Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Zorgverzekeringswet

woensdag 20 april 2016 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber aan een AO met minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Zorgverzekeringswet

Kamerstuk:    29 689          

Datum:           20 april 2016

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Afgelopen jaar stapte 6,3% van de Nederlanders over naar een andere zorgverzekeraar. Dat waren ruim een miljoen verzekerden. Zorgverzekeraars hebben met het actieplan Kerngezond ook goede stappen gezet, maar we zijn er nog lang niet. Het aantal polissen is afgenomen – anderen refereerden daar ook al aan – maar door onder andere de volmachten en de vergelijkingssites is het aanbod in de perceptie van mensen nog altijd onoverzichtelijk. Marketingactiviteiten zijn beperkt, maar collectiviteiten en vergelijkingssites kwamen wel met acties voor nieuwe verzekerden. Hoe gaan wij met het circuit rondom de zorgverzekeraars – en dat doel ik op de collectiviteiten, de volmachten en de vergelijkingssites – aanhaken bij de afspraken in Kerngezond? De focus moet, wat de ChristenUnie betreft, liggen op de zorginhoud. In het begrijpelijk en toegankelijk maken van polissen is echt nog veel te winnen. Kunnen we voor komend jaar, eventueel bij wijze van proef, zorgverzekeraars ertoe oproepen om een uniform polisprofiel te ontwikkelen? Ik hoor hierop graag een reactie.

Ik vind het opvallend dat vooral jonge verzekerden vaker voor een vrijwillig eigen risico kiezen. De groep die geen vrijwillig eigen risico heeft, is kleiner geworden. Wat de ChristenUnie betreft, ondermijnt het vrijwillige eigen risico de solidariteit van ons stelsel. In het actieplan Kerngezond staat een aantal afspraken met betrekking tot het verplichte en vrijwillige eigen risico. Ik heb begrepen dat een aantal zorgverzekeraars hun zogenaamde multiplyer heeft afgebouwd. Hoe zorgen we ervoor dat alle zorgverzekeraars dit doen? Is het niet veel beter om met elkaar af te spreken om in jaar X te stoppen met het vrijwillige eigen risico?

Zorg mijden wanneer je wel zorg nodig hebt, is gevaarlijk en onwenselijk. De Minister heeft onderzoek laten doen naar de gevolgen van het verhogen van het eigen risico op zorgmijding. Het is opvallend dat niet alleen de mensen met een lager inkomen, maar juist ook de groep jongvolwassenen vaker afziet van een huisartsenbezoek. De Minister neemt een flink aantal maatregelen, onder andere meer voorlichting en het vergroten van kennis. Het is niet gek als je bedenkt dat er zelfs een grote groep is van 21% die helemaal niet weet hoe hoog het eigen risico is. Tegelijkertijd is het onbevredigend, omdat het onderzoek ook geen volledig beeld geeft. Waarom is bijvoorbeeld de ggz-doelgroep niet meegenomen? Juist zij is kwetsbaar als het gaat om zorg mijden. Hoe weten we of mensen zorg mijden door laaggeletterdheid? Hoe zit het met de ouderen? Zij hebben met de stapeling met een eigen risico en met een eigen bijdrage te maken. Het onderzoek gaat ook niet in op het mijden van Wlz-zorg thuis. Ik vraag de Minister, het onderzoek naar zorg mijden regelmatig te herhalen en dan ook de genoemde groepen hierin te betrekken.

Vrijwel alle gemeenten bieden een collectieve verzekering aan. Is er voldoende inzicht in de doelmatigheid van deze verzekeringen? Sluiten deze verzekeringen ook goed aan bij de wensen van de doelgroep? Wil de Minister hier onderzoek naar doen? Wat vindt zij van het idee om zorgverzekeraars om de drie jaar bijvoorbeeld een rechtmatigheidscontrole te laten uitvoeren?

Het onderzoek naar dementieketens en casemanagement van het NIVEL staat ook op de agenda. Ik heb begrepen dat er een vervolgonderzoek is ingezet. Wanneer kunnen we dit rapport verwachten? De ChristenUnie blijft van mening dat een aparte aanspraak nodig is willen we casemanagement dementie echt borgen. Nu word ik, eerlijk gezegd, een beetje moe van het telkens aanhoren van geruststellende woorden over het borgen van de functie, terwijl ik dan uit de praktijk terughoor dat inkooptrajecten echt heel moeizaam verlopen. Voor mijn gevoel modderen we nu een beetje aan, terwijl dit niet nodig is en het ten koste gaat van kwetsbare mensen.

 Hoewel we net een algemeen overleg over de eerstelijnszorg achter de rug hebben, wil ik toch nog een aantal opmerkingen over de eerste lijn maken. De ACM heeft een beleidslijn gepubliceerd voor toezicht op samenwerking in de eerste lijn. Daarmee lijkt er meer ruimte voor samenwerking te zijn. Bij signalen dat de samenwerking toch schadelijk is voor verzekerden zal de ACM nader onderzoek doen. Maar hoe komt de ACM aan die informatie? Creëert dat niet nieuwe onzekerheid voor zorgverleners? Het zal duidelijk zijn: ik zie uit naar het onderzoek dat de Minister uitvoert naar aanleiding van de motie van de SP en de ChristenUnie.

Een ander punt is dat paramedici de noodklok luiden over hun tarieven en de administratieve lastendruk. Welke oplossingsmogelijkheden ziet de Minister voor deze sector? Het roer gaat om voor de huisartsen, maar eigenlijk zou dat veel breder moeten zijn. Eigenlijk zouden ook paramedici moeten worden betrokken bij «Het roer gaat om».

Ik denk dat het terecht is dat de Minister niet overgaat tot vrije prijzen voor logopedie, maar wat zijn haar plannen dan wel met het NZa-rapport? Ik maak ten slotte nog een aantal opmerkingen over het pgb. Herkent de Minister signalen dat de indicatiestelling door wijkverpleegkundigen beter kan, omdat er bij de indicatie rekening wordt gehouden met pgb of zorg in natura? Anders gezegd: die vraag heeft invloed op de indicatie. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Wil de Minister daarover in gesprek gaan met de betrokken belangenorganisaties en kan zij een stand van zaken geven van de AMvB die onder het Zvw pgb komt te hangen? Wanneer kan de Kamer deze verwachten?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Carla Dik
Zorg, Welzijn & Sport

« Terug

Archief > 2016 > april