Dit opinieartikel is verschenen in het Nederlands Dagblad
Door: Tineke Huizinga
Gezinnen lenen zich in problemen. Rek uit huishoudboekje, kopte een krant een paar weken geleden. Het was niet het eerste alarmerende bericht. We horen steeds vaker dat vooral mensen met een laag inkomen grote financiële risico’s (moeten) nemen. Ze lenen meer en laten toch nog een heleboel onbetaalde rekeningen liggen. Onlangs werd ik aangesproken door een politieman. Het aantal huisuitzettingen vanwege huurschulden is in de stad waar hij woont in 2004 spectaculair gestegen. Hij gaat zo langzamerhand met tegenzin naar z’n werk: “Ik zet niet graag een alleenstaande uit z’n huis, maar ik vind het helemaal moeilijk om een gezin met kleine kinderen op straat te zetten”.
Ons rijke en welvarende Nederland telt op dit moment
[1] tussen de 40.000 en 93.000 huishoudens, die moeten rondkomen met een inkomen tot anderhalf keer het sociaal minimum en kampen met problematische schulden. Hun situatie is uitzichtloos. Zij kunnen de huur van hun woning en de kosten van gas, water en licht niet meer betalen en er is geen zicht op betere tijden. Het gaat in veel gevallen om eenoudergezinnen en jonge gezinnen met twee of meer kinderen. Naast de huishoudens met problematische schulden in deze inkomensgroep, zijn er ook in de hogere inkomensgroepen nog vele tienduizenden huishoudens met problematische schulden. Eén op de zes huishoudens met problematische schulden zoekt professionele hulp bij het oplossen van hun problemen.
Burgers zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor de manier waarop ze met hun geld omgaan. Laat daar geen misverstand over bestaan. De introductie van de euro was voor veel mensen een kwestie van wennen. Een prijs van 15 euro klinkt nu eenmaal heel wat voordeliger dan een prijs van 33 gulden. Maar schulden worden ook veroorzaakt door omstandigheden waar mensen zelf geen invloed op hebben. De kosten van bijvoorbeeld lokale belastingen, lesgeld, schoolboeken en ziektekostenverzekeringen gaan steeds verder omhoog. Het is te gemakkelijk om te stellen dat de overheid de problemen moet oplossen, maar de overheid heeft hierin naar mijn overtuiging wel een belangrijke taak.
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schreef in een beleidsstuk dat problematische schulden voor de betreffende huishoudens een serieus probleem vormen. Maar naar mijn mening moet hij daar aan toevoegen dat het óók een probleem voor de hele samenleving is. In sociaal en financieel opzicht. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat het kabinet daarvan onvoldoende is doordrongen. Er bestaat weliswaar een officieel schuldhulpverleningsbeleid, maar dat is niet erg succesvol. Jaar in jaar uit wordt (ruim) tweederde van de mensen met problematische schulden niet door de overheid geholpen, bijvoorbeeld omdat ze te weinig afloscapaciteit hebben of omdat de wachtlijsten bij de kredietbanken te lang zijn. De overheid moet de schuldenproblematiek veel slagvaardiger aanpakken. Concreet denk ik aan vier zaken:
1. Het beleid moet beter gecoördineerd worden. Er zijn vier ministeries betrokken bij schuldhulpverlening: Financiën, Economische Zaken, Justitie en Sociale Zaken. Tijdens een Kamerdebat over dit onderwerp wordt het kabinet door slechts één bewindspersoon vertegenwoordigd: de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op veel vragen kan hij geen antwoord geven, omdat die op het bordje van een collega thuishoren. Wat hier duidelijk ontbreekt is coördinatie. Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer is dat gelukkig met mij eens, gelet op de steun voor mijn motie die tot doel heeft het beleid meer te coördineren.
2. Integrale schuldhulpverlening – waarbij alle direct betrokken partijen samenwerken - kan veel menselijk leed en onnodige kosten voorkomen. Als maatschappelijk werk, kredietbanken, sociale diensten, woningcorporaties en andere relevante organisaties samenwerken, zal dat het aantal huisuitzettingen en het aantal door de rechter vastgestelde schuldregelingen, ook geen pretje, aanmerkelijk doen dalen. In de eerste plaats is dat winst op op maatschappellijk en menselijk terrein. Dat alleen zou voldoende reden moeten zijn. Maar ook economisch bekeken biedt de daling van het aantal huisuitzettingen voordelen. Tien huisuitzettingen kosten de samenleving al gauw meer dan 100.000 euro en evenveel dak- en thuislozen erbij kost de samenleving jaarlijks zelfs een kleine 300.000 euro! Dat is een veelvoud van de huurschuld die tot deze ellende leidt. Het is schandelijk dat in ons rijk en welvarende land huisuitzettingen als gevolg van huurachterstanden steeds vaker voorkomen, ook bij gezinnen met kinderen. De ChristenUnie vindt daarom dat het landelijk moet worden verboden om tot een huisuitzetting over te gaan, als daaraan voorafgaand geen serieuze poging tot integrale schuldhulpverlening is ondernomen. Het kabinet wil hierover binnenkort een standpunt innemen. Als dit niet slagvaardig is, zal de Tweede Kamer het kabinet daartoe alsnog moeten aansporen.
3. De overheid kan ook veel meer werk maken van het tegengaan van overkreditering. Mensen kunnen zich vaak in torenhoge schulden steken, zonder dat geldverstrekkers dat weten. Bij het Bureau Kredietregistratie (BKR) in Tiel staat wel geregistreerd welke leningen mensen bij banken hebben lopen, maar niet hoeveel studieschulden mensen hebben. Ook huurschulden en niet betaalde energierekeningen worden daar niet geregistreerd. Zo is het risicoprofiel van veel mensen die een lening sluiten om schulden af te betalen niet helder. Dat kan in dit geautomatiseerde tijdperk veel beter. Als schulden en betalingsachterstanden beter dan nu worden geregistreerd, kan in veel meer gevallen dan nu worden voorkomen dat er nieuwe schuldeisers en schuldenaars ontstaan. Natuurlijk zullen bij deze registratie de privacywaarborgen goed geregeld moeten zijn. Op mijn aandringen zal het kabinet ook hierover binnenkort een standpunt innemen.
4. Er bestaan bonafide private schuldhulpverleningsorganisaties. Zij doen goed werk in aanvulling op de kredietbanken. Probleem is dat er ook malafide clubs zijn, die schuldenaars leegkloppen en daarmee het imago van de goede organisaties bederven. Al vanaf 1995 pleit mijn partij ervoor om te komen tot een kwaliteitsborging voor private organisaties. Jammer genoeg is dat nog steeds niet geregeld, ondanks herhaalde toezeggingen. De staatssecretaris heeft nu opnieuw – naar aanleiding van mijn aangenomen motie op dit punt - beloofd dat hij zich hiervoor wil inzetten.
Huisuitzettingen zijn geen noodzakelijk kwaad. Met een goed beleid en voldoende inzet kan deze harde maatregel in veel gevallen voorkomen worden.. Het is zaak dat Kamer en kabinet hiervan doordrongen raken en ernst maken met het op touw zetten van goed beleid dat veel menselijk leed zal voorkomen..
Tineke Huizinga-Heringa
[1] Schulden: een (on)draaglijke last – onderzoek in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, september 2004.
Reacties op 'Schuldhulpverlening kan veel beter'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.