Op dit moment zijn meerdere  agrariërs in Hardenberg begonnen met een initiatief voor een biovergistingsinstallatie. Heel begrijpelijk: landelijk is er grote behoefte aan duurzame energie. De traditionele brandstoffen zoals kolen en aardolie raken immers een keer op. Ook zal de Co2 uitstoot teruggedrongen moeten worden, hier over zijn op mondiaal niveau o.a. in het bekende “Kyotoverdrag” afspraken gemaakt. Vandaar dat er een subsidieregeling voor biovergisting is.

Agrariërs hebben er zelf ook belang bij om het rendement van hun bedrijf te vergroten door verbrede landbouw. Wanneer dat kan door mest van het eigen of ander bedrijf te vergisten, samen met bijvoorbeeld  maïs die meestal ook door boeren zelf verbouwd kan worden, is een biovergister een erg aantrekkelijk initiatief.

Daarvoor moet wel het bestemmingsplan aangepast worden. De gemeente beoordeelt dan of dit initiatief past in een agrarische omgeving. Daarbij moet ook een milieuvergunning verleend worden.

Omdat de gemeente tot nu toe geen regels  voor bio-energie had, werd in de oriënterende ronde van 15 en de raadsvergadering van 29 juni over zo’n beleidskader gesproken.

Het College sluit aan bij dezelfde gebiedsindeling als bij het  nieuwe bestemmingsplan buitengebied: ecologische gebieden, gemengde gebieden en gemeentelijke landbouwontwikkelingsgebieden. Een biovergister in de ecologische gebieden wordt niet toegestaan, tenzij aan heel strenge normen van inpassing in het landschap wordt voldaan. In de andere gebieden is meer mogelijk, maar ook daar moet het passend zijn in dat type landschap.

De ChristenUnie is voor duurzame energie en wil ook boeren de ruimte geven door de mogelijkheid van verbreding. Daarom staan we in principe positief tegenover biovergisting.  Maar de inpassing in het landschap moet dan wel zorgvuldig gebeuren en er moet geen overlast, door stank of veel verkeersbewegingen, voor de omgeving ontstaan. Heel grote biovergisters  vinden wij meer op een industrieterrein passen.

Volgens de ChristenUnie biedt de voorliggende  notitie van het College voldoende handvatten  om te beoordelen wat mag en niet mag in het buitengebied. Uiteindelijk wordt dit een onderdeel van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. De wethouder heeft toegezegd dat de door ons gevraagde opruimplicht van niet meer gebruikte biovergisters  in het bestemmingsplan wordt opgenomen. Ook komt er een evaluatiemoment om eventueel het beleid nog verder bij te stellen.

Namens de fractie,

Klaas Mulder en Mettina Grimmerink