Bijdrage Eppo Bruins aan het wetgevingsoverleg inzake de tweede incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie

dinsdag 14 april 2020 00:00

Bijdrage Eppo Bruins aan een wetgevingsoverleg met minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Kamerstuknr. 35430

De heer Bruins (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ook namens mijn fractie grote dank en waardering voor het massieve steunpakket dat het kabinet heeft uitgewerkt. Ook complimenten aan de ambtenaren die hier dag en nacht aan werken. Toch zal het niet genoeg zijn om ontslagen en faillissementen te voorkomen. Veel zelfstandigen zullen ook deze tijd niet door kunnen komen zonder in de val van armoede en schulden te komen. Op basis van signalen die mij daarover afgelopen week bereikten wil ik een aantal aandachtspunten noemen.

Ten eerste het gevaar van onze overgeflexibiliseerde arbeidsmarkt. Ondanks de maatregelen zien we dat veel bedrijven afscheid nemen van flexibele krachten. Mijn collega's hebben dat hier al uitgebreid genoemd. Mijn vraag is: hoe komt dit kabinet op voor flexwerkers? Welke maatregelen kunnen er nog genomen worden? Als ik zzp'ers aan de telefoon krijg, dan moet het me van het hart dat ik toch merk dat deze mensen in groten getale nooit vrijwillig hebben gekozen voor ondernemerschap. Vaak gaat het om mensen met een klein baantje, die net een beetje kunnen rondkomen door bij te verdienen. Juist deze kwetsbare zelfstandigen vallen nu echt tussen wal en schip. Het gaat niet goed met ze. Ze zakken door het ijs, nu al, binnen een paar weken. Ze hebben geen buffer. Ik mag hopen dat dit leidt tot een grondige herbezinning van onze arbeidsmarkt met al die constructies en kwetsbare groepen.

Voorzitter. De NOW-regeling vergoedt de loonkosten. Dat is mooi voor, zeg, een accountancybureau, maar het benadeelt bedrijven die andere hoge bedrijfskosten hebben die gewoon doorlopen, ook tijdens deze lockdown. Ik denk aan kapitaalintensieve bedrijven zoals tuinders, kwekers, bedrijven met machines en grond, maar ook de grote horecaondernemers die al door de heer Van Weyenberg werden genoemd. Die hebben gewoon te maken met leasekosten en onderhoudskosten die doorlopen. Je zaak is dicht, maar de huur van je panden loopt gewoon door. Als je je zaak op omzet draait en niet op marge, zoals horecaondernemers doen, dan heb je een toekomst van nu nog maanden dicht zijn. Je kan een restaurant niet op halve kracht openzetten, want dan blijf je verlies draaien. Het is dus een pijnlijke vraag, maar kan zo'n ondernemer niet beter nu direct faillissement aanvragen in plaats van nu eerst miljoenen lenen bij de bank en dan alsnog failliet gaan? Wat zegt het kabinet tegen ondernemers met andere hoge bedrijfskosten dan alleen loonkosten? Die overweging van nu al faillissement aanvragen speelt nu al serieus bij de grote horecaondernemers.

Voorzitter. Ik vraag ook aandacht voor de positie van arbeidsmigranten. Zij zitten letterlijk en figuurlijk klem. Het landelijke Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel maakt zich grote zorgen. Kan de minister goede afstemming garanderen tussen de Inspectie SZW, de gemeenten en de politie?

Een andere kwetsbare groep …

De voorzitter:
Meneer Bruins, voordat u naar een nieuwe kwetsbare groep gaat, is er een interruptie van de heer Baudet van FvD.

De heer Baudet (FvD):
Ik ben het helemaal eens met de observatie van de heer Bruins dat juist ondernemers die niet zozeer primair loonkosten maken, maar andere soorten kosten, een groot risico lopen om tussen wal en schip te vallen in de huidige regeling. Betekent dit dat de heer Bruins ook sympathiek staat tegenover ons voorstel, zoals vorige week gelanceerd, om een aanvullende regeling met omzetcompensatie voor ondernemers op te tuigen?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Sympathie zeker, maar ik weet niet of het mogelijk is. Ik weet niet hoe je het moet inrichten. Ik weet niet of het snel kan en ik weet ook niet hoeveel het zou kosten. Maar je ziet op dit moment inderdaad dat, als je alleen de loonkosten in ogenschouw neemt, je bepaalde sectoren bevoordeelt en andere heel belangrijke industrieën, zoals de maakindustrie waar ons land toch nog steeds op drijft, benadeelt. Je zou bijvoorbeeld het jaarverslag 2018 kunnen nemen — dat is gedeponeerd — en kunnen kijken wat de bedrijfskosten zijn. Dat is openbare informatie. Ik zou deze heel relevante vraag van de heer Baudet graag willen doorspelen naar de minister om te kijken wat er mogelijk is, of het uitvoerbaar is en of het betaalbaar is.

De heer Baudet (FvD):
In aanvulling daarop: dat gaan we zeker doen. Dat wordt zo meteen een interessant debat, maar het gaat ook om krediet. Het is echter duidelijk dat de banken niet snel genoeg over de brug komen. Dat stond vanochtend ook in de kranten. Mensen zitten echt met acute liquiditeitsproblemen. Ook daar hebben wij een voorstel voor opgetuigd. Heeft de heer Bruins daar kennis van genomen en kan hij daar ook met sympathie over spreken?

De heer Bruins (ChristenUnie):
Wat betreft krediet zijn er heel veel regelingen. Ik krijg daar ook wisselende signalen over. Ik heb zelf ook met banken gesproken om te horen wat ze doen. De banken kwamen heel negatief uit de berichtgeving, maar uit de gesprekken die ikzelf met ze heb, merk ik wel dat ze alles op alles zetten om het bedrijfsleven te helpen. Met kredieten zullen we echter niet alles kunnen redden. Uiteindelijk draait het om de liquiditeit en de vraag hoe je deze periode doorkomt. Er zijn heel veel regelingen die op dit moment nog tot stand moeten worden gebracht. Ook de niet-bancaire instellingen zouden hier soelaas moeten kunnen bieden. Die staan er ook klaar voor. Het ministerie van Economische Zaken moet wat dat betreft echt harder aan de touwtjes trekken, maar dat valt buiten de orde van dit debat. Er zijn heel veel maatregelen te nemen. De voorstellen van de heer Baudet zal ik serieus in ogenschouw nemen.

Ik wil aandacht vragen voor een andere kwetsbare groep. Mijn fractievoorzitter vroeg daar in het plenaire debat ook aandacht voor. Het gaat om de prostituees die nu achter de ramen verdwijnen en fysiek of financieel worden gedwongen om verder te werken in de thuisprostitutie. Ik vraag de minister en de staatssecretaris om deze mensen niet aan hun lot over te laten. Is het kabinet bereid om samen met de gemeenten een noodmaatregel voor hen te treffen, op zijn minst gericht op voedsel en onderdak?

Ik wil ook de aandacht vestigen op ondernemers in de grensregio. Kan het woon- of vestigingsvereiste worden losgelaten bij steunmaatregelen en kan in plaats daarvan het land waar men sociaal verzekerd is als richtlijn worden gehanteerd? Ik vraag ook aandacht voor de voedselbanken. Is die 4 miljoen wel genoeg? Kan dat vermeerderd worden wanneer dat nodig is? Kan er een vinger aan de pols worden gehouden? Kan het als cofinanciering worden gebruikt bij Europese regelingen?

Tot slot een oproep. De overheid is de grootste inkoper van dit land. Zij kan in deze tijd helpen door gewoon door te gaan met inkopen. Ik krijg signalen dat gemeenten, maar ook andere overheden toch zijn gestopt met inkopen. Kan de overheid ook aan de omzetkant helpen en niet alleen door een tegemoetkoming in de kosten? Kan de minister aangeven hoe hij de overheden op alle niveaus kan inzetten om te blijven inkopen en dit land draaiend te houden?

De voorzitter:
Dank, mijnheer Bruins.

Meer informatie

Labels
Bijdragen
Eppo Bruins
Sociale Zaken

« Terug

Archief > 2020 > april