Antwoord op schriftelijke vragen subsidieregeling duurzame energie

donderdag 22 mei 2008 14:45

 

Vragen van de leden Ortega-Martijn en Wiegman-Van Meppelen Scheppink (beiden ChristenUnie) aan de ministers van Economische Zaken en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over  subsidieregelingen voor duurzame energie (Energie Onderzoek Subsidie-demo regeling).

(Ingezonden 9 april 2008)

1

Deelt u de mening dat professionele uitvoering van gesubsidieerde projecten voor een kansrijke uitvoering essentieel is en dat projectmanagementkosten, kosten van overhead en kosten voor onvoorzien hiervoor een wezenlijk onderdeel van een projectbegroting zijn?

2

Klopt het dat artikel 37 van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu (2001/C 37/03) alleen maar spreekt over extra investeringen en daarbij de kosten van overhead en onvoorzien, gerelateerd aan de extra investeringen, niet uitsluit. Zo neen, waarom niet?

3

Zijn deze projectmanagementkosten in artikel 4 lid 1 en 2 van Besluit EOS: demo en transitie-experimenten1 impliciet in de projectkosten opgesloten? Zo ja, ziet u reden dit artikel aan te passen, zodat er bij SenterNovem en aanvragers

helderheid op dit punt bestaat en kosten die door aanvragers expliciet  zichtbaar worden gemaakt niet onterecht worden uitgesloten van subsidie?

4

Is artikel 4 lid 1b uit het Besluit subsidies energieprogramma's, dat aan loonkosten die aan het project zijn toe te  rekenen een toeslag van 40% voor algemene kosten (overhead) mag worden gerekend, vanwege gelijkheid van  behandeling ook op het EOS Demo regeling van toepassing? Bent u bereid de regeling op dit punt aan te passen?

5

Zijn er door het uitsluiten van bovengenoemde projectmanagementkosten in de EOS-Demo regeling tekorten op

ingediende projectbegrotingen ontstaan waardoor de uitvoering van innovatieve en energiebesparende

projecten gevaar loopt? Zo ja, bent u bereid deze begrotingen opnieuw te laten beoordelen?

6

Hoeveel bezwaarprocedures bij SenterNovem zijn in de afgelopen 5 jaar gegrond, gedeeltelijk gegrond en ongegrond verklaard? Hoeveel bezwaarprocedures hebben geleid tot een beroep en wat zijn daarvan de resultaten?

1 www.senternovem.nl/eos

 

Antwoord

Antwoord van minister Van der Hoeven (Economische Zaken). (Ontvangen 22 mei 2008), zie ook Aanhangsel Handelingen nr. 2239, vergaderjaar 2007-2008

1

Professionele uitvoering van gesubsidieerde projecten is een essentiële voorwaarde om voor subsidie in aanmerking te komen (zie artikel 11, tweede lid, sub b van het Besluit EOS: demo en transitie-experimenten). Afhankelijk van de keuze van uitvoering van het project kunnen kosten als projectmanagement, overhead en onvoorzien een belangrijk deel uitmaken van de kosten die de uitvoerende partijen moeten maken. Op grond van het Besluit EOS: demo en transitie-experimenten maken kosten van overhead en kosten onvoorzien echter geen deel uit van de subsidiabele projectkosten (artikel 4 lid 1 van het Besluit EOS: demo en transitie-experimenten). In mijn antwoord bij vraag 2 ga ik nader in op

de vraag waarom sommige kosten niet worden gesubsidieerd.

2

Nee, de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu (2001/C37/03) (verder: communautaire kaderregeling) spreekt van de extra investeringskosten en sluit daarbij de kosten van overhead en kosten onvoorzien uit doordat deze kosten niet in de limitatieve opsomming genoemd worden. In punt 36 van de

Communautaire kaderregeling wordt de reikwijdte van de voor steun in aanmerking komende kosten van de

milieu-investeringen beperkt tot investeringen in gebouwen, installaties en uitrustingen, welke erop gericht zijn vervuiling of hinder te beperken of te beëindigen of de productiemethoden aan te passen met het oog op de bescherming van

het milieu. Dit is een limitatieve opsomming.

De Europese Commissie heeft in haar goedkeuring van het Besluit EOS: demo en transitie-experimenten, aangegeven dat de reikwijdte van de in aanmerking komende kosten beperkt is.

Ter toelichting: Artikel 87, eerste lid, van het EG-verdrag verbiedt in principe alle staatssteun aan ondernemingen. In het tweede en derde lid van dit artikel zijn de uitzonderingen op dit principe geformuleerd. De Communautaire kaderregeling is een kaderregeling die door de Europese Commissie is uitgevaardigd onder artikel 87, derde lid, onder c, van het EG-verdrag en geeft aldus het kader waarbinnen staatssteun voor het milieu aan ondernemingen mogelijk is. Het principeverbod op staatssteun brengt met zich mee dat uitsluitend die kosten voor steun in aanmerking komen die als zodanig in de kaderregeling worden benoemd. De kosten van overhead en kosten onvoorzien worden niet in de kaderregeling als voor steun in aanmerking komende kosten benoemd. De betreffende kosten zijn daarom ook niet in het Besluit EOS: demo en transitie-experimenten als subsidiabele kosten opgenomen. Dit betekent dat subsidie voor deze kostensoorten niet mogelijk is. Ook kosten die op grond van de woorden «in elk geval» in artikel 4, tweede lid

van het Besluit EOS: demo en transitie-experimenten worden meegenomen moeten passen binnen de kosten die in punt 36 van de Communautaire kaderregeling genoemd zijn.

3

Nee, de projectmanagementkosten zijn niet impliciet opgesloten in de projectkosten. De subsidiabele projectkosten zijn met in achtneming van de Communautaire kaderregeling vastgesteld in artikel 4 van het Besluit EOS: demo en

transitie-experimenten. Bij de staatsteunmelding van dit besluit aan de Europese Commissie is aangegeven welke extra kosten ook in aanmerking komen (die passen binnen punt 36 van de Communautaire kaderregeling).

Dit betreft de kosten die worden genoemd in artikel 4, tweede lid 2, sub e, van het Besluit EOS: demo en transitie-experimenten: «kosten van onderhoud en inspectie, administratie en beheer, ontmanteling, onvoorziene reparaties, verplichte milieumonitoring en verzekeringen» en alleen voor zover deze additioneel zijn ten opzichte van de referentie-investering.

4

Nee. De Uitvoeringsregeling EOS: demo is gebaseerd op het Besluit EOS: demo en transitie-experimenten en niet op het Besluit subsidies energieprogramma's. Het Besluit subsidies energieprogramma's is daarom niet van toepassing op de projecten die worden gesubsidieerd op grond van de het Besluit EOS: demo en transitie-experimenten en de Uitvoeringsregeling EOS: demo.

Ik ben niet bereid de Uitvoeringsregeling EOS: demo aan te passen. Het Besluit  subsidies energieprogramma's is op 1 april 1994 in werking getreden, ruim voor de inwerkingtreding van de Communautaire kaderregeling. Het steunkader waaraan het Besluit subsidies energieprogramma's moet voldoen is daarom niet de Communautaire kaderregeling, maar de Communautaire kaderregeling voor Onderzoek en Ontwikkeling.

Deze kaderregeling kent een geheel andere definitie van subsidiabele kosten dan de Communautaire kaderregeling; het Besluit subsidies energieprogramma's kent om die reden ook een andere definitie van subsidiabele kosten dan het

Besluit EOS: demo en transitie-experimenten. Ook is er een verschil tussen de soort projecten: binnen het Besluit subsidies energieprogramma's ligt de nadruk op onderzoek en ontwikkeling, binnen het Besluit EOS: demo en

transitie-experimenten ligt de nadruk op marktintroductie. Als ik de Uitvoeringsregeling EOS: demo (of het Besluit EOS: demo en transitie-experimenten) op dit punt zou willen aanpassen, zou ik de Europese Commissie om goedkeuring van deze wijziging moeten vragen. De Europese Commissie zal die goedkeuring niet verlenen omdat een toeslag van 40%

voor algemene kosten op de loonkosten niet in de limitatieve lijst van subsidiabele kosten van de Communautaire kaderregeling is opgenomen.

5

In de afgelopen  drie jaar heb ik voor  95 projecten subsidie verleend in het kader van de Uitvoeringsregeling EOS: demo. Geen van deze projecten is niet doorgegaan of stopgezet omdat projectmanagementkosten niet subsidiabel zijn.

6

Ervan uitgaande dat uw vraag zich richt op de Uitvoeringsregeling EOS: demo, merk ik op dat het pas sinds 2005 mogelijk is subsidie aan te vragen. De eerste bezwaarschriften zijn ook in 2005 ingediend. Er zijn in de eerste tot en met de achtste tender van de Uitvoeringsregeling EOS: demo in totaal 245 subsidieaanvragen ingediend. Aan 95 aanvragers is subsidie verleend.

 

Labels
Cynthia Ortega
Esmé Wiegman
Vragen

« Terug

Reacties op 'Antwoord op schriftelijke vragen subsidieregeling duurzame energie'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2008 > mei