. Die aan UNIDO zouden we helemaal stoppen. Dan houden we nog 28 multi's over. Dat komt mij nog steeds nogal "Pronkiaans" over. Dit betekent dat wij nog steeds heel veel multilaterale kanalen en organisaties steunen.

De minister zegt dat zij de bijdrage aan 22 organisaties zou willen intensiveren. Dan houden we nog steeds zes organisaties over, maar het lijkt wel alsof de minister ze allemaal even belangrijk vindt. Zij geeft er ook een ranking aan wat betreft hun relevantie. Maar bij elke organisatie in die ranking zien we weer kruisjes staan. Het is lastig voor de minister om daar een keuze in te maken. Daarmee verspreiden we onze fondsen nog steeds over die 28 multilaterale organisaties. Moeten we geen scherpere shifting maken, specifiek ook op de vier speerpunten die de minister heeft gekozen: rechtsstaat, voedselzekerheid, seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) en gender? Laten we dan bekijken waarop de organisaties het best scoren en vervolgens een trechter maken voor de multilaterale kanalen, zoals de minister ook heeft gedaan met het particuliere kanaal. Op die manier zouden we een betere intensivering kunnen maken. Neem de United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR). Daarvan wordt gezegd dat we erop moeten intensiveren, maar ik zie dat het basisbedrag hetzelfde blijft. Wat houdt de intensivering voor die organisatie dan in? Ik moedig de minister aan om scherper te kijken naar de 28 overgebleven organisaties. Als dat lastig ligt met betrekking tot de basisfinanciering, zouden we naar een vrijwillige bijdrage kunnen kijken.

De heer Taverne (VVD): Less is more. Ik kan het pleidooi van de heer Voordewind om het aantal multilaterale organisaties te verminderen, slechts steunen, al was het maar uit het oogpunt van efficiency. Achter die multilaterale organisaties gaat natuurlijk een veelheid van andere organisaties schuil via welke dat geld iedere keer wordt weggezet. Een aantal van mijn vragen gingen daarover. Vind ik de heer Voordewind aan mijn zijde als ik ervoor pleit om te snoeien in het aantal organisaties via welke ook door multilaterale organisaties geld wordt weggezet?

De heer Voordewind (ChristenUnie): Sterker nog, ik vind dat je heel goed moet afwegen of je de gelden die uiteindelijk bij de particuliere organisaties terechtkomen moet doorsluizen via de multi's. Je zet daarmee een kanaal ertussen. Natuurlijk is het goed om te coördineren. Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA) doet dat bijvoorbeeld bij noodhulp. Maar waarom zouden we heel veel geld via de VN-kanalen doorsluizen, zoals ik dat zelf in Irak heb gezien, waarna dat doorgesluisd moet worden naar particuliere kanalen? Daar zitten allemaal overheadkosten tussen en die zijn niet gering bij de VN. Wat dat betreft zou ik uw suggesties meteen willen doorgeven aan de minister: kijk waar je particulier nog veel directer kunt financieren zonder dat je die VN-kanalen ertussen plaatst.

De heer Taverne (VVD): Om misverstanden te voorkomen, onder private kanalen verstaat de heer Voordewind neem ik aan ook maatschappelijke organisaties, ngo's en dergelijke -- die waaier aan organisaties -- via welke ook geld via multilaterale organisaties wordt uitgegeven. Als dat zo is, dan is er sprake van een unicumpje omdat we het eens zijn.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ja, maar we hebben wel verschillende intenties. Uw intentie is om daar een flinke streep door te halen terwijl mijn intentie is om het VN-kanaal te beperken en te bekijken of je niet rechtstreeks de particulieren kunt financieren. Ik ben het met u eens dat dit de transparantie verbetert, aangezien VN-organisaties in hun jaarverslagen rapporteren terwijl de particulieren bij rechtstreekse financiering zich tot op de euro moeten verantwoorden. Je verbetert de transparantie als het rechtstreeks via de particulieren gaat.

De heer Van Laar (PvdA): Misschien begrijp ik het betoog van de heer Voordewind niet goed -- laat ik het positief formuleren -- maar hij doet het voorkomen dat de VN alleen voor overhead zorgt. Dat lijkt mij toch niet het beeld. Kijk naar UNICEF, The Global Fund en GAVI. Die organisaties boeken niet alleen enorme resultaten, maar kunnen die ook alleen maar boeken juist omdat ze VN-organisaties zijn. Die organisaties hebben bewezen effectief te werken. We hebben tijdens werkbezoeken verschillende projecten bezocht. Die doen echt niet onder voor maatschappelijke organisaties. Ook niet alle maatschappelijke organisaties zijn goed. Misschien kan de heer Voordewind het beeld wat nuanceren voor mij opdat ik het wat beter begrijp.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Ik probeerde juist aan te sluiten bij het grote optimisme van de heer Van Laar, die zegt dat de particulieren toch ook rijkelijk worden bedeeld via de multi's. Dat is ook zo, maar mijn opvatting is dat je dan ook direct de particulieren zou kunnen funden. Er zijn natuurlijk heel goede organisaties bij, zoals UNICEF, die zelf uitvoerend bezig zijn. Ik heb ook niet gezegd dat je dat bij alle VN-organisaties weg zou moeten snijden. VN-organisaties die zelf heel effectief in de uitvoering bezig zijn, moet je vooral behouden. Maar er zijn er ook bij die alleen een doorsluizend of een coördinerend orgaan zijn. Bijvoorbeeld het World Food Programme (WFP) sluist weer gelden door en doet voor een deel ook directe implementatie. Mijn pleidooi is om te bekijken in hoeverre organisaties een puur coördinerende functie hebben of een doorgeefluik zijn voor de particulieren. Daar zou je een laag kunnen wegsnijden.

De heer Van Laar (PvdA): We hebben voor de Nederlandse overheid ook niets dan waardering, maar ook zij kan niet alles. Zij kan ook niet in elke crisissituatie precies zien welke lokale noodhulporganisaties uitgerust zijn om wat te doen of welke kinderorganisaties het effectiefst zijn in landen waarin we niet eens een ambassade hebben. Op die manier heb je altijd VN-organisaties nodig, juist om de mondiale agenda vorm te geven. Die samenwerking zal er altijd moeten blijven. Ik hoop dat de heer Voordewind daar ook oog voor houdt.

De heer Voordewind (ChristenUnie): Coördinatie is natuurlijk altijd goed. De VN heeft daarin nog wel een verbeterslag te maken, ook bijvoorbeeld een organisatie als OCHA. Er is een alliantie van twaalf noodhulporganisaties. De minister is daar heel enthousiast over omdat die juist in staat is om bij crises gezamenlijk bij elkaar te zitten, prioriteiten te stellen en fondsen te verdelen. Daar hebben we een hele slag geslagen op het gebied van effectiviteit. Ook Engeland heeft een soortgelijk systeem. De financiën worden goed verantwoord. Je weet daardoor precies waar elke euro naartoe gaat. Daarbij zou je de vraag kunnen stellen of dat niet een beter, effectiever en transparanter kanaal is dan wanneer we ons geld in de grote potten stoppen van de VN-noodhulporganisaties, waarvan we alleen een jaarverslag terugzien of eens in de vier jaar een score card.

Mevrouw Mulder en ik hebben dit overleg aangevraagd om ook de balans op te maken met betrekking tot het particuliere kanaal. De minister heeft gezegd dat het echt goed komt en dat er bij het particuliere kanaal 150 miljoen wordt bijgeplust. Is zij ook van plan om de vrijvallende gelden bij de multi's te gebruiken voor het particuliere kanaal? We hebben daar verschillende moties voor aangehouden, onder meer voor de 50 miljoen aan vrijvallende middelen. Nu is het moment om de balans met de minister op te maken. Ik hoor graag haar reactie op de twee moties van collega Mulder en mij.

Hiermee heb ik niet mijn tekst doorgenomen, maar heb ik volgens mij wel alle belangrijke punten gehad, met excuses aan de medewerkers, die altijd heel hard werken.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Buitenlands beleid
Joël Voordewind
Ontwikkelingssamenwerking

« Terug

Archief > 2015 > juli