Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Preventiebeleid

woensdag 14 december 2016 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber aan een algemeen overleg met minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Preventiebeleid

Kamerstuk:    32 793          

Datum:           14 december 2016

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Dit is het laatste overleg in deze kabinetsperiode over preventiebeleid. Daar ga ik in ieder geval van uit. Met slechts vier minuten spreektijd kan ik helaas maar een paar onderwerpen aanstippen. De bewindspersonen zeggen over hun eigen beleid dat zij erin zijn geslaagd om een maatschappelijke beweging op gang te brengen. Dat zal zo zijn, maar tegelijkertijd blijft gezondheidswinst vooralsnog uit. Ik deel de analyse van de KNMG dat het preventiebeleid te vrijblijvend is en onvoldoende het niveau van experimenten en lokale initiatieven ontstijgt. Meer inspanning en wet- en regelgeving zijn nodig om preventie effectief te maken. Ook het ibo-rapport schetst dat reguleren en beprijzen weliswaar ingrijpende instrumenten zijn, maar ook het meest effectief de gezondheid bevorderen. Wat doet het kabinet met deze aanbevelingen? In hetzelfde ibo-rapport lezen we dat de afspraken over verbetering van de productsamenstelling geen effect hebben en dat er geen bewijs is voor de effectiviteit van zelfregulering door de levensmiddelenindustrie. De ChristenUnie vraagt daarom aan de Minister om het voortouw te nemen in Europa en te komen tot regelgeving. De aangenomen Raadsconclusies over verbetering van de samenstelling van voedingsmiddelen verdienen een vervolg.

Intussen mogen we in eigen land niet stilzitten. De doelen van de levensmiddelenindustrie zijn volgens de wetenschappelijke adviescommissie hooguit matig ambitieus. Hier moet echt een tandje bij. Daarom vraag ik de Minister om de wetenschappelijke adviescommissie de hoogst haalbare criteria te laten opstellen zodat fabrikanten daaraan kunnen toetsen. Zorg er verder voor dat er per productgroep maximumgehaltes komen, niet door de stuurgroep maar door de wetenschappelijke adviescommissie vastgesteld. Wil de Minister dit oppakken? De ChristenUnie is teleurgesteld over de voedselapp. Is deze nu hét antwoord van de Minister op het mislukte vinkjeslogo? Mensen moeten in één oogopslag het schap kunnen beoordelen op gezonde en minder gezonde producten. Nodig is een gezondekeuzelogo, gebaseerd op de Schijf van Vijf, beheerd door een onafhankelijke organisatie waar alle ketenpartijen aan meedoen. Wil de Minister zich daarvoor hardmaken? De ChristenUnie vindt het belangrijk dat kinderen gezond opgroeien. Daar slagen we onvoldoende in. Sluipsuikers zijn overal. Kinderen krijgen 80 gram tot 100 gram suiker per dag binnen, maar de Wereldgezondheidsorganisatie adviseert maximaal 50 gram suiker per dag en liever nog minder. Kindermarketing wordt dan wel aan banden gelegd, maar dat gebeurt op basis van criteria van de industrie in plaats van de Schijf van Vijf. Steeds meer kinderen, zelfs jonge kinderen onder de 10 jaar, ontwikkelen ouderdomsdiabetes. De Minister vond het helaas niet nodig om ondersteuning te bieden bij het in beeld brengen van deze kinderen en het ontwikkelen van een richtlijn van goede zorg.

Mijn volgende punt betreft de gezonde scholen. Nog maar 30% van de scholen heeft een gezonde kantine, terwijl de Kamer heeft uitgesproken dat dat op 1 januari 100% moet zijn. Hoe gaat het met het roken op scholen? Waarom lees ik daar niets over in de brief die de Kamer gisteren ontving? Het mag duidelijk zijn: ik maak mij echt grote zorgen. Iedere generatie is minder gezond en dit kabinet komt niet verder dan het bijbuigen van de trend in plaats van het ombuigen ervan. Het kabinet kán toch niet volhouden dat de inzet voldoende is? Graag een reactie hierop. De ChristenUnie volgt de ontwikkelingen rond de health checks nauwlettend. We vinden het belangrijk dat gebruikers een goed geïnformeerde keuze kunnen maken. Er moet objectieve en specifieke informatie komen over kwaliteit, nut en noodzaak van health checks. De Minister kan en mag dit niet overlaten aan de aanbieders. Ook moeten mensen goed geïnformeerd worden over de mogelijke gevolgen van testuitslagen. Bij dat alles moet voldoende oog zijn voor mensen met een lage SES, ouderen of andere soms kwetsbare groepen. Wij vragen de Minister om ervoor te zorgen dat er onafhankelijke, betrouwbare en specifieke informatie over health checks wordt ontwikkeld. We vragen de Minister ook om onderzoek te laten doen naar de effecten van health checks op individueel en op maatschappelijk niveau.

Het concept positieve gezondheid van Machteld Huber past prima binnen het preventiebeleid. De ChristenUnie heeft van harte het amendement van D66 gesteund om er 1 miljoen voor beschikbaar te stellen. Immers, op termijn geeft de aandacht voor positieve gezondheid niet alleen welzijns-winst maar ook kostenbesparing. Gaat het kabinet hier wel mee aan de slag?

Tot slot dringt de ChristenUnie erop aan dat de Staatssecretaris een positief besluit neemt over continuering van het voor gemeenten zo succesvolle GIDS-programma en het Gezond In ...-programma.

De heer Ziengs (VVD): Ik hoor de ChristenUnie heel nadrukkelijk zeggen dat zij voorstaat dat Nederland vooropgaat in het reduceren van zout, suiker en vet in producten. Is mevrouw Dik-Faber zich ervan bewust dat wanneer je dat eenzijdig doet op de open markt hier in Europa, de consument niet minder zout gaat gebruiken, en ook niet minder suiker en ook niet minder vet, maar dat hij gewoon een ander product pakt, van een concurrerend bedrijf uit de landen ons heen?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik weet dat de Minister het onderwerp gezonde voeding tot speerpunt heeft gemaakt tijdens het Europees voorzitterschap. Dat heeft geleid tot Raadsconclusies over verbetering van de samenstelling van voedingsmiddelen. Dat is een Europees traject, waar wat mij betreft nu vervolgstappen in worden gezet. Ik zou heel graag zien dat er Europese regelgeving komt om te voorkomen wat de heer Ziengs zegt, dat er producten uit het buitenland in het schap belanden en mensen alsnog een ongezonde keuze maken. Tegelijkertijd vind ik dat wij niet stil mogen zitten. We hebben niet voor niets een wetenschappelijke adviescommissie die adviezen geeft. Ik vind dat die adviezen serieus moeten worden genomen en dat de adviescommissie met best practices moet komen, zodat de levensmiddelenindustrie zich daaraan kan optrekken. Dat appel doe ik op de levensmiddelenindustrie, in afwachting van Europese regelgeving.

De heer Ziengs (VVD): Ik hoorde mevrouw Dik-Faber heel nadrukkelijk zeggen dat ze pleit voor een gelijk speelveld in Europa, maar dat, als dat niet op tijd gerealiseerd wordt, Nederlandse bedrijven maar voorop moeten gaan lopen in dezen. Dan krijg je dus gewoon een ongelijk speelveld, stel ik vast.

De voorzitter: Ik heb niet echt een vraag gehoord; ik weet niet of mevrouw Dik-Faber toch wil reageren? Anders gaan we naar mevrouw Ouwehand, die ook een interruptie heeft.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik houd het kort, want ik heb hierover gezegd wat ik had willen zeggen. Ik kan niet wegkijken als kinderen per dag twee keer zo veel suiker binnenkrijgen als goed voor hen is. Ik kan niet wegkijken als er niet minder zout geconsumeerd wordt, iets wat ook de Minister heel triest vindt. Ik doe dus een appel op de VVD om daarin verantwoordelijkheid te nemen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): De Partij voor de Dieren en de ChristenUnie kunnen elkaar op preventie heel vaak en ver vinden. Het enige punt waarop het soms misgaat, is dat van de gevaren voor de volksgezondheid van de intensieve veehouderij. Er is een pleidooi vanuit de Kamer om de Q-koortsslachtoffers volledig te compenseren. De Minister zegt dat zij 10 miljoen geeft aan de Stichting Q-Support, maar dat zij niet zal overgaan tot volledige compensatie. Wat vindt de ChristenUnie daarvan?

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Bij mijn weten heeft de ChristenUnie altijd alle voorstellen betreffende de Q-koortsslachtoffers gesteund, ook voorstellen die onlangs nog door de SP gedaan zijn, in een amendement, en voorstellen die de PvdD doet. Ik vind echt dat mensen hierin recht moet worden gedaan.

Mevrouw Ouwehand (PvdD): Fijn om te horen! Mag ik deze oproep doorgeleiden naar het kabinet? Ik kwam niet toe aan mijn Q-koortsvraag in mijn eigen termijn. Bij dezen, alstublieft.

De voorzitter: Dat is zeer efficiënt gebruikmaken van interrupties. Waarvan akte.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

 

Labels
Bijdragen
Carla Dik
Zorg, Welzijn & Sport

« Terug

Archief > 2016 > december