WMO en de kerken

vrijdag 19 januari 2007

Kerken staan vanouds midden in de samenleving. Zij zijn er onderdeel van en hebben tegelijk een boodschap voor die samenleving. Want Christus leert ons dat je je naaste moet liefhebben. En dat niet alleen in de kerk, maar ook daar buiten. Daarom is er vanouds veel door de kerken gedaan in de samenleving: bijv. ziekenverzorging, en zorg voor de armen. De WMO zouden we als een uitdaging kunnen zien om als kerken weer meer die oude taak op te pakken. Een verslag van de bespreking.

Verslag bijeenkomst kerken met CDA en CU.
Datum: 30-11-2006
Onderwerp: WMO.

Opening
CDA raadslid Ria van Dijk opende deze informatieve avond met het lezen van een stukje uit Johannes. Hierna heette zij de aanwezigen van harte welkom. In totaal waren er 31 kerken en 65 personen aanwezig, waaronder ook raadsleden van CDA, CU en PvdA. Verder was later op de avond wethouder Liese aanwezig.

Inleiding Mettina Grimmerink
Na de opening kreeg CU raadslid Mettina Grimmerink het woord. Zij gaf een korte uiteenzetting van het doel van deze bijeenkomst en van de WMO.

Waarom deze avond
Het idee om deze avond te organiseren, kwam bij ons op na een aantal reacties van kerken, die graag betrokken zijn bij het WMO beleid en ons vroegen als christelijke partijen, wat ze konden doen. Andere kerken hadden vooral ook behoefte aan informatie. Zo komt het dat we vanavond met zo velen bij elkaar zijn. We willen graag van elkaar leren, horen over initiatieven die er al zijn op vrijwilligersgebied. En misschien kunnen we aan het eind van de avond ook een paar afspraken maken.

De komst van de nieuwe wet WMO
Eerst zal ik in het kort wat over de WMO vertellen, want daar is het uiteindelijk allemaal mee begonnen.
Op 1 jan. 2007 wordt de nieuwe Wet Maatsch. Onderst. (WMO) ingevoerd.
In deze wet worden de oude Welzijnswet en de WVG opgenomen, wetten die al door de gemeente werden uitgevoerd. Maar daarnaast wordt ook een deel van de AWBZ naar de gemeente overgeheveld. Zo is het voortaan de gemeente die de toegang tot de hulp bij het huishouden regelt.
De wet wordt gefaseerd ingevoerd. Dat betekent dat niet alle AWBZ taken ineens naar de gemeente overgaan, maar dat de gemeente er tussen 2007 en 2008 geleidelijk aan steeds meer taken bij krijgt.
Om die taken uit te kunnen voeren gaat een deel van de huidige AWBZ middelen over naar het Gemeentefonds. Gemeenten krijgen dus wel een hogere uitkering dan tot nu toe.

Bezuiniging?
Van alle kanten hoor je dat de invoering van de Wmo een ordinaire bezuinigingsmaatregel is. Dat is echter geenszins het geval. Deze wet is geen bezuiniging maar een kostenbeheersende maatregel. Als er niets gedaan zou worden zou de AWBZ onbetaalbaar worden. Daarom kwam de staatssecretaris met het idee om bepaalde onderdelen van de zorg uit de AWBZ te halen en die door de gemeenten te laten uitvoeren. De gedachte hierachter was dat gemeentes het dichtst bij de burger staan, zij moeten beter kunnen beoordelen wat cliënten nu echt nodig hebben dan dat de landelijke overheid dat kan. Zorg op maat dus. Afgesproken is dat het hele budget dat tot nu toe besteed werd voor de huishoudelijke zorg in de AWBZ nu naar de gemeentes gaat. Alleen wordt er dan geen rekening mee gehouden dat er elk jaar meer zorg gevraagd wordt, oa door de vergrijzing. Daarom weten we nu nog niet of het budget voor de WMO ook in de toekomst voldoende zal zijn.

Prestatievelden
Wat de gemeente in de nieuwe wet WMO moet doen, wordt in 9 prestatievelden uitgewerkt:
1.Het bevorderen van de sociale samenhang in en de leefbaarheid van dorpen,
wijken en buurten
heel belangrijk voor de goede uitvoering van WMO
2.Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen en hun
ouders
zodat er daarna minder zorg nodig is omdat het mis gegaan is
3.Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning
dat gebeurt straks in het Ene Loket
4.Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers
want die moeten de zorg die zij geven wel vol kunnen houden
5.Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en de
zelfstandigheid van mensen met een beperking
want iedereen moet meedoen
6.Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking ( hulpmiddelen
voor gehandicapten)
7.Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang
8.Het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg
9.Het bevorderen van het verslavingsbeleid

Dit zijn niet allemaal nieuwe taken voor de gemeente. Een deel deed de gemeente al in het kader van de Welzijnswet of de Wet Voorzieningen gehandicapten. Echt nieuw voor de gemeente is
• de huishoudelijke verzorging, die viel onder de AWBZ
• de informatie, advies en cliëntondersteuning die wordt ondergebracht in het Ene Loket voor zorg
• en het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers.

Daarnaast is het bevorderen van de sociale samenhang en de leefbaarheid ook heel belangrijk geworden.
Want de rode draad in deze nieuwe wet is de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid en grotere zelfredzaamheid van mensen. Het meedoen in de samenleving, ook als je een beperking hebt. Dat kan een lichamelijke beperking zijn, maar ook een verstandelijke of psychische.

Deze Wet vraagt hiermee een andere instelling van inwoners. Mensen zullen erover na moeten gaan denken wie hen in hun omgeving kan helpen als er zorg nodig is.
Mensen moeten ook bedenken wie zij zelf kunnen gaan helpen. In de familie, maar ook als buren en wijkgenoten. Mensen moeten zich weer verantwoordelijk voelen voor de ander. In bepaalde dorpen en kernen in de gemeente is gelukkig nog veel saamhorigheid, terwijl in andere delen de samenleving nogal individualistisch is geworden. Daar zal verandering in moeten komen.
Die verandering in denken moet door de gemeente gestimuleerd en ondersteund worden. De gemeente moet immers bevorderen dat iedereen deelneemt aan de samenleving. Maar daar kan ook de kerk een grote rol in spelen.

WMO en kerken
En zo komen we bij de rol van de kerken terecht. Wat hebben kerken nu met de Wmo te maken?
Kerken staan vanouds midden in de samenleving. Zij zijn er onderdeel van en hebben tegelijk een boodschap voor die samenleving. Want Christus leert ons dat je je naaste moet liefhebben. En dat niet alleen in de kerk, maar ook daar buiten. Daarom is er vanouds veel door de kerken gedaan in de samenleving: bijv. ziekenverzorging, en zorg voor de armen.
Veel taken die de kerk in vroegere eeuwen deed, zijn later door de overheid overgenomen. Misschien zijn we als kerken daardoor het helpen, ook buiten de kerkmuren, wat verleerd. Toch is er ook nu nog veel vrijwilligerswerk dat door kerkleden opgepakt wordt. Er worden bejaarden bezocht, mensen naar het ziekenhuis gereden, vluchtelingen opgevangen. In grote steden zijn het kerken die projecten voor dak- en thuislozen hebben opgezet en aidspatiënten verplegen, een hospice voor stervenden zijn begonnen.
De WMO zouden we als een uitdaging kunnen zien om als kerken weer meer die oude taak op te pakken.

Niet dat de kerken nu een deel van de huishoudelijke verzorging op zich moeten nemen. Ook niet dat wij willen dat de kerken ervoor gaan zorgen dat de WMO voor de gemeente betaalbaar blijft.
De kerken zijn niet een blik vrijwilligers dat je open kunt trekken voor het gemak van de gemeente.

Maar wat wij hopen is dat kerken het vooral ook als een uitdaging zien om mensen meer met elkaar te laten meeleven. De sociale samenhang moet weer terug komen in de samenleving. Mensen moeten niet los naast elkaar leven, maar op elkaar betrokken zijn.

Straks zal dhr Kragt van de Stichting Present een presentatie houden over deze stichting en wat zij voor u kan betekenen.

Daarnaast zien wij als christelijke partijen de kerken als een belangrijke gesprekspartner voor de gemeente in het signaleren van knelpunten en tekorten op de terreinen van zorg, welzijn, wonen, inkomen en meedoen van mensen. Diaconieën hebben zoveel contacten met mensen die zorg nodig hebben. Zij kunnen knelpunten die zij zien doorgeven aan de gemeente.
Om die taak op zich te kunnen nemen, zouden kerken samen een interkerkelijk platform kunnen vormen zoals in Dedemsvaart al bestaat. Dan heeft de gemeentelijke overheid van Hardenberg een aanspreekpunt in het overleg met kerken. Want met elke kerk apart overleggen, dat werkt niet goed. Het zou fijn zijn als u over deze aangedragen ideeën vanavond met ons wilt nadenken en doorspreken.

Inleiding van de heer Kragt van de Stichting Present
Doel:
De stichting Present geeft groepen vanuit kerken de mogelijkheid om tijd te geven en koppelt dat aan mensen die daar daadwerkelijk mee geholpen zijn. Dus een brug slaan tussen mensen die willen helpen en mensen die hulp nodig
hebben.

Te zetten stappen:
Present Nederland is opgericht met als doel plaatselijke initiatieven te stimuleren en te begeleiden. Inmiddels zijn er 14 lokale stichtingen Present opgestart. In Zwolle, waar het in Nederland is begonnen, had men in 2004 10 groepen aan de slag en dit aantal is tot en met heden uitgegroeid tot 100.
Een stichting Present moet een initiatief zijn van de gezamenlijke kerken, op deze manier kan het voor de kerken een praktisch instrument zijn tot liefdebetoon in de samenleving, het handen en voeten geven aan het geloof. Tevens gaat er een positieve uitstraling vanuit naar de omgeving.
Om een stichting Present te starten is het nodig contact op te nemen met Present Nederland en een werkgroep te vormen met lokale initiatiefnemers. Vervolgens wordt samen met een Begeleider Plaatsen van Present Nederland de oprichting van een stichting voorbereid. Er wordt gewerkt aan aspecten als een strategisch plan, financiering, fondsenwerving, draagvlak onder: kerken, politiek, woningbouwcorporaties, maatschappelijke organisaties en eventueel bedrijven. Ook moet er een coördinator worden gezocht en ruimte van waaruit men gaat werken

Financiering:
1. Present Nederland geeft een startbijdrage;
2. Woningbouwcorporaties;
3. de plaatselijke overheid;
4. bedrijven, particulieren, lokale fondsen enz. enz.

Werkwijze:
Een groep mensen, b.v. wijkkringen, gespreksgroepen, catechesegroepen, flexgroepen (bestaande uit individuele mensen) enz. die zich 1 of meerdere dagdelen (naar eigen keus) beschikbaar stelt, meldt zich aan bij Present. De Stichting Present zoekt via de plaatselijke maatschappelijke organisaties een project naar keuze van de aangemelde groep. Present koppelt een groep dus aan een bepaald werk waar de groep zelf plezier aan beleeft. Zo doet men werk wat men ook leuk vindt en net zo lang als men zelf wil, eenmalig of vaker. Daarna gaat men eerst kijken bij het project en daarna uitvoeren. De hulpvrager moet naar eigen mogelijkheden en inzichten meehelpen. Na uitvoering het project evalueren.

Discussie onder leiding van Ada Ruitenberg
Hierna was er onder leiding van CDA raadslid Ada Ruitenberg gelegenheid tot het stellen van vragen.
1. De WMO gaat uit van de sociale samenhang te bevorderen. Hoe kunnen de kerken dat doen, er wordt al zoveel gevraagd van de kerkelijke vrijwilligers en wat doet de plaatselijke overheid
Antw.: daarom ook juist een stichting Present in het leven roepen die deze
werkzaamheden voor de kerken kan coördineren en uitvoeren. De
plaatselijke overheid zal hiervoor een klimaat creëren waarin dat
mogelijk is. De gemeente heeft nu al veel ondergebracht bij de door de
gemeente gefinancierde De Stuw.
2. Krijgt de kerk een opdracht van de gemeente of moet het spontaan gebeuren.
Antw.: Geen opdracht, maar wel wil de gemeente mogelijkheden creëren waarbinnen het opgepakt kan worden door de kerken maar ook door andere
groepen (b.v. een voetbalploeg). Wij als Chr. partijen hopen dat de
kerken ontdekken dat ze iets te bieden hebben.
3. Als de gemeente geen geld meer heeft, moet dan de kerk garant staan voor betaling
Antw.: Er is geld en de financiën zullen nooit op het bordje van de kerk komen.
4. Het is een mooi verhaal dat de gemeente goed randvoorwaarden wil creëren, maar de voedselbanken doet de gemeente toch ook niets aan;
Antw.: Er is wel degelijk bemoeienis vanuit de gemeente, maar de
voedselbanken moeten eerst zelf een goede organisatiestructuur
opzetten.
5. Als je onder twee gemeenten valt (Hardenberg en Ommen) zijn daar de uitvoeringsregels gelijk.
Antw.: De wet is in beide gemeenten uiteraard gelijk echter er zullen zeker
verschillen in uitvoering zijn. Dit moet kunnen worden opgelost maar is
op dit moment nog niet te overzien.
6. Wie betaalt het eventueel te gebruiken materiaal.
Antw.: in eerste instantie de hulpvrager. Als dat niet gaat dan uit potjes van
maatsch. organisaties die daar geld voor hebben. Men moet wel
creatief kunnen en willen denken.
7. Het geheel benauwt zo. De mensen zijn al zo druk en doen al zoveel vrijwilligerswerk, m.n. kerkmensen, en nu komt er nog meer bij.
Antw.: Het is juist de bedoeling vrijwilligers te ontlasten en ook mensen over
de streep te trekken die zich niet op vaste tijden kunnen of willen
inzetten maar best eens een keer wat willen doen.
8. Wat is de rol van de gemeente in het WMO gebeuren.
Antw.: De WMO is een opdracht voor de gemeenschap. Het bestuur van die
gemeenschap, de raad en het college, moet de bestaande structuren
onderhouden en goede voorwaarden scheppen voor nieuwe structuren.
Verder staat dat bestuur garant voor mensen die zich zelf niet meer
kunnen redden en waar vrijwilligerswerk onvoldoende is.
9. Krijgen we een nieuw soort vrijwilliger. Mensen die eenmalig of vaker iets specifieks willen doen en daar wordt dan een project bij gezocht.
Antw.: Klopt en dat is juist de bedoeling. Op deze manier doen de mensen iets
waar ze plezier aan beleven en dat heeft dan weer een sneeuwbal
effect. Er wordt iets toegevoegd aan de bestaande groep vrijwilligers.

Eindconclusie:
De aanwezigen hebben veel nieuwe dingen gehoord en de tijd zal het leren of personen op zullen staan om met de geschetste mogelijkheden verder aan de slag te gaan.Initiatieven moeten van de kerken/mensen zelf uitgaan.
De politiek wil gunstige voorwaarden scheppen om het mogelijk te maken.
Present Nederland wil helpen met het opstarten en begeleiden van initiatieven en verder ook met het regelen van zaken zoals: verzekeringen, hygiënebeleid en privacy.
Als kerken samen iets willen opzetten is het belangrijk dat men elkaar opzoekt en dat er wordt samengewerkt in een soort platform. Op deze manier kan iets ruim gedragen worden en kunnen contacten met de maatschappelijke organisaties en de burgerlijke gemeente gemakkelijker worden gelegd.
In Dedemsvaart bestaat een Convent van Kerken waaraan een groot aantal kerken uit Dedemsvaart deelneemt (overigens niet in het kader van WMO).
Als er kerken en of mensen geïnteresseerd zijn, kunt u zich aanmelden bij onderstaande personen. Wij willen graag e.e.a. coördineren en geïnteresseerde kerken en/of mensen bij elkaar brengen.

Sluiting door Dini Tuenter
Om 21.45 uur eindigde CDA raadslid Dini Tuenter deze bijeenkomst met een gedicht.


Voor informatie kunt u contact opnemen met:
Mettina Grimmerink
0523 232185
mettina.grimmerink@hardenberg.christenunie.nl

« Terug

Reacties op 'WMO en de kerken'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.