Fokstop in plaats van vernietiging
donderdag 01 maart 2001 11:21
Onderstaand opinie artikel is verschenen in het Reformatorisch Dagblad
Verantwoorde maatregelen nodig om crisis te overbruggen
Een boerenbedrijf is geen fietsenfabriek. Je kunt de productie niet zomaar stopzetten. En het bij miljoenen afslachten van dieren is ethische onverantwoord, vindt Dick Stellingwerf. Hij pleit daarom voor een fokstop voor –vooral– de vleeskoeien in heel Europa.
De landbouwsector verkeert in crisis. De uitbraken van bse en mond- en klauwzeer confronteren ons daar weer mee. De oorzaak van die crisis moeten we vooral zoeken in de visie van de overheid op de plaats en functie van de landbouw en in een tekortschietend rentmeesterschap.
De overheid ziet het landbouwbedrijf te veel als een gewone onderneming die moet voldoen aan de normale wetten van vraag en aanbod. Deze opvatting doet echter onrecht aan het bijzondere karakter van de landbouw. Een boerenbedrijf is geen fietsenfabriek. De landbouw draagt in belangrijke mate bij aan de instandhouding van wezenlijke publieke functies. Zo brengt de landbouw voedsel en landschap voort. Daarnaast werkt de landbouw met levende have.
Een ander bijzonder aspect van de landbouw is dat deze sector is opgebouwd uit vele duizenden relatief kleine gezinsbedrijven die zelfstandig vrijwel geen invloed op de prijsvorming hebben. Ten slotte is de landbouwsector afhankelijk van onvoorspelbare natuurlijke omstandigheden.
Een overheid kan deze bijzondere sectorkenmerken alleen maar tot haar eigen schade en schande veronachtzamen. In een land waar dat gebeurt, dreigt met name de grondgebonden landbouw uiteindelijk het onderspit te delven en het platteland te verpauperen, te versnipperen en te verstedelijken.
Vraag teruggevallen
De kijk van de overheid op de landbouwsector heeft ook alles te maken met de vraag hoe we omgaan met de aanpak van dierziekten zoals bse en mond- en klauwzeer. Ook hier is de individuele agrariër in belangrijke mate afhankelijk van het overheidsbeleid. De Europese Commissie en de nationale regeringen doen er op dit moment alles aan om de gevolgen van bse en mond- en klauwzeer te beperken. De vraag is echter wat daarbij verantwoord is.
Een van de gevolgen van bse is dat in een groot aantal landen de consumentenvraag naar rundvlees dramatisch is terug gevallen. Het gevolg daar weer van is dat ook de prijzen van het rundvlees zijn gekelderd. De rundvleessector is door dat alles in een neerwaartse spiraal terechtgekomen.
Om deze spiraal te doorbreken hebben de Europese Commissie en de Europese landbouwministers besloten dit jaar 1,7 miljoen runderen op te kopen en te vernietigen. Let wel, het gaat hier om kerngezonde koeien en dus om kostbaar voedsel! De maatregel is puur bedoeld om de prijs van rundvlees weer op peil te brengen.
Nu is het streven naar een redelijke prijs op zich geen verkeerd doel. Echter, het doel heiligt niet dit middel. Mijns inziens moet tegen dit doden om te vernietigen scherp protest worden aangetekend. Het is ethisch onaanvaardbaar om, puur vanwege de marktprijs, miljoenen gezonde dieren over de kling te jagen en het vlees te vernietigen. Het tekent mijns inziens vooral het culturele klimaat waarin Europa zich bevindt. Het dier heeft nog slechts instrumentele waarde. Zolang maatregelen ten nutte van de mens worden genomen, lijkt alles geoorloofd te zijn. Zo is het natuurlijk niet.
Een dier heeft vanwege zijn geschapenzijn een eigen intrinsieke waarde. Zeker, het dier is de mens in Genesis 9:3 ook gegeven om als voedsel te dienen. Maar dat laat onverlet dat de mens als rentmeester verantwoord met het dier heeft om te gaan. Hoewel je over de invulling hiervan van mening kunt verschillen, moet de conclusie toch zijn dat we met de huidige aanpak over de schreef gaan.
Kerngezond
De vraag is vervolgens hoe je dit concrete probleem dan wél aan moet pakken. De Europese Commissie probeert de gevolgen van de bse-crisis voor de langere termijn te beperken door de rundveehouderij te extensiveren. De gevolgen van de Europese maatregelen worden hiermee wel op het bordje van de rundveehouders gelegd. Minister Brinkhorst wil het probleem van de lage vleesprijs zelfs te lijf gaan met de vrije markt. Zijn adagium is: Doe niets aan de lage prijzen. De consument gaat dan vanzelf weer meer rundvlees kopen en de prijs zal zich weer herstellen.
Ik heb grote moeite met deze liberale aanpak. Ik deel de ethische verontwaardiging van de minister dat we geen honderdduizenden koeien moeten vernietigen die kerngezond zijn. Maar die ethische verontwaardiging geldt ook een aanpak die de consument ongevraagd een prijsvoordeel laat binnenhalen, maar de financiële gevolgen bij de rundveehouders neerlegt.
Een dergelijke aanpak zal tot een geweldige koude sanering leiden. Juist in deze tijd, waarin erkend wordt dat de consument bereid moet zijn meer neer te tellen voor zijn primaire levensbehoefte, is een ander beleid noodzakelijk. De samenleving zou meer daadwerkelijke solidariteit met de boeren moeten tonen.
Fokstop
Er moet een andere weg zijn om uit dit ethische dilemma te komen. Zolang er nog geen evenwicht is tussen vraag en aanbod, zullen zo nodig onorthodoxe maatregelen genomen moeten worden om de crisisperiode te overbruggen. Als we daadwerkelijk tegen de massale opkoop en vernietiging van 1,7 miljoen runderen zijn en tegelijkertijd willen streven naar een nieuw marktevenwicht, dan kunnen we ook denken aan een tijdelijke fokstop.
Het gaat mij hierbij primair om vleeskoeien. Daarvan lopen er in Europa 12 miljoen rond. Veehouders zouden voor elke koe die gedurende een bepaalde periode niet wordt geïnsemineerd, een schadeloosstelling moeten ontvangen. Ervan uitgaande dat de huidige crisis nog zeker twee jaar zal voortduren en naijlen, kan een dergelijke maatregel een enorm sanerend effect hebben. Stel nu dat tussen de 5 en 10 miljoen vleeskoeien bijvoorbeeld een jaar geen kalf krijgen, dan wordt daarmee de huidige massale vernietiging overbodig gemaakt. Een hierdoor te zijner tijd optredend vleestekort kan worden gedekt uit het nu opgeslagen en geteste vlees.
Melkveehouders zullen, om de melkproductie op gang te houden, kalveren geboren moeten laten worden. Toch zullen ook zij in beperkte mate van een dergelijke regeling gebruik kunnen maken.
Creatief
Het huidige overheidsbeleid is in feite dweilen met de kraan open. Fokken voor de vernietiging? De ethische dilemma's waar we voor staan vragen om een creatíéve aanpak.
De auteur is lid van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie.
Verantwoorde maatregelen nodig om crisis te overbruggen
Een boerenbedrijf is geen fietsenfabriek. Je kunt de productie niet zomaar stopzetten. En het bij miljoenen afslachten van dieren is ethische onverantwoord, vindt Dick Stellingwerf. Hij pleit daarom voor een fokstop voor –vooral– de vleeskoeien in heel Europa.
De landbouwsector verkeert in crisis. De uitbraken van bse en mond- en klauwzeer confronteren ons daar weer mee. De oorzaak van die crisis moeten we vooral zoeken in de visie van de overheid op de plaats en functie van de landbouw en in een tekortschietend rentmeesterschap.
De overheid ziet het landbouwbedrijf te veel als een gewone onderneming die moet voldoen aan de normale wetten van vraag en aanbod. Deze opvatting doet echter onrecht aan het bijzondere karakter van de landbouw. Een boerenbedrijf is geen fietsenfabriek. De landbouw draagt in belangrijke mate bij aan de instandhouding van wezenlijke publieke functies. Zo brengt de landbouw voedsel en landschap voort. Daarnaast werkt de landbouw met levende have.
Een ander bijzonder aspect van de landbouw is dat deze sector is opgebouwd uit vele duizenden relatief kleine gezinsbedrijven die zelfstandig vrijwel geen invloed op de prijsvorming hebben. Ten slotte is de landbouwsector afhankelijk van onvoorspelbare natuurlijke omstandigheden.
Een overheid kan deze bijzondere sectorkenmerken alleen maar tot haar eigen schade en schande veronachtzamen. In een land waar dat gebeurt, dreigt met name de grondgebonden landbouw uiteindelijk het onderspit te delven en het platteland te verpauperen, te versnipperen en te verstedelijken.
Vraag teruggevallen
De kijk van de overheid op de landbouwsector heeft ook alles te maken met de vraag hoe we omgaan met de aanpak van dierziekten zoals bse en mond- en klauwzeer. Ook hier is de individuele agrariër in belangrijke mate afhankelijk van het overheidsbeleid. De Europese Commissie en de nationale regeringen doen er op dit moment alles aan om de gevolgen van bse en mond- en klauwzeer te beperken. De vraag is echter wat daarbij verantwoord is.
Een van de gevolgen van bse is dat in een groot aantal landen de consumentenvraag naar rundvlees dramatisch is terug gevallen. Het gevolg daar weer van is dat ook de prijzen van het rundvlees zijn gekelderd. De rundvleessector is door dat alles in een neerwaartse spiraal terechtgekomen.
Om deze spiraal te doorbreken hebben de Europese Commissie en de Europese landbouwministers besloten dit jaar 1,7 miljoen runderen op te kopen en te vernietigen. Let wel, het gaat hier om kerngezonde koeien en dus om kostbaar voedsel! De maatregel is puur bedoeld om de prijs van rundvlees weer op peil te brengen.
Nu is het streven naar een redelijke prijs op zich geen verkeerd doel. Echter, het doel heiligt niet dit middel. Mijns inziens moet tegen dit doden om te vernietigen scherp protest worden aangetekend. Het is ethisch onaanvaardbaar om, puur vanwege de marktprijs, miljoenen gezonde dieren over de kling te jagen en het vlees te vernietigen. Het tekent mijns inziens vooral het culturele klimaat waarin Europa zich bevindt. Het dier heeft nog slechts instrumentele waarde. Zolang maatregelen ten nutte van de mens worden genomen, lijkt alles geoorloofd te zijn. Zo is het natuurlijk niet.
Een dier heeft vanwege zijn geschapenzijn een eigen intrinsieke waarde. Zeker, het dier is de mens in Genesis 9:3 ook gegeven om als voedsel te dienen. Maar dat laat onverlet dat de mens als rentmeester verantwoord met het dier heeft om te gaan. Hoewel je over de invulling hiervan van mening kunt verschillen, moet de conclusie toch zijn dat we met de huidige aanpak over de schreef gaan.
Kerngezond
De vraag is vervolgens hoe je dit concrete probleem dan wél aan moet pakken. De Europese Commissie probeert de gevolgen van de bse-crisis voor de langere termijn te beperken door de rundveehouderij te extensiveren. De gevolgen van de Europese maatregelen worden hiermee wel op het bordje van de rundveehouders gelegd. Minister Brinkhorst wil het probleem van de lage vleesprijs zelfs te lijf gaan met de vrije markt. Zijn adagium is: Doe niets aan de lage prijzen. De consument gaat dan vanzelf weer meer rundvlees kopen en de prijs zal zich weer herstellen.
Ik heb grote moeite met deze liberale aanpak. Ik deel de ethische verontwaardiging van de minister dat we geen honderdduizenden koeien moeten vernietigen die kerngezond zijn. Maar die ethische verontwaardiging geldt ook een aanpak die de consument ongevraagd een prijsvoordeel laat binnenhalen, maar de financiële gevolgen bij de rundveehouders neerlegt.
Een dergelijke aanpak zal tot een geweldige koude sanering leiden. Juist in deze tijd, waarin erkend wordt dat de consument bereid moet zijn meer neer te tellen voor zijn primaire levensbehoefte, is een ander beleid noodzakelijk. De samenleving zou meer daadwerkelijke solidariteit met de boeren moeten tonen.
Fokstop
Er moet een andere weg zijn om uit dit ethische dilemma te komen. Zolang er nog geen evenwicht is tussen vraag en aanbod, zullen zo nodig onorthodoxe maatregelen genomen moeten worden om de crisisperiode te overbruggen. Als we daadwerkelijk tegen de massale opkoop en vernietiging van 1,7 miljoen runderen zijn en tegelijkertijd willen streven naar een nieuw marktevenwicht, dan kunnen we ook denken aan een tijdelijke fokstop.
Het gaat mij hierbij primair om vleeskoeien. Daarvan lopen er in Europa 12 miljoen rond. Veehouders zouden voor elke koe die gedurende een bepaalde periode niet wordt geïnsemineerd, een schadeloosstelling moeten ontvangen. Ervan uitgaande dat de huidige crisis nog zeker twee jaar zal voortduren en naijlen, kan een dergelijke maatregel een enorm sanerend effect hebben. Stel nu dat tussen de 5 en 10 miljoen vleeskoeien bijvoorbeeld een jaar geen kalf krijgen, dan wordt daarmee de huidige massale vernietiging overbodig gemaakt. Een hierdoor te zijner tijd optredend vleestekort kan worden gedekt uit het nu opgeslagen en geteste vlees.
Melkveehouders zullen, om de melkproductie op gang te houden, kalveren geboren moeten laten worden. Toch zullen ook zij in beperkte mate van een dergelijke regeling gebruik kunnen maken.
Creatief
Het huidige overheidsbeleid is in feite dweilen met de kraan open. Fokken voor de vernietiging? De ethische dilemma's waar we voor staan vragen om een creatíéve aanpak.
De auteur is lid van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie.
- Labels
- Opinie
Reacties op 'Fokstop in plaats van vernietiging'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.