Het oostelijke middelpunt van geweld.

woensdag 23 november 2005 17:15

door Commissie Internationaal
 
Er gaat geen dag voorbij of er is wel weer iets gebeurd in het Midden-Oosten, bijna iedere dag zijn er berichten in de krant te lezen aangaande dit gebied. Ook de afgelopen periode is er weer van alles voorgevallen; politieke machtsspelletjes, VN-resoluties en natuurlijk de voortdurende golf van aanslagen. De landen die de afgelopen maand de meeste aandacht kregen in het nieuws waren uiteraard Israël/ Palestina en Irak maar de afgelopen periode ook meer nadrukkelijk Iran en Syrië.  Hieronder zal ik een overzicht geven van de belangrijkste gebeurtenissen afgelopen periode in het Midden-Oosten.
Laat ik beginnen met het eeuwig durende duel tussen Israël en Palestina. Zondag 11 september kwam er officieel een einde aan het Israëlische militaire bestuur over de Gazastrook die volgde op de ontruiming van vele Israëlische nederzettingen in het gebied.
De Gazastrook valt nu onder Palestijns bestuur. Een dramatische gebeurtenis voor vele kolonisten en een grote daad voor de Israëlische regering. Het is echter maar de vraag of deze
‘goede daad’ van Sharon werkelijk van betekenis heeft kunnen zijn voor een betere verstandshouding tussen Israël en Palestina. Terreurcellen als Hamas en Jihad maken kort na de terugtrekking alweer duidelijk dat deze daad hen zeker geen vrienden van Israël heeft gemaakt. Kort na de ontruiming worden er alweer verschillende aanslagen gepleegd vanuit de Gazastrook gevolgd door vergeldingsacties en zo zet de spiraal van geweld zich rustig weer voort. Ook Sharon stond onder vuur na de terugtrekking uit de Gazastrook, er volgt een machtsstrijd binnen zijn partij Likud tussen hem en voormalig president Netanyahu die de terugtrekking sterk bekritiseert. Sharon weet zich echter staande te houden doordat een kleine meerderheid van de partij zich achter hem schaart.
            Ook voor Irak was afgelopen maand een roerige periode. Het hoogtepunt was het referendum voor een nieuwe constitutie voor Irak dat plaatsvond op 15 oktober. Ondanks de hevige tegenstand van de Soennieten is die grondwet erdoor gekomen met 78 procent van de stemmen. Deze grondwet zal formeel geldig zijn na de verkiezingen in december. Dit stuk papier hoeft de Iraakse situatie echter niet perse te veranderen. De woede van de Soennieten, een derde van de Iraakse populatie, is hierdoor alleen maar vergroot en daarmee ook hun opstand tegen de Sjiieten. De dreiging voor een burgeroorlog is zeker niet onrealistisch en zal de situatie in Irak nog rampzaliger kunnen maken. Het land zal dan namelijk geheel uit elkaar vallen. De Koerden zullen strijden voor een eigen staat in het Noorden, de Sjiieten zullen proberen hun verworven macht te consolideren en de Soennieten zullen daartegen in opstand komen. Als wij nu al niet meer opkijken van aanslagen met een dodenaantal van 150 man, hoe zal de situatie er dan wel niet uit gaan zien?
Een andere grote gebeurtenis was de start van het proces tegen Saddam dat 19 oktober van start ging voor een speciaal tribunaal in Bagdad. De aanklachten zijn volkerenmoord, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden. Hoewel Saddam honderden misdaden heeft gepleegd wordt hij er in de eerste instantie maar voor 12 vervolgd om het geheel nog een beetje overzichtelijk te houden. Veroordeling voor de eerste aanklacht is in principe al voldoende voor de zwaarst mogelijke straf. Die eerste aanklacht tegen de oud-dictator betreft de gruweldaden in het Iraakse stadje Dujail, ten noorden van Bagdad. In 1982 liet Saddam na een mislukte aanslag op zijn leven het dorp omsingelen, alle vrouwen en kinderen arresteren en de mannen executeren. Naast Saddam Hussein staan voor deze zaak nog zeven mannen terecht onder wie oud vice-president Taha Yassin Ramadan. Zoals te verwachten was werkt de oud-dictator totaal niet mee aan een goed verloop van zijn proces. Hij erkent het tribunaal niet en houdt vol dat hij onschuldig is. Het proces is nu opgeschort tot 28 november.
De onvrede over de oorlog in Irak blijft ondertussen toenemen. Het Amerikaanse leger telt inmiddels al tweeduizend doden, de opstand tegen de oorlog in Amerika blijft dan ook groeien. Het was al bekend dat een groot deel van de Nederlanders tegenstander van de oorlog is maar het was verrassend dat de immer diplomatieke Minister Bot zich vorige maand kritisch uitliet over de oorlog door zijn twijfels over de invasie in Irak openlijk te uiten. Dit werd dan ook meteen afgestraft door de regering waarna Bot zijn uitspraken onmiddellijk weer introk.Desalniettemin voelden de partijen die vanaf het begin tegen de invasie waren, zoals de SP en PvdA zich wel gesteund door deze uitspraak van Bot.
Een ander positief nieuwsfeit voor de tegenstanders van de oorlog was de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede aan  het internationaal Atoomenergie Agentschap {IAEA} en zijn directeur, Mohammed el-Baradei. El-Baradei kreeg internationale bekendheid in de periode die voorafging aan de Amerikaanse invasie in Irak. Hij verzette zich die periode sterk tegen de beweringen van Amerikaanse veiligheidsdiensten en het Pentagon dat het regime van Saddam Hussein over grote hoeveelheden massavernietigingswapens beschikte. Hij bleef herhalen dat daarvoor geen bewijzen waren.
                Syrië, buurland van Irak kwam vorige maand ook in opspraak. Het gaat om de moord op de Libanese ex-premier Rafiq Hariri.  Hij was bekend om zijn kritiek op de rol van Syrië in Libanon en werd met een autobom vermoord in de Libanese hoofdstad Beiroet. In februari dit jaar werd een tussenrapport uitgebracht over de moord door een VN-onderzoekscommissie.
Volgens het rapport van de werd de moord op Hariri georganiseerd door functionarissen van de Syrische en de Libanese geheime dienst. De opsteller van het rapport, de Duitse officier van justitie Detlev Mehlis, klaagde bij de presentatie van zijn tussenrapport in de Veiligheidsraad over tegenwerking van Syrische zijde. Hij is er niet in geslaagd de Syrische president Bashar al-Assad te spreken te krijgen en hij heeft naar eigen zeggen diverse functionarissen betrapt op leugens of pogingen hem en zijn commissie te misleiden.
Ondertussen wordt er gewerkt aan een ontwerpresolutie vanuit de VN-veiligheidsraad. De Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk willen dat Syrië overheidsfunctionarissen die worden verdacht van betrokkenheid bij de moord op de Libanese ex-premier Rafiq Hariri, oppakt en hen verplicht mee te werken aan het VN-onderzoek naar de moord. Doet Syrië dat niet, dan moet het rekening houden met sancties van de Verenigde Naties. Detlev Mehlis heeft nog tot 15 december om zijn onderzoek te voltooien en ervoor te zorgen dat de Syrische overheid zal meewerken. Als die echter blijft tegenwerken kunnen er sancties genomen worden in de vorm van verbreking van diplomatieke of economische contacten.
                Tenslotte zal ik ingaan op de gebeurtenissen in Iran van de afgelopen periode. De EU en VS hebben gedreigd het land voor de Veiligheidsraad te slepen wegens schending van het non-proliferatieverdrag tegen de verspreiding van kernwapens. Een jaar geleden leken de grote drie van de EU, Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland succes te boeken in een twee jaar durende onderhandeling met Iran over diens atoomprogramma. Die onderhandelingen, waar de VS zich ook in mengde, mondden in 2004 uit in het Akkoord van Parijs, waarin Teheran  beloofd alle verrijkingsprocessen van uranium stil te leggen. Dat succes bleek echter niet lang stand te houden. Sinds juni heeft Iran een nieuwe president, Mahmoud Ahmadinejad, hij staat bekend als een hardliner. Hij liet al snel weten dat Teheran de voorfase van het verrijkingsproces van uranium zou gaan hervatten. Dit leidde uiteraard tot de ontbranding van grote woede in de EU en de VS.  Hun voornemen om Iran voor de Veiligheidsraad te slepen stuitte binnen de IAEA echter op verzet van Rusland en China.  De drie groten van de EU hebben nu gekozen voor een tussenoplossing, zij hebben Iran niet op de vingers getikt wegens schending van het non-proliferatieverdrag. Formeel houdt dat in dat de kwestie later dit jaar automatisch aan de Veiligheidsraad moet worden voorgelegd.
            De ‘nieuwe’ leider van Iran lijkt trouwens op meerdere fronten lak te hebben aan goede diplomatieke verhoudingen. In een speech in Teheran 26 oktober laat hij weten dat Israël volgens hem van de kaart geveegd moet worden. Natuurlijk leidde dit tot groot protest vanuit Israël en het Westen. Het commentaar vanuit het Midden-Oosten bleef echter grotendeels uit, erg verrassend was dat niet.
Labels
Achtergronden

« Terug

Reacties op 'Het oostelijke middelpunt van geweld.'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2005 > november