Bijdrage Joël Voordewind aan het debat over de uitkomsten van de Europese Top van 28 en 29 juni 2016

voordewind-banner-2-944x390dinsdag 05 juli 2016 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een plenair debat met minister-president Rutte

Onderwerp:   Debat over de uitkomsten van de Europese Top van 28 en 29 juni 2016

Kamerstuk:    21 501 – 20  

Datum:             5 juli 2016

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Voorzitter. Afgelopen week waren wij getuige van een bizar schouwspel in Westminster. De grootste voorstanders van de brexit, Boris Johnson en Nigel Farage, leken verrast te zijn door de uitkomst van het brexitreferendum en wisten van armoede niet hoe ze nu verder moesten met dit referendum. Ze zijn inmiddels allebei van het toneel verdwenen en laten hun land eigenlijk verweesd achter. De ChristenUnie vindt het zeer teleurstellend dat het Verenigd Koninkrijk uiteindelijk uit de Europese Unie zal stappen. Het Verenigd Koninkrijk is altijd een trouwe bondgenoot geweest van Nederland en wat ons betreft doet het kabinet niet mee met de landen die pleiten voor een snelle artikel 50-procedure. Wij hebben liever een EU mét het Verenigd Koninkrijk dan een EU waar wij het Verenigd Koninkrijk zo snel mogelijk uit werken. Wij moeten nu de rust bewaren en het Verenigd Koninkrijk de kans geven om orde op zaken te stellen. Een zorgvuldige procedure is uiteindelijk in het belang van alle partijen. Uit de opstelling die de minister-president volgens het verslag heeft aangenomen, blijkt ook dat hij het daarmee eens is.

Het is stuitend hoe Commissievoorzitter Juncker in tegenstelling tot deze minister-president de afgelopen dagen elke keer weer meer olie op het vuur heeft gegooid. Dat zal alleen maar leiden tot een vechtscheiding. Het is nu aan de Europese Raad onder leiding van voorzitter Tusk om intergouvernementele onderhandelingen te begeleiden. In artikel 50 is geen rol weggelegd voor de Commissie. De Commissie moet zich afzijdig houden. Deelt de minister-president de mening dat het nu echt aan de Europese Raad is om dit proces te begeleiden?

De onvrede die de Britten massaal hebben geuit, leeft veel breder in Europa. Europa heeft ons vrede en welvaart gebracht, maar dat gevoel wordt op dit moment niet door iedereen gedeeld. Een grote groep, ook in Nederland, ondervindt vooral de nadelen van Europese samenwerking of voelt zich gewoon niet betrokken, voelt dat er over hen heen geregeerd wordt. Ik noem onder andere de truckers en de mensen in de bouw die hun banen verliezen doordat mensen uit Oost-Europa het goedkoper kunnen. Wij kunnen nu niet teruggaan naar business as usual. Een zogenaamd reflectieproces en hervormingen in lijn met de strategische agenda, zoals wij die terugzien in het verslag, zullen geen recht doen aan de zorgen van de burgers en het gebrek aan draagvlak voor Europese samenwerking. Sterker nog, dergelijke nogal technocratisch voorkomende oplossingen zullen mensen alleen maar verder van Europa vervreemden en hen in de armen drijven van eurosceptische partijen die niks liever willen dan nog meer referenda.

De plannen van mevrouw Mogherini voor een Europees leger laten eens te meer zien dat Europa verstrikt is geraakt in de aloude federalistische reflex. Juist met de brexit in het achterhoofd dient Europa zich te bezinnen op zijn kerntaken. Dit Europese leger is een nieuwe stap in de verkeerde richting van een zogeheten "ever closer union". Mijn fractie had dan ook een stevig geluid van de minister-president verwacht over die nieuwe plannen van mevrouw Mogherini. Ik vraag de minister-president alsnog om een reactie op die nieuwe plannen.

De minister-president noemde vorige week groei, banen en veiligheid in één adem met geborgenheid. Dat verraste mijn fractie, want dat is niet het eerste, maar zeker ook niet het laatste woord waar wij aan denken als het over de Europese Unie gaat. Mensen voelen zich niet zozeer geborgen, maar in deze omstandigheden eerder ontheemd. In het verslag van de Raad lijkt het kabinet vooral in te zetten op een promotiecampagne voor Europa en Europese samenwerking. Het klinkt alsof we nog eens beter moeten gaan uitleggen waar Europa toe dient, maar hoe denkt het kabinet daarmee de zorgen van de burgers weg te nemen? Moeten wij ons niet veel meer bezinnen op de fundamentele kerntaken van Europa? De ChristenUnie kiest dan ook nadrukkelijk voor het versterken van de samenwerking tussen de lidstaten. Door alle supranationale plannetjes is dit de afgelopen jaren steeds verwaarloosd. Wij willen geen reflex naar meer integratie en machtsoverdracht, maar bezinning op de huidige verdeling van de bevoegdheden tussen lidstaten en de Commissie. Wij moeten naar een Europa dat grensoverschrijdende problemen aanpakt, maar niet telkens de grenzen van zijn eigen macht opzoekt.

De heer Verhoeven (D66):
De heer Voordewind heeft het de hele tijd over de kerntaken van Europa. Wat zijn volgens de ChristenUnie de kerntaken van Europa? Ik hoor hem alleen maar praten over "intergouvernementeel", "tussen landen" en "terug naar de kern", maar ik hoor geen enkel concreet, inhoudelijk voorbeeld van een kerntaak van de Europese Unie.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Dat zijn natuurlijk de grensoverschrijdende problemen. Europa moet zich daartoe beperken. Het gaat dus niet over hoe lang een ladder van de glazenwasser moet zijn in Nederland of andere microzaken die op lidstaatniveau prima geregeld kunnen worden. Een Europees leger? Op het moment dat er ingegrepen moet worden, moeten we daar een leger hebben staan voor een quick reaction force, maar daar hebben we al systemen voor. Samenwerking tussen de lidstaten is prima, maar we moeten juist niet de kant op van een Europees staand leger.

De heer Verhoeven (D66):
Dit gebeurt altijd op het moment dat eurosceptische partijen negatief beginnen te praten over de Europese Unie. Dan zeggen ze allerlei dingen die allemaal niet moeten. Dan gaat het ineens over de lengte van de ladders van de glazenwassers, over het schoolfruit en over energielabels. Dat is allemaal prachtig. De heer Voordewind zegt: geen Europees leger, dit niet, dat niet, alles niet. Ik stel de heer Voordewind een heel simpele vraag: wat dan wel? Ik bedoel niet samenwerking tussen lidstaten, maar een concreet inhoudelijk onderwerp waarvoor de Europese Unie, de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad met elkaar verantwoordelijk moeten zijn. Eén voorbeeld van de ChristenUnie!

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Er zijn heel goede voorbeelden: de interne markt, het harmoniseren van producten zodat we producten makkelijker kunnen afzetten bij elkaar en de goederen makkelijker vervoerd kunnen worden, het uitwisselen van personeel, van mensen in Europa. Maar het is een eigen leven gaan leiden, een moloch geworden met steeds meer macht. De Europese Commissie lanceert plan na plan. Geluiden zoals bij de brexit zijn er niet alleen maar in Engeland; die zijn er ook in Nederland. Er zijn hier ook partijen die een referendum willen over de vraag of we nog wel in de Europese Unie moeten blijven. Ik hoop dat de D66-fractie, die altijd voor die snelle trein richting federalisme is, dit punt nu aangrijpt om tot een fundamentele reflectie te komen op de kerntaken van Europa.

De heer Grashoff (GroenLinks):
Het begrip "kerntaken" wordt vaak gebruikt voor het Europa van markt en munt, van de interne markt. De heer Voordewind noemde net als voorbeeld dat het gaat om de interne markt. Is de ChristenUnie inderdaad voor een Europa van markt en munt? Of is de ChristenUnie voor een solidair Europa waarin wij staan voor een aantal waarden in deze samenleving?

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Waarden zijn mooi, maar een land krijgt een hart door een ziel, door iets wat ons samenbindt. Dat moet je niet optuigen tot een Europees niveau, want mensen voelen zich niet Europeaan. Dat blijkt keer op keer, bij elk referendum en ook nu. Met een gemaakt gevoel "wij zijn Europeanen" vervreemden we ons alleen maar verder van Europa. Als het gaat om waarden, moet je vooral kijken naar de lidstaten. Als het gaat om gedeelde belangen, ja, dan heb je zaken te doen in Europa. Dat geldt voor verschillende onderwerpen. Een ander voorbeeld waarin we elkaar kunnen vinden, zijn milieu-overstijgende problemen. We hebben het hier ook gehad over asielbeleid: hoe moeten we nu gezamenlijk de asielinstroom goed controleren? Ik zeg niet "stoppen", maar wel "goed controleren". Dat doe je aan de buitengrenzen. Daar heb je elkaar voor nodig. Maar nogmaals, daar heb je geen harmonisatie van alle justitiële onderwerpen of asielbeleid voor nodig. Dan blaas je Europa weer op tot een groot monster.

De heer Grashoff (GroenLinks):
Allemaal vage praat! Gaat het nu gewoon om internationaal werken aan belastingontwijking? Is dat er één? Werken tegen klimaatverandering? Werken aan een goede standaard opdat niet de ene werknemer de andere van zijn plek verdringt, maar er wel vrij verkeer van personen en goederen is? Gaat het er nu om dat we ook aan de sociale kant van Europa nog wat kunnen doen? Gaat het daarom? Gaat het om die waarden? Daarin zou ik de ChristenUnie kunnen herkennen. Het gaat in Europa bij uitstek om die dingen en niet om de rubbertegeltjes van een kinderspeelplaatsje.

De voorzitter:
Korte reactie, mijnheer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ik zou aan GroenLinks willen vragen wat ik net al aan D66 heb gevraagd, namelijk om zelfreflectie waar het gaat om dit onderwerp. Wat heeft de brexit GroenLinks nu gebracht? Heeft zij nu ook een gevoel van: moeten we niet terug naar de kerntaken waar Brussel in eerste instantie voor bedoeld was? Ja, dat was een interne markt. Ja, dat was pacificeren na de Tweede Wereldoorlog. Maar nee, het moest niet leiden tot een enorme superstaat waar we enorm veel voor moeten betalen — we zijn er nu nettobetaler van geworden — en waar de gewone burger volledig het zicht op kwijt is geraakt. Ik denk dat we bij dat gevoel vanavond als Kamer heel goed stil moeten staan.

Mevrouw Maij (PvdA):
Ik wil even stilstaan bij de kerntaak interne markt. Volgens mij is de interne markt een middel en geen doel. De heer Voordewind formuleert die als een soort doel, als een kerntaak. Volgens mij is de kerntaak dat we welvaart, welzijn en vrede hebben en dat mensen werk hebben in die interne markt. Volgens mij is het de bedoeling dat we economische groei genereren en er daarmee voor zorgen dat mensen op die interne markt aan de slag kunnen en die welvaart krijgen. Hoe staat de heer Voordewind tegenover de Detacheringsrichtlijn? We zien dat daar heel veel misbruik van wordt gemaakt. Als PvdA willen we heel graag dat die grondig wordt herzien, zodat het doel van de interne markt, namelijk banen en welvaart creëren voor mensen, beter wordt geborgd.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Ook hier verbaas ik me een beetje over de verdere harmonisatie die zou moeten plaatsvinden. Natuurlijk moet je kijken of je arbeidsvoorwaarden kunt harmoniseren. Ik zou echter ook de Partij van de Arbeid willen vragen om tot die reflectie te komen. Wat brengt de brexituitslag nu voor de Partij van de Arbeid waar gaat om het steeds maar weer optuigen van de taken van de Europa? Ik hoop echt dat we daarover vanavond tot bezinning komen.

Mevrouw Maij (PvdA):
Ik heb helemaal niets gezegd over harmoniseren in de interne markt. Ik heb juist gezegd dat die Detacheringsrichtlijn op dit moment de mogelijkheden biedt waar de heer Voordewind het zelf over had, zoals ten aanzien van truckers en mensen die in de bouw werken. Er wordt geconcurreerd door mensen van buiten Nederland die onder hun cao-voorwaarden kunnen werken. Dat is die Detacheringsrichtlijn. Die zouden wij heel graag anders willen zien. De PvdA zou er op die manier voor willen zorgen dat het vrije verkeer van werknemers ertoe leidt dat mensen op dezelfde plek een gelijk loon voor hetzelfde werk krijgen. Dat is wat nu niet gebeurt met die Detacheringsrichtlijn. Mijn vraag aan de heer Voordewind is of hij met ons meegaat als wij voorstellen om die Detacheringsrichtlijn grondig te herzien.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
Als de PvdA met een voorstel daartoe komt, zullen wij dat natuurlijk in de fractie bespreken. Natuurlijk moet je tot harmonisatie komen waar het gaat om arbeidsvoorwaarden. Ik heb het voorbeeld gebruikt om aan te tonen dat Brussel natuurlijk — hoe zeg je dat — een enorm gevoel van instabiliteit geeft als bijvoorbeeld die truckers of die bouwvakkers zichzelf vervangen zien worden door mensen uit Oost-Europa. Dat gevoel heeft zich onder andere nu geuit met een brexit. Die gevoelens leven echter ook in Nederland. De vraag is wat we op dit moment met die gevoelens kunnen doen. Je kunt versnellen, door te zeggen dat Europa vooral moet laten zien waar zij wel toe in staat is. Je kunt ook even een pas op de plaats maken en je afvragen waartoe deze bezinning moet gaan leiden.

De voorzitter:
Gaat u verder, mijnheer Voordewind.

De heer Voordewind (ChristenUnie):
De minister-president heeft zich het afgelopen halfjaar een pragmatisch voorzitter getoond en daar prijs ik hem voor. Ik weet dat we gelijk optrekken waar het gaat om de hervormingen die ook op zijn zijn agenda stonden waar het gaat om het verbeteren van de Europese besluitvorming. Over een aantal van deze voorstellen heeft de Raad in februari overeenstemming bereikt in de onderhandelingen met de Britten. Daar zitten een aantal goede punten in, zoals het afstand nemen naar het streven naar een "ever closer union" en het versterken van de positie van nationale parlementen. Ik hoop nog steeds op steun daarvoor in deze Kamer. Laten we bezien of het kabinet, of Nederland, die goede overeenkomsten, die voorstellen van de Raad, nog steeds kan inbrengen in de Europese Unie opdat we daar overeenstemming over krijgen.

Dan het Oekraïnereferendum. Ik heb daar het een en ander over gelezen in het verslag. Ik ben zeer benieuwd wat de minister-president nu precies gaat doen waar het gaat om de uitslag van het Nederlandse referendum. Hij wil streven naar een bevredigende oplossing. Maar heeft hij ook bereidheid onder collega's gevonden om daartoe te komen? Heeft de minister-president duidelijk aangegeven dat Nederland het verdrag niet zal ratificeren zolang er geen recht wordt gedaan aan de uitkomst van het referendum? Wat zijn de mogelijke juridisch bindende oplossingen waaraan de minister-president denkt? Daarnaar wordt verwezen in het verslag. Wat zijn de gevolgen voor het verdrag als Nederland helemaal niet ratificeert?

Ik kom ten slotte op TTIP en CETA. Gelukkig heeft de Commissie vandaag besloten om de ratificering van CETA zowel in de Europese Unie als aan de nationale parlementen voor te leggen. Dat is goed. Mag ik de minister-president ook vragen hoe hij denkt over die investeringsarbitrage, het ICS? Vindt hij dat ook dat eerst aan de nationale parlementen moet worden voorgelegd? Als dat eerst wordt goedgekeurd in Europa, dan zal het voor drie jaar in werking treden, zo heb ik begrepen. Dan hebben de parlementen het nakijken.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

Labels
Bijdragen
Buitenlands beleid
Joël Voordewind

« Terug

Archief > 2016 > juli