Niet de markt maar God regeert
zaterdag 01 maart 1997 17:37
Zaterdagochtend half tien: twaalf RPF'ers verzamelen zich in een lokaal in de Evangelische Hogeschool in Amersfoort voor een bijeenkomst van de Kaderschool van de Reformatorische Politieke Federatie (RPF) voor leden die de actieve politiek in willen. Vandaag staat het vak Reformatorische Cultuurvisie op het programma. Docent Herman Schaeffer (26) opent de les met een gebed, zijn 'lievelingsbede naar vrienden toe'.
De Nederlandse cultuur is in een identiteitscrisis, de wereld is gebroken. Steeds meer mensen kiezen tegen God, geloven niet meer in het 'bijbelse verhaal'. Ze kiezen voor andere, 'liberale of postmoderne verhalen' en dat leidt tot verwildering. Docent Schaeffer: 'Satan, de Dooreengooier, heeft de wereld op zijn kop gezet. Dat moeten wij christenen proberen terug te draaien.' Hoe dat moet? 'Wij moeten ons niet afkeren van de wereld, ons niet terugtrekken in een getto en niet 'nee' zeggen tegen de niet-christenen, maar juist laten zien waarom wij 'ja' zeggen tegen God.'
Schaeffer zegt op een speciale manier 'ja' tegen God. Hij woont met zijn 24-jarige vrouw en zoontje van een - de tweede is op komst - in een leefgemeenschap in Eck en Wiel. Samen met nog een jong echtpaar en een vrijgezel nemen zij niet-christenen in huis. Drie maanden lang bidden en discussieren de bezoekers met het gezin Schaeffer, ze eten samen en bestuderen de bijbel. Schaeffer: 'Het gave is dat wij alleen maar jonge mensen krijgen. Meestal twintigers die net hun studie hebben afgerond en op zoek zijn naar verdieping van hun leven. Wij laten hen open en bloot zien dat Jezus voor ons de enige weg is.'
Over politiek wordt veel gepraat bij Schaeffer thuis. Hij ergert zich aan het 'platte marktdenken' van de paarse partijen. 'Ook in de politiek moeten wij de christelijke normen en waarden uitdragen. Niet de markt, maar God regeert.' Schaeffer wil niet zelf de politiek in, maar sluit zich wel aan bij jongeren die een 'tegengeluid laten horen'.
'RPF'ers denken niet dat ze de waarheid in pacht hebben en ze zullen anderen ook niet het mes op de keel zetten om ze te dwingen naar Gods normen te leven.' Schaeffer vindt het zinloos te eisen dat God zij met u op de rand van de gulden blijft staan of posters op te hangen tegen het vloeken. 'Het gaat er om de harten van mensen zo te inspireren dat zij net als wij die intieme minnaarsrelatie met God aangaan.'
De RPF-jongeren zijn het zelden oneens met de standpunten van hun moederpartij. Zo kritisch als de Niet-Nixers van de PvdA, of zelfs de CDA-jongeren, zijn ze niet. Maar wat niet is, kan nog komen: de RPF-jongeren worstelen met een 'groeidip', vinden ze zelf. Eind vorig jaar trad de voorzitster van de vereniging af, en daarna werd de rest van het bestuur afgezet. Inmiddels zijn er drie 'denkdagen' geweest over de toekomst van de RPF-jongeren. Jeugdwerker Marcel Koning (22): 'Zijn we nu een politieke actiegroep: moeten we de straat op en bij abortusklinieken laten zien wat daar gebeurt? Of zijn we een kaderschool, een studieclub, die elk jaar na avondenlang vergaderen in rokerige kroegen een dik boekwerk publiceert?'
Als het aan Rick Stuivenberg (29) en Gerdien Rots (25) ligt, mogen de RPF-jongeren wel wat actiever 'naar buiten toe' worden. Gerdien: 'Ik had graag in de jaren zestig geleefd, toen de jeugd nog idealen had en de straat opging.' Het stel is nog maar net lid van de partij. Samen volgen ze de cursussen op de Kaderschool. Hij is adjunct-directeur bij een Zwols taxi- en touringcarbedrijf, zij studeert politieke wetenschappen in Amsterdam. De partij ziet haar als 'coming star', maar dat weet ze zelf nog niet.
In een Amsterdamse kroeg vertellen ze dat ze nog zoekende zijn. Allebei zijn ze vrijgemaakt gereformeerd opgevoed, maar ze zijn niet lid van de partij die van oudsher hoort bij vrijgemaakte christenen: het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV). Zij kozen voor de 'tolerantere' RPF. Rots: 'Juist de persoonlijke relatie met God die veel RPF'ers nastreven, vond ik interessant. God is voor hen liefde in plaats van angst.'
Met de strenge regels van de vrijgemaakte kerk hebben Rots en Stuivenberg moeite, ze leven meer naar de geest dan naar de letter van de bijbel, vinden ze zelf. Ze zijn niet getrouwd, maar logeren wel bij elkaar. Helemaal lekker zit dat ze niet. Rots: 'Ik vind dat wij geen goed voorbeeld geven aan mijn jongere broertjes.' Stuivenberg: 'Maar ik vond het wel een overwinning om te wielrennen op zondag. Bovendien maakt het toch niet uit naar welke kerk je gaat? Als je maar christen bent.'
Voor het GPV maakt het wel uit naar welke kerk je gaat. Alleen vrijgemaakte christenen zijn welkom. Cor Dijkema (24) studeert overheidsmanagement aan de Thorbecke Academie en is voorzitter van de GPV-jongeren. Voor Dijkema was de keuze voor het GPV eenvoudig. 'Het GPV heeft de bijbel als uitgangspunt. Wij nemen de heilige schrift letterlijk. In CDA-kring zie je dat ze de bijbel als inspiratiebron gebruiken. Zo van: je haalt eruit wat je nodig hebt. Dat vind ik te vrijblijvend. Bovendien sluit het CDA vergaande compromissen. Hoe kun je als christen instemmen met euthanasie en abortus?'
Dijkema leeft naar de bijbel. Vrijen stelt hij uit tot na het huwelijk, op zondag gaat hij twee keer naar de kerk en hij kijkt die dag geen televisie. Maar zo nauw als de oudere vrijgemaakten neemt hij het niet. Een fietstocht mag op zondag en Maarten 't Hart lezen ook, want 'dan leer je als christen hoe het niet moet'.
Door het hele land komen jeugdige vrijgemaakten samen voor lezingen en discussies. De GPV-jongerenorganisatie lijkt meer een verzameling studieclubjes dan een politiek actieve organisatie. Zijn ze soms een veredelde bijbelvereniging? Volgens Dijkema niet. 'Je moet jongeren wel warm maken voor de politiek. Het is niet automatisch zo dat je vrijgemaakt bent en dus lid van een politieke club.' Maar potentiele leden zijn wel makkelijk te vinden. Dijkema: 'Ik kan zo een lijst maken met vrijgemaakte jongeren die lid kunnen worden van het GPV. Wij gaan naar dezelfde vrijgemaakte school, dezelfde vrijgemaakte sportclub en lezen allemaal het Nederlands Dagblad. Eigenlijk zijn we een klein zuiltje.'
De keuze van een christelijke jongere voor een politieke partij lijkt ingegeven door de kerk die hij op zondag bezoekt. Vrijgemaakten gaan naar het GPV, bevindelijken naar de SGP en de minder zware broeders naar de RPF. Niet-christenen sluiten zich zelden aan bij klein rechts, alleen de RPF heeft een handvol bekeerde leden.
Volgens godsdienstsocioloog S. Vellinga van de Universtiteit van Amsterdam zijn RPF, GPV en SGP elk een 'baby-zuiltje'. Alleen de bijbel hebben ze gemeenschappelijk, want de theologische verschillen zijn groot en voor een buitenstaander onbegrijpelijk. GPV en SGP ergeren zich aan de ongrijpbaarheid en zweverigheid van de RPF. Zwartgekousden begrijpen niets van de blijmoedige evangelisten en vrijgemaakte en bevindelijk gereformeerden kunnen nauwelijks met elkaar door een deur.
Verlosser
Op zijn kamer in het SGP-partijkantoor legt jongerenwerker Martien van der Zwan (25) het verschil tussen zijn partij en het GPV uit: 'Ik stond in de vakantie op een vrijgemaakte camping. Het cultuurverschil is gewoon heel groot. Op zondag eten ze rustig een ijsje of ze gaan naar het zwembad. Je ziet ook dat zij moderne media als televisie veel meer hebben geaccepteerd. GPV'ers zijn rekkelijker, wij preciezer. Zij denken: als je gedoopt bent, dan zit het wel snor. Wij hebben een negatiever mensbeeld. De mens moet God leren kennen als zijn verlosser, pas dan kan hij worden verlost van de erfzonde.'
Van der Zwan woont met zijn vrouw en twee zoons in een klein dorp in Zuid-Holland. Zijn zondag ziet er uit zoals God het heeft bedoeld. Geen ijsje, geen fietstocht. En niet met de auto naar de kerk. Lachend: 'Ik zou me niet schuldig voelen als ik dat wel zou doen, maar mijn buren zouden zich wel afvragen of ik soms van mijn geloof ben gevallen.'
'Sociale controle houdt het kroost binnenboord,' zegt godsdienstsocioloog Vellinga. 'Jongeren wonen zeker tot hun twintigste thuis en leven naar het voorbeeld van hun ouders. Worden ze stapelverliefd op iemand uit hun kerk, dan is de rest van hun leven uitgestippeld. De kerk, de bijbelclub, de sportvereniging, de krant en dus ook de politieke voorkeur liggen vast.' Maar de sociale controle van de jaren vijftig bestaat niet meer, zodat de kerken meer hun best moeten doen om jongeren vast te houden en 'aan te sluiten op de wensen van de religieuze markt'.
Neem Herman Schaeffer, de RPF'er van de leefgemeenschap. Hij komt uit een overtuigd RPF-gezin, met een dominee als vader. Toch dwaalde hij in zijn puberteit. 'Mijn moeder had me lid gemaakt van de partij, maar ik luisterde naar Mahler, begon Nietzsche en Rudolf Steiner te lezen en zocht contact met de zwarte occulte wereld. Ik kreeg paranormale begaafdheden, kon mensen beinvloeden. Dat was bijna geescaleerd. Op een nacht had ik contact met een verkeerde makker van gene zijde. Ik had me bijna totaal aan hem gegeven, maar net op tijd redde Jezus me.'
Meer dan vroeger zien jongeren de verleidingen van de niet-christelijke wereld om zich heen. Voor sommigen is het een reden definitief afscheid te nemen van de religie, anderen proberen met de bijbel in de hand de wereld te veranderen. RPF'ster Gerdien Rots: 'Tegenwoordig kan een jongere al zijn behoeften direct bevredigen. Heb je zin in een Mars, dan koop je die. Er is veel afleiding en vertier, jongeren hebben geen idealen meer waar ze voor willen strijden. Als ze wel een ideaal hebben, dan worden ze lid van Amnesty International of Greenpeace. Politiek is te ver van hun bed, te ingewikkeld. Christelijke partijen hebben een duidelijker doel: Gods liefde in de samenleving toepassen.'
Mooi meegenomen is dat de christelijke partijen klein zijn. Een jongere met ambities kan het ver schoppen. Rik Stuivenberg: 'Ik heb ook een zakelijke reden om lid te zijn van de RPF. Je kan de politiek direct beinvloeden. De Tweede-Kamerleden en gemeenteraadsleden ken je, soms zit je bij ze in de kerk. Vanmiddag had ik nog contact met een beleidsmedewerker. Ik heb het gevoel dat er naar mijn mening wordt geluisterd.'
Volgens SGP'er Van der Zwan is de overdadige welvaart een reden voor het succes van klein rechtse jongerenorganisaties. 'Alles kan en alles mag. Het huwelijk is aan de kant gezet, abortus en euthanasie zijn aan de orde van de dag. Weten vrouwen wel dat een foetus van zes dagen al pijn voelt? Orde en tucht is van de scholen verdwenen. Leerlingen noemen docenten bij hun voornaam, dat is veel te amicaal. Mensen willen zekerheden en vastigheid. Ook niet-christenen zijn op zoek.'
'Jongeren verrechtsen. Ze zijn de chaos, het anarchisme, de kraakpanden beu. Jongeren tolereren niet meer dat alles zomaar kan. Dat zie je ook binnen de gabber-cultuur. Ze dragen hun onvrede militant uit, ze hebben soms extreem-rechtse sympathieen. Homoseksuelen en buitenlanders moeten het ontgelden. Bolkestein is hun grote held. Zij nemen het recht in eigen hand en trekken met messen de stadswijken in om orde op zaken te stellen.'
De bijbel is een beter wapen tegen de verloedering, vindt de SGP. En de SGP-jongeren sluiten zich daarbij aan. Hun partij treedt hard op tegen uitwassen. De doodstraf mag. Buitenlanders zijn in principe welkom in Nederland, maar moeten zich wel aanpassen en moslims hoeven niet op een eigen moskee te rekenen. Van der Zwan: 'Ik ben nu de koran aan het lezen, en ik schrik van de antisemitische passages. De islam is onverdraagzaam en een directe bedreiging voor het christendom. De SGP is tegen subsidiering van moskeeen, want de overheid moet het goede in de maatschappij bevorderen en het kwade weren.'
Homoseksualiteit
Homoseksualiteit is een lastig onderwerp, Van der Zwan wordt er emotioneel van. 'Een van mijn beste vrienden is homo. Ik vind het geen afwijking, maar je moet er als christen wel tegen strijden. Ik blijf hem respecteren, maar veroordeel zijn levenshouding. Homoseksualiteit is ontstaan na de zondeval, toen de mens zijn eigen gang ging. Ik geloof wel dat je als homo wordt geboren, maar tegenwoordig lijkt het wel een rage, een hype. Het wordt jongeren ook aangepraat. Misschien ben ik wel heel simpel: seksualiteit hoort bij het huwelijk, het is het mooiste wat God voor ons heeft overgehouden na de zondeval. Ik heb ook wel vrienden die praten over 'leuke mokkels' en zo snel mogelijk het bed induiken. Dan denk ik: je bent toch geen dier.'
Volgens Van der Zwan is zijn partij 'vrouwvriendelijk'. Meer dan de helft van de SGP-jongeren is vrouw. Opvallend, want de actieve politiek is voor vrouwen verboden terrein en de partij schaft de Wet gelijke behandeling liever vandaag dan morgen af. 'Maar de meeste SGP-meisjes willen helemaal niet in de Tweede Kamer. Tenminste, nu niet. Want steeds meer meisjes gaan naar de universiteit en krijgen misschien politieke ambities. De SGP-jongeren zijn wat dat betreft misschien progressiever dan de moederpartij.'
'De partij is zo nuchter als een kalf, wij doen ons best de samenleving weer fatsoenlijk te maken. Kijk, over abortus valt met ons niet te praten, maar als het gaat om nieuwe lantarenpalen in de gemeente zijn we zo flexibel als wat. Het spreekt jongeren aan dat wij de bijbel hanteren bij beslissingen. Neem de hoge-snelheidslijn, de HSL. Wat heeft de bijbel daar mee te maken, zou je denken. De bijbel zegt dat de mens behoedzaam moet omgaan met Gods schepping. Dus moet de HSL niet door het Groene Hart, maar over bestaand spoor.'
De SGP heeft de grootste jongerenorganisatie, zo'n vierduizend leden. De RPF en het GPV doen het ook goed, maar alledrie blijven ze te klein voor een rol in de regering. De jongeren van de RPF-Kaderschool worden opgeleid voor de oppositie. RPF'er Schaeffer vindt dat niet erg: 'We hoeven niet per se te regeren. Het gaat erom steeds een tegengeluid te laten horen en irritante kamervragen te stellen.'
Voor SGP'er Van der Zwan is dat niet genoeg: 'Ik word steeds somberder als je ziet wat wij op die manier bereiken.' En stel dat de SGP toch regeert? Van der Zwan veert op: 'We zouden direct in het regeerakkoord zetten dat abortus terug moet in het wetboek van strafrecht, dat euthanasie vervolgd moet worden en we zouden meer agenten de straat op sturen om de burger het gevoel van veiligheid terug te geven.'
Klein rechts doet het goed onder jongeren. De helft van alle politiek actieve jongeren kiest voor GPV, SGP of RPF. Samen hebben de partijen niet meer dan zeven kamerzetels, maar het ledental van hun jeugdverenigingen loopt in de duizenden. Een schril contrast met andere politieke partijen. De PvdA bijvoorbeeld telt nog geen vierhonderd Jonge Socialisten. Wie zijn de jonge christenen van klein rechts en wat bezielt hen?
Bron: Het Parool, 1 maart 1997
Schaeffer zegt op een speciale manier 'ja' tegen God. Hij woont met zijn 24-jarige vrouw en zoontje van een - de tweede is op komst - in een leefgemeenschap in Eck en Wiel. Samen met nog een jong echtpaar en een vrijgezel nemen zij niet-christenen in huis. Drie maanden lang bidden en discussieren de bezoekers met het gezin Schaeffer, ze eten samen en bestuderen de bijbel. Schaeffer: 'Het gave is dat wij alleen maar jonge mensen krijgen. Meestal twintigers die net hun studie hebben afgerond en op zoek zijn naar verdieping van hun leven. Wij laten hen open en bloot zien dat Jezus voor ons de enige weg is.'
Over politiek wordt veel gepraat bij Schaeffer thuis. Hij ergert zich aan het 'platte marktdenken' van de paarse partijen. 'Ook in de politiek moeten wij de christelijke normen en waarden uitdragen. Niet de markt, maar God regeert.' Schaeffer wil niet zelf de politiek in, maar sluit zich wel aan bij jongeren die een 'tegengeluid laten horen'.
'RPF'ers denken niet dat ze de waarheid in pacht hebben en ze zullen anderen ook niet het mes op de keel zetten om ze te dwingen naar Gods normen te leven.' Schaeffer vindt het zinloos te eisen dat God zij met u op de rand van de gulden blijft staan of posters op te hangen tegen het vloeken. 'Het gaat er om de harten van mensen zo te inspireren dat zij net als wij die intieme minnaarsrelatie met God aangaan.'
De RPF-jongeren zijn het zelden oneens met de standpunten van hun moederpartij. Zo kritisch als de Niet-Nixers van de PvdA, of zelfs de CDA-jongeren, zijn ze niet. Maar wat niet is, kan nog komen: de RPF-jongeren worstelen met een 'groeidip', vinden ze zelf. Eind vorig jaar trad de voorzitster van de vereniging af, en daarna werd de rest van het bestuur afgezet. Inmiddels zijn er drie 'denkdagen' geweest over de toekomst van de RPF-jongeren. Jeugdwerker Marcel Koning (22): 'Zijn we nu een politieke actiegroep: moeten we de straat op en bij abortusklinieken laten zien wat daar gebeurt? Of zijn we een kaderschool, een studieclub, die elk jaar na avondenlang vergaderen in rokerige kroegen een dik boekwerk publiceert?'
Als het aan Rick Stuivenberg (29) en Gerdien Rots (25) ligt, mogen de RPF-jongeren wel wat actiever 'naar buiten toe' worden. Gerdien: 'Ik had graag in de jaren zestig geleefd, toen de jeugd nog idealen had en de straat opging.' Het stel is nog maar net lid van de partij. Samen volgen ze de cursussen op de Kaderschool. Hij is adjunct-directeur bij een Zwols taxi- en touringcarbedrijf, zij studeert politieke wetenschappen in Amsterdam. De partij ziet haar als 'coming star', maar dat weet ze zelf nog niet.
In een Amsterdamse kroeg vertellen ze dat ze nog zoekende zijn. Allebei zijn ze vrijgemaakt gereformeerd opgevoed, maar ze zijn niet lid van de partij die van oudsher hoort bij vrijgemaakte christenen: het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV). Zij kozen voor de 'tolerantere' RPF. Rots: 'Juist de persoonlijke relatie met God die veel RPF'ers nastreven, vond ik interessant. God is voor hen liefde in plaats van angst.'
Met de strenge regels van de vrijgemaakte kerk hebben Rots en Stuivenberg moeite, ze leven meer naar de geest dan naar de letter van de bijbel, vinden ze zelf. Ze zijn niet getrouwd, maar logeren wel bij elkaar. Helemaal lekker zit dat ze niet. Rots: 'Ik vind dat wij geen goed voorbeeld geven aan mijn jongere broertjes.' Stuivenberg: 'Maar ik vond het wel een overwinning om te wielrennen op zondag. Bovendien maakt het toch niet uit naar welke kerk je gaat? Als je maar christen bent.'
Voor het GPV maakt het wel uit naar welke kerk je gaat. Alleen vrijgemaakte christenen zijn welkom. Cor Dijkema (24) studeert overheidsmanagement aan de Thorbecke Academie en is voorzitter van de GPV-jongeren. Voor Dijkema was de keuze voor het GPV eenvoudig. 'Het GPV heeft de bijbel als uitgangspunt. Wij nemen de heilige schrift letterlijk. In CDA-kring zie je dat ze de bijbel als inspiratiebron gebruiken. Zo van: je haalt eruit wat je nodig hebt. Dat vind ik te vrijblijvend. Bovendien sluit het CDA vergaande compromissen. Hoe kun je als christen instemmen met euthanasie en abortus?'
Dijkema leeft naar de bijbel. Vrijen stelt hij uit tot na het huwelijk, op zondag gaat hij twee keer naar de kerk en hij kijkt die dag geen televisie. Maar zo nauw als de oudere vrijgemaakten neemt hij het niet. Een fietstocht mag op zondag en Maarten 't Hart lezen ook, want 'dan leer je als christen hoe het niet moet'.
Door het hele land komen jeugdige vrijgemaakten samen voor lezingen en discussies. De GPV-jongerenorganisatie lijkt meer een verzameling studieclubjes dan een politiek actieve organisatie. Zijn ze soms een veredelde bijbelvereniging? Volgens Dijkema niet. 'Je moet jongeren wel warm maken voor de politiek. Het is niet automatisch zo dat je vrijgemaakt bent en dus lid van een politieke club.' Maar potentiele leden zijn wel makkelijk te vinden. Dijkema: 'Ik kan zo een lijst maken met vrijgemaakte jongeren die lid kunnen worden van het GPV. Wij gaan naar dezelfde vrijgemaakte school, dezelfde vrijgemaakte sportclub en lezen allemaal het Nederlands Dagblad. Eigenlijk zijn we een klein zuiltje.'
De keuze van een christelijke jongere voor een politieke partij lijkt ingegeven door de kerk die hij op zondag bezoekt. Vrijgemaakten gaan naar het GPV, bevindelijken naar de SGP en de minder zware broeders naar de RPF. Niet-christenen sluiten zich zelden aan bij klein rechts, alleen de RPF heeft een handvol bekeerde leden.
Volgens godsdienstsocioloog S. Vellinga van de Universtiteit van Amsterdam zijn RPF, GPV en SGP elk een 'baby-zuiltje'. Alleen de bijbel hebben ze gemeenschappelijk, want de theologische verschillen zijn groot en voor een buitenstaander onbegrijpelijk. GPV en SGP ergeren zich aan de ongrijpbaarheid en zweverigheid van de RPF. Zwartgekousden begrijpen niets van de blijmoedige evangelisten en vrijgemaakte en bevindelijk gereformeerden kunnen nauwelijks met elkaar door een deur.
Verlosser
Op zijn kamer in het SGP-partijkantoor legt jongerenwerker Martien van der Zwan (25) het verschil tussen zijn partij en het GPV uit: 'Ik stond in de vakantie op een vrijgemaakte camping. Het cultuurverschil is gewoon heel groot. Op zondag eten ze rustig een ijsje of ze gaan naar het zwembad. Je ziet ook dat zij moderne media als televisie veel meer hebben geaccepteerd. GPV'ers zijn rekkelijker, wij preciezer. Zij denken: als je gedoopt bent, dan zit het wel snor. Wij hebben een negatiever mensbeeld. De mens moet God leren kennen als zijn verlosser, pas dan kan hij worden verlost van de erfzonde.'
Van der Zwan woont met zijn vrouw en twee zoons in een klein dorp in Zuid-Holland. Zijn zondag ziet er uit zoals God het heeft bedoeld. Geen ijsje, geen fietstocht. En niet met de auto naar de kerk. Lachend: 'Ik zou me niet schuldig voelen als ik dat wel zou doen, maar mijn buren zouden zich wel afvragen of ik soms van mijn geloof ben gevallen.'
'Sociale controle houdt het kroost binnenboord,' zegt godsdienstsocioloog Vellinga. 'Jongeren wonen zeker tot hun twintigste thuis en leven naar het voorbeeld van hun ouders. Worden ze stapelverliefd op iemand uit hun kerk, dan is de rest van hun leven uitgestippeld. De kerk, de bijbelclub, de sportvereniging, de krant en dus ook de politieke voorkeur liggen vast.' Maar de sociale controle van de jaren vijftig bestaat niet meer, zodat de kerken meer hun best moeten doen om jongeren vast te houden en 'aan te sluiten op de wensen van de religieuze markt'.
Neem Herman Schaeffer, de RPF'er van de leefgemeenschap. Hij komt uit een overtuigd RPF-gezin, met een dominee als vader. Toch dwaalde hij in zijn puberteit. 'Mijn moeder had me lid gemaakt van de partij, maar ik luisterde naar Mahler, begon Nietzsche en Rudolf Steiner te lezen en zocht contact met de zwarte occulte wereld. Ik kreeg paranormale begaafdheden, kon mensen beinvloeden. Dat was bijna geescaleerd. Op een nacht had ik contact met een verkeerde makker van gene zijde. Ik had me bijna totaal aan hem gegeven, maar net op tijd redde Jezus me.'
Meer dan vroeger zien jongeren de verleidingen van de niet-christelijke wereld om zich heen. Voor sommigen is het een reden definitief afscheid te nemen van de religie, anderen proberen met de bijbel in de hand de wereld te veranderen. RPF'ster Gerdien Rots: 'Tegenwoordig kan een jongere al zijn behoeften direct bevredigen. Heb je zin in een Mars, dan koop je die. Er is veel afleiding en vertier, jongeren hebben geen idealen meer waar ze voor willen strijden. Als ze wel een ideaal hebben, dan worden ze lid van Amnesty International of Greenpeace. Politiek is te ver van hun bed, te ingewikkeld. Christelijke partijen hebben een duidelijker doel: Gods liefde in de samenleving toepassen.'
Mooi meegenomen is dat de christelijke partijen klein zijn. Een jongere met ambities kan het ver schoppen. Rik Stuivenberg: 'Ik heb ook een zakelijke reden om lid te zijn van de RPF. Je kan de politiek direct beinvloeden. De Tweede-Kamerleden en gemeenteraadsleden ken je, soms zit je bij ze in de kerk. Vanmiddag had ik nog contact met een beleidsmedewerker. Ik heb het gevoel dat er naar mijn mening wordt geluisterd.'
Volgens SGP'er Van der Zwan is de overdadige welvaart een reden voor het succes van klein rechtse jongerenorganisaties. 'Alles kan en alles mag. Het huwelijk is aan de kant gezet, abortus en euthanasie zijn aan de orde van de dag. Weten vrouwen wel dat een foetus van zes dagen al pijn voelt? Orde en tucht is van de scholen verdwenen. Leerlingen noemen docenten bij hun voornaam, dat is veel te amicaal. Mensen willen zekerheden en vastigheid. Ook niet-christenen zijn op zoek.'
'Jongeren verrechtsen. Ze zijn de chaos, het anarchisme, de kraakpanden beu. Jongeren tolereren niet meer dat alles zomaar kan. Dat zie je ook binnen de gabber-cultuur. Ze dragen hun onvrede militant uit, ze hebben soms extreem-rechtse sympathieen. Homoseksuelen en buitenlanders moeten het ontgelden. Bolkestein is hun grote held. Zij nemen het recht in eigen hand en trekken met messen de stadswijken in om orde op zaken te stellen.'
De bijbel is een beter wapen tegen de verloedering, vindt de SGP. En de SGP-jongeren sluiten zich daarbij aan. Hun partij treedt hard op tegen uitwassen. De doodstraf mag. Buitenlanders zijn in principe welkom in Nederland, maar moeten zich wel aanpassen en moslims hoeven niet op een eigen moskee te rekenen. Van der Zwan: 'Ik ben nu de koran aan het lezen, en ik schrik van de antisemitische passages. De islam is onverdraagzaam en een directe bedreiging voor het christendom. De SGP is tegen subsidiering van moskeeen, want de overheid moet het goede in de maatschappij bevorderen en het kwade weren.'
Homoseksualiteit
Homoseksualiteit is een lastig onderwerp, Van der Zwan wordt er emotioneel van. 'Een van mijn beste vrienden is homo. Ik vind het geen afwijking, maar je moet er als christen wel tegen strijden. Ik blijf hem respecteren, maar veroordeel zijn levenshouding. Homoseksualiteit is ontstaan na de zondeval, toen de mens zijn eigen gang ging. Ik geloof wel dat je als homo wordt geboren, maar tegenwoordig lijkt het wel een rage, een hype. Het wordt jongeren ook aangepraat. Misschien ben ik wel heel simpel: seksualiteit hoort bij het huwelijk, het is het mooiste wat God voor ons heeft overgehouden na de zondeval. Ik heb ook wel vrienden die praten over 'leuke mokkels' en zo snel mogelijk het bed induiken. Dan denk ik: je bent toch geen dier.'
Volgens Van der Zwan is zijn partij 'vrouwvriendelijk'. Meer dan de helft van de SGP-jongeren is vrouw. Opvallend, want de actieve politiek is voor vrouwen verboden terrein en de partij schaft de Wet gelijke behandeling liever vandaag dan morgen af. 'Maar de meeste SGP-meisjes willen helemaal niet in de Tweede Kamer. Tenminste, nu niet. Want steeds meer meisjes gaan naar de universiteit en krijgen misschien politieke ambities. De SGP-jongeren zijn wat dat betreft misschien progressiever dan de moederpartij.'
'De partij is zo nuchter als een kalf, wij doen ons best de samenleving weer fatsoenlijk te maken. Kijk, over abortus valt met ons niet te praten, maar als het gaat om nieuwe lantarenpalen in de gemeente zijn we zo flexibel als wat. Het spreekt jongeren aan dat wij de bijbel hanteren bij beslissingen. Neem de hoge-snelheidslijn, de HSL. Wat heeft de bijbel daar mee te maken, zou je denken. De bijbel zegt dat de mens behoedzaam moet omgaan met Gods schepping. Dus moet de HSL niet door het Groene Hart, maar over bestaand spoor.'
De SGP heeft de grootste jongerenorganisatie, zo'n vierduizend leden. De RPF en het GPV doen het ook goed, maar alledrie blijven ze te klein voor een rol in de regering. De jongeren van de RPF-Kaderschool worden opgeleid voor de oppositie. RPF'er Schaeffer vindt dat niet erg: 'We hoeven niet per se te regeren. Het gaat erom steeds een tegengeluid te laten horen en irritante kamervragen te stellen.'
Voor SGP'er Van der Zwan is dat niet genoeg: 'Ik word steeds somberder als je ziet wat wij op die manier bereiken.' En stel dat de SGP toch regeert? Van der Zwan veert op: 'We zouden direct in het regeerakkoord zetten dat abortus terug moet in het wetboek van strafrecht, dat euthanasie vervolgd moet worden en we zouden meer agenten de straat op sturen om de burger het gevoel van veiligheid terug te geven.'
Klein rechts doet het goed onder jongeren. De helft van alle politiek actieve jongeren kiest voor GPV, SGP of RPF. Samen hebben de partijen niet meer dan zeven kamerzetels, maar het ledental van hun jeugdverenigingen loopt in de duizenden. Een schril contrast met andere politieke partijen. De PvdA bijvoorbeeld telt nog geen vierhonderd Jonge Socialisten. Wie zijn de jonge christenen van klein rechts en wat bezielt hen?
Bron: Het Parool, 1 maart 1997
- Labels
- In de media
Reacties op 'Niet de markt maar God regeert'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.