Bijdrage Esmé Wiegman plenair bezuinigingsvoorstellen zorgsector

donderdag 01 juli 2010 10:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Ik dien twee moties in. Het nut en de noodzaak van de ene kan wellicht vervallen bij de aanname van de andere, maar dat zullen wij zien.

 

*M

 

De Kamer,

 

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering in de gedachtewisseling met de Tweede Kamer over de aanpassing van het GVS een balans wil vinden bij een maximum aan bijbetalingen van €200 per verzekerde per jaar;

overwegende dat sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet chronisch zieken en mensen met een handicap steeds vaker geconfronteerd worden met eigen betalingen;

overwegende dat deze problematiek ook in de huidige voorstellen manifest aanwezig is;

overwegende dat chronisch zieken en mensen met een handicap hun gedrag niet kunnen beïnvloeden wanneer zij aangewezen zijn op noodzakelijke zorg;

overwegende dat CVZ bij de ontwikkeling van de pakketcriteria (waaronder het criterium noodzakelijk) gewezen heeft op de noodzaak van maximeringen van eigen betalingen dan wel eigen bijdragen of besparingsbijdragen;

verzoekt de regering, een maximum te stellen aan het totaal aan eigen bijdragen, bijbetalingen, besparingsbijdragen te heffen per persoon dan wel het huishoudniveau en per jaar, wanneer mensen aanspraak maken op de Zorgverzekeringwet en deze op te nemen in het besluit dan wel de regeling Zorgverzekeringswet,

en gaat over tot de orde van de dag.

 

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

            Zij krijgt nr. 152 (32123-XVI).

**

 

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Bij mijn tweede motie zeg ik nadrukkelijk dat het geen motie is over geld, maar over organisatie.

 

*M

 

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering voornemens is de eenvoudige mobiliteitshulpmiddelen zowel uit de Zvw als de AWBZ te laten uitstromen;

constaterende dat gemeenten op grond van de Wmo een compensatieplicht hebben voor het zich verplaatsen in en om de woning;

overwegende dat de preventieve betekenis van eenvoudige loophulpmiddelen in het kader van valproblematiek onomstreden is;

overwegende dat voor kinderen die, gelet op hun groei, regelmatig nieuwe hulpmiddelen nodig hebben, het spaarmotief niet kan opgaan;

overwegende dat voor alle lagere-inkomensgroepen de maatregel een extra cumulerend effect heeft;

overwegende dat met het voorstel de Zvw- en de AWBZ-loophulpmiddelen als voorliggende wettelijke voorzieningen verdwijnen;

overwegende dat het CVZ vorig jaar in het kader van het advies Heroriëntatie hulpmiddelenzorg heeft voorgesteld, de eenvoudige loophulpmiddelen over te hevelen naar de Wmo;

overwegende dat gemeenten in het kader van de Wmo er steeds beter in slagen om oplossingen te realiseren die afgestemd zijn op persoon, leeftijd en omstandigheden, en daarbij ook de financiële mogelijkheden van burgers meewegen bij het oplossen van mobiliteitsproblemen;

verzoekt de regering, gemeenten in staat te stellen om hun compensatieplicht na te komen voor burgers, en met name voor kinderen, die vanwege een beperking niet in staat zijn om zich zelfstandig in en om de woning te verplaatsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

 

De voorzitter: Deze motie is voorgesteld door het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

            Zij krijgt nr. 153 (32123-XVI).

Ik bied u nogmaals mijn excuses aan, mevrouw Wiegman.

 

Labels
Bijdragen
Esmé Wiegman

« Terug