Inbreng bij realisering doelstellingen nota werken aan winst

dinsdag 11 juli 2006 14:54

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van de voorstellen van de regering tot wijziging van de belastingwetten. Evenals de regering onderstrepen de leden van de ChristenUnie-fractie het belang van een goede internationale concurrentiepositie. Een goed vormgegeven fiscaal beleid kan hier een bijdrage aan leveren. De regering stelt dat de voorgestelde wijzigingen goed zijn voor de werkgelegenheid en een stimulans vormen voor innovatie. Bevordering van de werkgelegenheid en van innovatie zijn beleidsdoelstellingen die de leden van de fractie van de ChristenUnie ondersteunen.

De genoemde doelen worden echter niet geconcretiseerd, behoudens de opmerking dat het kabinet aan het einde van de kabinetsperiode weer in de mondiale ‘top 5’ wil staan van landen met een gunstig vestigingsklimaat. De kosten van de voorgestelde wijzigingen zijn aanzienlijk. Er is sprake van een budgettair tekort van € 730 miljoen. Vragen die bij deze leden rijzen zijn: wat is de relatie tussen de budgettaire effecten en de te behalen doelstellingen? Aan welke parameters wordt afgemeten of het beleid daadwerkelijk effectief is geweest? Wat zijn naast de te verwachten structurele budgettaire effecten, de effecten voor jaar 1 en jaar 5 (pag. 30 ‘Werken aan Winst’ en ‘Nota Werken aan Winst’, pag. 38)?

Nederland probeert de discussie rondom een geharmoniseerde geconsolideerde grondslag voor de vennootschapsbelasting te koppelen aan een discussie over minimumtarieven. De leden van de ChristenUnie-fractie zijn benieuwd naar de Europese stand van zaken op dit gebied. In hoeverre neemt de regering het initiatief in deze discussie? Zoals de regering zelf al stelt is niets doen niet gepast in de huidige situatie. De ‘race to the bottom’ is uiteindelijk niet vruchtbaar naar de mening van deze leden.

Op pagina 4 van de memorie van toelichting wordt op het gevaar gewezen dat kleinere, nationaal georiënteerde bedrijven te maken kunnen krijgen met te hoge lasten. Dit gevaar vervult de leden van de ChristenUnie-fractie met zorg. Daarom willen deze leden graag een nadere toelichting op de cijfers uit tabel 2. Hebben zich in de tussenliggende periode beleidsmatige wijzigingen voorgedaan die de gepresenteerde veranderingen hebben veroorzaakt? Of is bijvoorbeeld de winst in het MKB veel sterker toegenomen dan bij het grootbedrijf?

De MKB-winstvrijstelling in de inkomstenbelasting is ingesteld, om net als in de vennootschapsbelasting, een maatregel te treffen die een prikkel vormt voor ondernemersactiviteiten. Op deze manier worden verschillende vormen van ondernemerschap gestimuleerd. ‘Ongelijke behandeling van gelijke gevallen’ wordt voorkomen. Tegelijkertijd doet zich echter een ander effect voor. Ondernemers worden in de inkomstenbelasting geconfronteerd met een effectief toptarief van 47%, terwijl mensen in loondienst te maken hebben met een toptarief van 52%. Op welke wijze is deze ongelijke behandeling te rechtvaardigen? Hoe verhoudt het draagkrachtprincipe zich met de MKB-winstvrijstelling, zo vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie.

Door de introductie van de octrooibox mist de staat naar verwachting € 300 miljoen aan belastinginkomsten per jaar. Wat zijn de te verwachten ‘maatschappelijke’ opbrengsten van de introductie van de octrooibox? De positieve effecten van een octrooibox doen zich pas voor, nadat er daadwerkelijk innovatie heeft plaatsgevonden en er een octrooi is verleend. De fiscale voordelen komen alleen tot uiting op het moment dat de investeringen daadwerkelijk tot winst leiden. Zijn maatregelen die de kosten van het ‘ontwikkelen van een octrooi’ verlagen niet veel effectiever, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie. Voorts vragen deze leden hoe de regering de relatie ziet tussen de zogenaamde ‘kwekersrechten’ en de octrooibox.

In het wetsvoorstel wordt met betrekking tot de rentebox gebruik gemaakt van een tarief van 5%. Het is nog de vraag of die 5% toegestaan zal worden in de Europese Unie. Indien uiteindelijk toch een tarief van 10% zal moeten worden toegepast, in hoeverre is dat percentage een verbetering ten opzichte van de huidige situatie?
In de memorie van toelichting wordt ter verdediging van de ‘5%’ aangevoerd dat er andere landen zijn die dergelijke activiteiten tegen aanzienlijk lagere percentages dan 10% belasten. De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn geïnteresseerd in de tarieven van de ons omringende landen.
Het 5%-criterium krijgt het karakter van een harde grens. In hoeverre kan dit problemen opleveren met het structureren van bedrijfsopvolgingen in het MKB?

Een deel van de financiering van de voorstellen komt uit grondslagverbredende maatregelen. De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn blij te kunnen constateren dat de regering deze verbreding geen vorm wil geven door middel van het schrappen van specifieke aftrekregelingen. De giftenaftrek en de maatregelen tot bescherming/ bevordering van het milieu hebben hun waarde bewezen.

De Raad van State adviseert de nieuwe regeling met betrekking tot de waardering van onderhanden werk te beperken tot langlopende projecten, omdat dit een aanzienlijke verlichting van de administratieve lasten betekend. Wat zijn de budgettaire effecten als dit voorstel van de Raad zou worden overgenomen?

De veranderingen met betrekking tot het afschrijvingsregime betekenen een aanzienlijke lastenverzwaring. In tabel 5 is het totale effect van alle maatregelen weergegeven. De leden van de fractie van de ChristenUnie zouden graag vernemen hoe de cijfers voor de diverse sectoren eruit zien, uitgesplitst in lastenverlichting aan de ene kant en lastenverzwaring aan de andere kant. Is het te rechtvaardigen dat de sector exploitatie onroerend goed erop achteruit gaat, terwijl alle andere sectoren per saldo te maken hebben met positieve effecten
Labels
André Rouvoet
Bijdragen

« Terug

Reacties op 'Inbreng bij realisering doelstellingen nota werken aan winst'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.