Bijdrage Eppo Bruins aan het algemeen overleg Voltooiing Europese bankenunie

donderdag 31 mei 2018 00:00

Bijdrage Eppo Bruins aan een algemeen overleg met minister Hoekstra van Financiën

Kamerstuknr. 21 501 – 07

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. «Risico’s daar leggen waar ze horen, daar is de bankenunie op gericht. Afspraken over gezamenlijke regels, centraal toezicht en plannen voor het omgaan met banken in problemen hebben de afgelopen jaren bijgedragen aan de vermindering van risico’s in de Europese banken-sector.» Dat schrijft de Minister in zijn brieven en dat is een feit, maar het is daarmee nog niet een geruststellende mededeling. De retorische vraag van Hans Hoogervorst gisteren in het rondetafelgesprek sprak boekdelen. Hij zei: «Zou u geld uitlenen aan een bedrijf met een eigen vermogen van 3%?» «Ik denk het niet zonder een hele sterke staatsgarantie, en dat is dus nog steeds het geval bij banken», zo sneerde hij. Over dit onderwerp zo meteen meer.

Terug naar eind vorige week, toen Minister Hoekstra enthousiast huiswaarts keerde met een pakket afspraken. Hij schreef ons: «Met het voorliggende pakket is een belangrijk akkoord bereikt over het reduceren van risico’s in de Europese bankensector. De aandeelhouders en investeerders draaien er als eerste voor op als een bank in de problemen komt en daarvoor moeten banken buffers aanhouden. Daarnaast moeten banken met dit akkoord voor het eerst altijd een minimum aan eigen vermogen aanhouden, ongeacht de risico’s.»

Als ik de afspraken op me in laat werken en vergelijk met de huidige situatie in Europa, dan betekenen ze inderdaad een stap vooruit. Maar waar komt het enthousiasme van de Minister over deze afspraken nou precies vandaan? Of, anders gevraagd, wat heeft de Minister van de Nederlandse wensen nu precies wel en precies niet gerealiseerd en hoe apprecieert hij dat? Ik denk bijvoorbeeld aan de inzet van het Nederlandse kabinet met betrekking tot de MREL. En wat was nou precies zijn inzet met betrekking tot de leverage ratio? Was dat in beginsel nog die 4% als minimumnorm, of was het alleen de 3% plus een opslag voor relevante systeembanken, conform zijn brief van april en de uiteindelijke uitkomst? Ik sluit wat dat betreft graag aan bij de woorden van de heer Nijboer. En wat kan hij ons melden over de voortgang in strijdpunten als een betere weging van risico’s op staatsobligaties, het doen van gezondheids-toetsen en het aanpakken van de niet-presterende leningen? Hoe groot is de kans van slagen op deze onderwerpen, zo vraag ik de Minister. Voorzitter. In hoeverre is met de gemaakte afspraken het Europese depositogarantiestelsel dichterbij gekomen? Of is dit «sluitstuk», zoals dat dan heet, voorlopig op de lange baan geschoven, iets waar mijn fractie zeker niet rouwig over zal zijn.

Voorzitter. Uiteindelijk is de kernvraag: zijn de banken in Nederland en in de hele EU nu gezond genoeg om een volgende banken- en schuldencrisis aan te kunnen zonder op de schouders van de belastingbetalers te leunen? En komen al deze maatregelen eigenlijk wel op tijd? We praten over 2023, 2024; dat is nog een heel eind weg en daar maak ik me zorgen om. Tal van indicatoren en ratio’s met betrekking tot de kapitaalspositie van banken hebben zich sinds de vorige crisis positief ontwikkeld, en toch zijn er grote zorgen of de kapitaalvereisten en de risicoreductie afdoende zijn. Dat klonk ook gisteren in het rondetafelgesprek duidelijk door.

Hoewel ik de mitsen en de maren van een veel hogere leverage ratio ken, omdat het risico en de ratio niet zijn meegewogen, blijf ik die 3% als minimum, en 3,5% voor de ING, zeer weinig vinden. Ik snap dat het gek zou zijn als de hoge, maar relatief veilige Nederlandse hypotheken zouden moeten worden ingeruild voor staatsobligaties uit een zuidelijk land met aanmerkelijk hogere risico’s, en ik snap dat een bank iets anders is dan een willekeurig bedrijf, maar de al aangehaalde uitroep van Hoogervorst gisteren houdt natuurlijk een stevige kern van waarheid in.

Ik sluit af. Als het economisch en op de financiële markten weer eens flink begint te stormen, zouden dan al die percentages vrij dicht bij nul niet gerommel in de foute marge zijn geweest? En dan heb ik het nog niet eens over dat zeer ruime monetaire verruimingsbeleid van de ECB, dat natuurlijk nooit had mogen beginnen en allang had moeten zijn gestopt. En ook na een reactie op dit meer fundamentele aspect met betrekking tot een gezond bankwezen ben ik benieuwd naar een reactie van de Minister. Daarbij laat ik het voor mijn eerste termijn. Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Blijft u nog even staan, want heer Snels, de heer Van Dijck en de heer Nijboer willen u een vraag stellen. Eerst de heer Snels.

De heer Snels (GroenLinks):

Ik ben blij met het verhaal van de heer Bruins. Hij stelt ook kritische vragen aan de Minister. Maar ik heb een vraag aan de heer Bruins over het regeerakkoord. De Minister moet het regeerakkoord uitvoeren, maar u bent medeverantwoordelijk voor wat er in het regeerakkoord staat. Nou heb ik toch wel een vraag over de cryptische tekst over de leverage ratio in het regeerakkoord.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ja, pagina 34.

De heer Snels (GroenLinks):

«Zodra de zwaardere eisen van Basel IV van kracht worden, wordt de eis van de leverage ratio in overeenstemming gebracht met de Europese eis.» Met die «eis van de leverage ratio» wordt dus de eis die we nu stellen, die van 4%, bedoeld. Moet ik het nu zo lezen dat de leverage ratio als eis in Nederland van 4% naar 3% gaat, of interpreteer ik het regeerakkoord fout? Of vindt de heer Bruins dat op dit punt het regeerakkoord dan aangepast zou moeten worden?

De heer Bruins (ChristenUnie):

Zoals de heer Van Rooijen al zei, is er geen optimale hoogte van de leverage ratio. Ik vind het positief dat er nu gefocusseerd wordt op andere indicatoren dat die leverage ratio, ook vanwege de perverse effecten die die leverage ratio met zich meebrengt. Ik vind dat er een stijgende lijn in alle indicatoren hoort te zitten, en ook in de leverage ratio. Ik vind dat het pakket zoals het er nu ligt inderdaad zwaarder en beter is. Dan zou het focusseren op alleen die leverage ratio weleens, zoals ik zei «gerommel in de foute marge» kunnen zijn.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik heb even aangehoord wat de ChristenUnie vertelde, maar ik mis Carola Schouten een beetje.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Wij ook, voorzitter.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Want Carola Schouten had in de vorige kabinetsperiode een heel andere toon en trok veel meer op met de eurokritische partijen zoals de PVV. Zij liet het niet gebeuren dat wij verdergingen in risicodeling met zombie-banken in Italië. We hebben afgelopen maandag gezien waar dat toe kan leiden. Met andere woorden: waar is de ChristenUnie gebleven, vanwaar die draai? Hou die kritische noot vast, want we worden in een transferunie gerommeld, en de ChristenUnie heeft bij dezen, met zo’n inbreng, bloed aan de handen als dat gebeurt. En voorzitter, mag ik dan de ChristenUnie er nog even op attenderen dat die partij ook voor een motie van Baudet heeft gestemd, die de regering oproept om onder geen enkele voorwaarde akkoord te gaan met een transferunie? Dus de ChristenUnie is nu voorstander van een transferunie. Is dat de ChristenUnie 2.0?

De heer Bruins (ChristenUnie):

Laat ik beginnen te zeggen dat wij in de ChristenUniefractie allen mevrouw Schouten buitengewoon missen. Af en toe komt ze langs bij ons op de gang en dan zijn we ontzettend blij haar weer te mogen begroeten en drinken we samen een warm kopje koffie. Dat zijn goede gesprekken. De toon van de ChristenUnie is niet veranderd, zoals wordt gesuggereerd, en ook de houding van de ChristenUnie is niet veranderd. En ik denk dat er geen enkele partij in dit parlement is die voorstander is van een transferunie. Laten we hopen dat dat ook nooit gaat gebeuren.

De heer Tony van Dijck (PVV):

De heer Bruins zegt: de toon is niet veranderd en niemand is voorstander van een transferunie. Maar de toon is veranderd, want dat hoorden we net. En ze stemmen voor of tegen een motie die oproept om een transferunie te voorkomen. Dus wat zegt u nou? U zegt iets anders dan u doet.

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter, ik stel voor dat we een tekstanalyse loslaten op de oude en de nieuwe teksten. Dan kunnen we kijken of de toon is veranderd. De positie van de ChristenUnie is niet veranderd en ik spreek dezelfde woorden als mevrouw Schouten dat tot oktober deed.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik vind dat de heer Bruins een hele goede inhoudelijke inbreng had en ik zie in de brief van 24 april 2018 dat de Minister zegt: ik zet op Europees niveau in op een wettelijke verankering van de harde leverage-ratio-eis van 3%. Daar vroeg u naar, maar het antwoord staat in de Kamerbrief die de Minister voorafgaand heeft gestuurd. Nou vraag ik me wel het volgende af. Aan de ene kant is er deze stevige inbreng, die ik goed vind. Elke euro 33 keer uitlenen is niet goed en daar gaan die banken aan ten onder, dus dat moet hoger en alle indicatoren moeten omhoog. Hoe verhoudt zich dat dan tot én de inzet van de Minister, én straks de uitkomst dat in Nederland volgens het regeerakkoord de eisen niet omhoog maar naar beneden gaan? Alle indicatoren moesten toch omhoog. Welk stuk fruit is dit om door te slikken? Een ananas?

De heer Bruins (ChristenUnie):

De fruitmand wordt steeds verder gevuld. Het is heel goed dat die 3% nu ook echt iets gaat betekenen in Europa, dat het totaalpakket er nu ligt dat echt veel zwaarder is. Ik maak me vooral zorgen over de termijn waarop dat gebeurt; het zou wat mij betreft veel sneller mogen. Maar het pakket is echt veel zwaarder en veel strenger. Wat de ChristenUnie betreft hoeft die leverage ratio niet omlaag en blijft die 4% in Nederland, maar ik hoor heel graag wat de Minister nu gaat doen en hoe hij gaat handelen in zijn gesprekken met de banken. Dat is wat mij betreft op dit moment wat ik als eerste wil horen van de Minister, omdat hij gaat over deze materie.

De voorzitter:

Tot slot, meneer Nijboer.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik ben blij met deze inzet; laat ik dat gewoon zeggen. Ik vind dit een helder politiek standpunt en we moeten maar zien hoe dat verder loopt. Ik ben het op één punt niet eens met de heer Bruins. Hij zegt: eigenlijk is dit in dat hele pakket een niet heel groot punt en is het een grote verbetering. Ik betoogde zojuist juist dat enerzijds al die afspraken en anderzijds de verlaging van die leverage ratio niet tegen elkaar opwegen. Die leverage ratio gaat over 20 miljard echt hard kapitaal. Dat bail-inkapitaal komt er natuurlijk allemaal aan met die internationale regelgeving, dus dit is echt wel het cruciale punt. Dat wordt ook wel aangetoond doordat wij niet overstelpt zijn met lobbybrieven en effecten. Zou de heer Bruins zijn gezichtspunt daarover nog eens naar voren willen brengen?

De heer Bruins (ChristenUnie):

Ik denk dus dat het uiteindelijk gaat om het totaalpakket en ik denk wel degelijk dat het totaalpakket zoals dat nu vanuit Europa naar ons toe is gekomen, wat we hebben gelezen en wat de Minister heeft geschreven, echt zwaarder is dan wat we hadden, met name ook omdat er echt sancties tegenover staan. Blijft natuurlijk dat de leverage ratio een belangrijke en misschien wel de meest belangrijke indicator is, maar ik ben wel heel blij dat er niet meer alleen maar gefocusseerd wordt op de leverage ratio, ook vanwege de negatieve effecten die het heeft; daar weet de heer Nijboer ook alles van. Dus ik zou heel graag naar het totaal willen kijken. Laten we met z’n allen ons best doen om die bankensector echt in de greep te krijgen, want die kan ons uiteindelijk wel weer de volgende crisis insleuren. De ChristenUnie zal enorm haar best doen om mee te kunnen gaan in alles wat er kan gebeuren om dat te voorkomen.

De voorzitter:

Dank.

Verdere informatie

Labels
Bijdragen
Eppo Bruins
Financiën

« Terug

Archief > 2018 > mei