Een vestigingsklimaat voor plant en dier: tienpuntenplan
Het Nederlandse natuurlandschap is aan razendsnelle ontwikkelingen onderhevig; ontwikkelingen die voor een groot deel helaas negatief uitpakken. Ingeperkte ruimte, vervuiling en afname van de biodiversiteit schaden de gehele ecologische keten. Zonder een stabiele staat van de natuur zal ook onze welvaart en welzijn daaronder lijden. Het tij moet dus krachtig en snel gekeerd worden, zodat we in de toekomst kunnen blijven leven te midden van gezonde natuur.
Daarom komt PerspectieF, ChristenUnie-jongeren met een tienpuntenplan Natuurbeheer genaamd: ‘Een vestigingsklimaat voor plant en dier’. Daarmee zetten we voor de nieuwe coalitieperiode in op ambitieus natuurbeleid, zodat de Nederlandse natuur weer kan gaan bloeien.
Ons kleine land bergt een enorme variëteit in zich: steden en dorpen wisselen op korte afstand landbouwakkers, heiden en bossen af. Iedere vierkante meter wordt benut voor de vele maatschappelijke activiteiten. Maar binnen de levendige Nederlandse samenleving is de balans door de tijd heen zoek geraakt. Aanhoudend wordt toegegeven aan de neiging om de natuur steeds weer iets minder prioriteit te verlenen. Om toch maar weer een stukje bos of heide af te snoepen. De natuur dreigt lamgeslagen te worden door onze economische productiviteit. Door onze zoektocht naar woonlocaties zijn dieren verdreven uit hun habitat. Overmatige stikstofuitstoot verdelgt plantensoorten. Medicijnresten vervuilen de wateren. Onze gehele ecologische keten piept en kraakt. Ondertussen moet de natuur zelf onze verrichtingen zwijgzaam ondergaan. Geen diersoort die immers het Malieveld kan vullen.
En dus moet de lobby voor die natuur ergens anders vandaan komen. Wij moeten zelf de balans in ere herstellen. Die balans houdt niet alleen in dat de natuur in gezonde staat verkeert. Het betekent ook dat we afstappen van het idee dat de mens de grenzen van de natuur bepaalt, en dat we juist de natuur weer leidend maken voor onze manier van leven. De mens moet tegenover de natuur niet langer acteren als heerser, maar ageren als beheerder. En dus moeten we als samenleving een ander pad gaan bewandelen. Overheidsbeslissingen moeten niet enkel het menselijk belang dienen, maar ook zorg dragen voor plant en dier. Economische handelingen moeten niet enkel gericht zijn op het tegengaan van rode cijfers, maar eveneens aansturen op groene winst. Onze vervoersmethodes moeten ingepast worden in onze natuurlijke omgeving, in plaats van haar plaats in te nemen. In alles dat we doen dienen we ons economisch belang direct te koppelen aan onze ecologische verantwoordelijkheid.
Daarbij is haast geboden. Voor verschillende plant- en diersoorten dringt de tijd; hun bestaan op Nederlands grondgebied dreigt ten einde te komen. De desastreuze gevolgen die dat op termijn zou opleveren, zullen met name neerslaan op de jongere generaties. Zij die nog niet aan de knoppen hebben gedraaid en nog nauwelijks invloed hebben kunnen uitoefenen op ons overheidsbeleid, maar straks wel geconfronteerd zullen worden met de maatschappelijke schade en de offers die dan vereist zullen worden. Voor die jonge generaties is het cruciaal dat we nú voortvarend aan het werk gaan en onze zorg voor de schepping serieus laten gelden.
Met verkiezingen op de kalender en een nieuwe coalitieperiode in aantocht treffen we op korte termijn de ultieme kans om die maatschappelijke taak echt op te pakken. De volgende regering kan straks een nieuwe koers inzetten: een waarbij we de vele Nederlandse plant- en diersoorten behouden en nieuwe natuur weer een plek geven. PerspectieF, ChristenUnie-jongeren wil daarbij een deel van route wijzen. Wij willen een aanzet geven om de eerste grote stappen te maken. Die nieuwe koers includeert investeringen in versterkt beleid rond, ruime locaties voor en krachtig beheer van gezonde natuur. Niet alleen willen we ons land groener maken, ook willen we dat groen verspreiden over het gehele grondgebied en verbinden met alle facetten van de samenleving. Zo raakt de natuur weer volledig verweven met ons handelen, zowel op het platteland als in de steden. En zo schatten we de natuur weer op haar intrinsieke waarde, en geven de ecologie de plek naast de economie die het verdient.
Die ambitie heeft PerspectieF gevat in een tienpuntenplan Natuurbeheer. Met dit plan beschermen we de biodiversiteit, geven we de natuur haar zelfstandigheid terug en hervinden we de harmonie met de schepping. We erkennen ecologische rechten en leren onze jonge generaties weer écht kennismaken met hun omgeving. We bouwen aan een duurzame toekomst, en maken van Nederland een waarlijk vestigingsklimaat voor plant en dier.
Tienpuntenplan: investerend en beherend naar een gezond natuurlandschap
Via tien plannen herstellen en versterken we de Nederlandse natuur die ons zo lief is en die onze samenleving gezond houdt. Gezamenlijk vragen deze plannen om regie bij de overheid, hoge prioritering van natuurbeheer en betrokkenheid van buurtgemeenschappen, bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. Aan jongeren de taak om niet te wachten tot de verantwoordelijkheid onontkoombaar voor de neus staat, maar om juist nu al de kar te trekken, zowel in woord als daad. Als we samen actie ondernemen op deze tien punten, beheren we ons Nederlands stukje aarde weer vol overgave.
1 We investeren in natuur
De Nederlandse natuur moet hogere prioriteit krijgen op de overheidsagenda. We moeten beschadigde natuur herstellen, nieuw groen aanplanten en het natuurbeheer verstevigen. Ook zal flink geïnvesteerd moeten worden om onze productie in de komende tien jaar milieuvriendelijk te krijgen: in de landbouw, de industrie, in het verkeer en in de luchtvaart. Om dat mogelijk te maken moeten we meer geld uittrekken, en steken we structureel meer overheidsgeld in natuurbeleid. Maar ook de burger moet investeren: we stimuleren de overstap naar duurzaam consumptiegedrag, en geven het primaat aan de lokale producent.
2 We herstellen het Ministerie voor Ruimtelijke Ordening
Om tot een goede indeling te komen van ons land, waarin bebouwing, bos, weide en water op elkaar aansluiten, moet de overheid de regie weer naar zich toetrekken op gebied van ruimtelijke ordening. Het ministerie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu keert terug, en stelt, in overleg met provincies en gemeenten, een eenduidige visie op over de samenhang van bouw en natuur. Zo raakt de Nederlandse natuur niet opgedeeld in kleine brokjes. Wat we nieuw bouwen moet natuurinclusief zijn, en ook zijn we uitermate terughoudend om natuur te laten wijken voor nieuwe bebouwing, bijvoorbeeld bij het verbreden van snelwegen.
3 We geven ruimte aan de natuur
Dieren en planten hebben ruimte nodig. Met name grotere diersoorten behoeven een groot grondgebied. Daarbinnen moet een rijke diversiteit aan planten en gewassen bestaan om dieren van voedsel te voorzien. Het is daarom belangrijk dat er grote stukken aaneengesloten natuur van hoge kwaliteit bestaan binnen Nederland, met goede verbindingen onderling, zodat dieren zich kunnen verplaatsen. Daarom moeten grote bossen, open velden en heiden verder aangelegd en beheerd worden, waar de natuur met zo weinig mogelijk menselijke aanpassingen kan bloeien. We zorgen daarom dat het Natuurnetwerk Nederland in 2027 minimaal 668.000 hectare omvat, maar pakken daarna door naar 728.500 hectare zoals oorspronkelijk gepland. Kwaliteit van natuur zit echter niet enkel in de omvang van het gebied. Ook stilte en donkerte moeten hun plaats hebben om natuur te kunnen laten floreren. Daarom wijzen we meer stiltegebieden aan en verhinderen we lichtvervuiling.
4 We verminderen de stikstofneerslag
Wanneer te veel uitgestoten stikstof op natuurgrond neerslaat vormt dat de grootste bedreiging voor een grote variëteit aan plantensoorten, en daarmee voor de biodiversiteit. De stikstofdepositie moet daarom teruggebracht worden. De eerste stappen daartoe zijn in het voorbije jaar gezet, maar het tempo moet verder worden opgevoerd. Daaraan moeten alle sectoren naar proportie hun bijdrage leveren. We investeren in milieuvriendelijke productie in de landbouw en industrie, maken duurzame vervoersmiddelen aantrekkelijker en belasten transport met hoge uitstoot, en plaatsen uitstootbronnen zoveel mogelijk op afstand van kwetsbare natuur. We vinden nieuwe manieren om tot 50% reductie van de stikstofuitstoot te komen in 2030.
5 We versterken het natuurbeheer
De kwaliteit van onze natuur moet beter beschermd worden. We creëren extra personeelsruimte binnen Staatsbosbeheer. Ook investeren we in meer BOA-personeel in het buitengebied. Dat komt ten goede aan de handhavingscapaciteit om natuurvervuiling tegen te gaan, en geeft ons betere mogelijkheden om afvaldumping te bestrijden.
6 We verstevigen agrarische productie met oog voor de natuur
We stimuleren en versterken extensieve manieren van veehouderij zoals agrarisch natuurbeheer en biologische veehouderij. Ook zetten we uitgebreid in op projecten als strokenteelt en bodembiodiversiteit. In de buurt van natuurgebieden moeten alleen landbouwbedrijven actief zijn die aantoonbaar samenwerken met de natuur. We garanderen daarbij betere kwaliteit van leven voor dieren binnen de agrarische keten, en handhaven hier streng op.
7 We vergroenen de stad
Ook binnen de stadsmuren moet de positie van de natuur in ere hersteld worden. Daarom planten we meer bomen, zorgen voor graszones en stadsveldjes, en leggen extra parken aan welke we via wandelroutes aan elkaar verbinden. Zo staat ook de stadsbewoner op korte afstand van de natuur. Daarnaast versterkt dit de biodiversiteit in stedelijk gebied, gaat het luchtvervuiling tegen en levert het verkoeling op in tijden van hitte.
8 We maken natuur onderdeel van de buurt
In nieuwbouwwijken zetten we in op een flinke groenvoorraad. Er komen buurttuinen en -parkjes, welke onder buurtbeheer worden geplaatst. Ook stimuleren we duurzame consumptie door lokale productie een voorname plek te geven in de wijken, via nieuwe stadstuinen. Zo maken we handig gebruik van het wijkoppervlak en richten we natuur in als een vast onderdeel van onze nieuwbouw. Ook verstevigen we de directe verbinding tussen burger en boer. We zorgen dat burgers hun producten direct bij de boer in de omgeving kunnen consumeren, en boeren daarmee in stabiele lokale klandizie opbouwen.
9 We kennen en waarderen de natuur
We houden de Nederlandse natuur toegankelijk en organiseren nationale natuurroutes. Daarbij stimuleren we bezoek aan natuurgebieden via duurzame transportmiddelen. Wel zorgen we ervoor dat natuurgebieden niet overbelast raken door toeristische drukte. De jonge generaties laten we beter kennismaken met de natuur. Elke basisschool krijgt een eigen moestuin waarbij kinderen leren over tuinieren en lokale voedselproductie, en we planten meer struiken op schoolpleinen. Er komen meer recreatieve accommodaties voor kinderen waarin de natuur een centrale plek heeft. Verder stimuleert de overheid marketing van de natuur, door natuurorganisaties enerzijds en bedrijven en maatschappelijke partijen anderzijds samen te brengen.
10 We kennen de natuur rechten toe
Schade aan de natuur brengt het leven van vele planten- en diersoorten, en ook van mensen in gevaar. Daarom nemen we ecocide op in ons strafrecht. Het beschadigen of vernietigen van het ecosysteem komt te boek te staan als een misdrijf. Daarmee geven we handhavingsorganisaties de instrumenten om de natuur krachtdadig te blijven beschermen, en versterken we het besef dat iedereen een verantwoordelijkheid draagt tegenover de natuurlijke omgeving.
- Labels
Archief > 2020 > december
- 23-12-2020 23-12-2020 22:44 - Kinderen in de modder van Moria verdienen beter
- 16-12-2020 16-12-2020 20:09 - Het waardensysteem van de EU in verval
- 12-12-2020 12-12-2020 14:46 - Een vestigingsklimaat voor plant en dier: tienpuntenplan
- 09-12-2020 09-12-2020 11:33 - Denk mee over het verkiezingsprogramma
- 08-12-2020 08-12-2020 16:52 - Vacature: communicatiemedewerker (16 uur)
- 05-12-2020 05-12-2020 17:27 - Opinie: loopgravenpolitiek
- 01-12-2020 01-12-2020 18:56 - Fellowsprogramma - Deadline aanmelden