Opinie: politici moeten de tuin gaan onderhouden
In 1759 verscheen het boek 'Candide, ou l’optimisme', van Voltaire. In dit verhaal maakt de Franse verlichtingsdenker korte metten met de toenmalige optimistische filosofie. Het grote idee achter die filosofie was dat we als mensen in de best mogelijke wereld leefden. Weliswaar niet perfect, maar wel de best mogelijke. In Candide (het best vertaald als “oprecht”) volgt de lezer de belevenissen van een jongeman die Candide heet en heilig gelooft in deze optimistische levensvisie. Candide is op rondreis door de wereld en daarbij komt hij mensen tegen die verschrikkelijke dingen hebben meegemaakt. Ook krijgt hij zelf een stevige portie ellende toegediend. Lang houdt Candide voor zichzelf vol dat hij tóch in de best denkbare wereld leeft. Maar uiteindelijk geeft hij het op: hij keert zich af van alle filosofische beslommeringen en spreekt de gevleugelde woorden: il faut cultiver notre jardin (wij moeten ons tuintje bijhouden).
Gastredacteur: Arjan van Dalfsen
Het verhaal is uitgesproken atheïstisch en dus misschien weinig voor de hand liggend voor PerspectieF. Ik noem het omdat het me doet denken aan de staat van de Nederlandse samenleving en met name van de politiek. Een van de grotere problemen in de Nederlandse politiek is er in gelegen dat het idee van de natie zijn vanzelfsprekendheid kwijt is. Decennia van modern en postmodern denken hebben ons iets doen realiseren wat we op de achtergrond al lang wisten: een land is geen ingeschapen grootheid. Nederland is er niet altijd geweest en zal vermoedelijk ook niet altijd blijven. Dat er een gebied bestaat dat we Nederland noemen en dat bij Vaals overloopt in gebieden die dan weer Duitsland en België heten, is toeval.
Ondanks dat Nederland dus een toevallig karakter heeft, is Nederland wel belangrijk voor de meesten van ons: we voelen ons Nederlanders, maar uitleggen wat dat betekent en waarom het zo is, dat is lastig. Zo ontstaat een cognitieve dissonantie: het Nederlanderschap is belangrijk voor ons, maar we kunnen het maar moeilijk rechtvaardigen. Dat ongemak wordt aan veel kanten op het politieke spectrum opgemerkt en de oplossingen zijn uiteenlopend. Partijen als FvD en PVV ontkennen vurig dat Nederland een legitimatieprobleem heeft, terwijl partijen als VOLT en D66 dat legitimatieprobleem eerder als een kans zien om het (in hun ogen vooral problematische) nationalisme de nekslag toe te dienen.
Hoe tegengesteld die oplossingsrichtingen ook mogen zijn, ze hebben wel een gezamenlijk effect. Dat progressieve partijen het concept “land” ondermijnen en conservatieve partijen het juist tot ongeloofwaardige proporties opblazen heeft een gevolg waar niemand blij mee kan zijn: we versnipperen en polariseren. Er ontstaan landjes in ons land. Wat een plank zou kunnen zijn, wordt meer en meer een verzameling splinters. Zeker voor de progressieve partijen is dit pijnlijk: het verzwakken van de natie heeft voorlopig niet als gevolg dat we op grotere schaal gaan samenwerken (Europa), maar dat we juist terugvallen op kleinere identiteitseenheden, zoals ons geloof, onze beroepsgroep of onze etniciteit.
Naast de twee oplossingsrichtingen, het ondergraven en oppompen van de Nederlandse identiteit, is er een derde oplossing. Dat is de oplossing van de filosoof Bruno Latour. In de tekst Why Has Critique Ran Out of Steam betoogt hij dat inzien dat iets een construct is, je ertoe moet brengen om het construct te onderhouden: if something is constructed, then it means it is fragile and thus in great need of care and caution. Dat iets een construct is, laat zien dat het kan verdwijnen en dat het zorg nodig heeft. Een construct is niet iets neps, waarvan we onze handen af moeten trekken. Het is niet vies of fout, maar het is kwetsbaar en teer. We moeten er dus goed voor zorgen!
Dit is de taak die de Nederlandse politiek op zich zou moeten nemen. Niet langer flirten met het idee dat Nederland sinds de grondlegging der aarde bestaat en een vastomlijnd doel heeft, maar ook niet doen alsof Nederland een door-en-door problematisch instituut is dat we liever vandaag dan morgen afbreken. Eigenlijk lijkt het verrassend veel op de metafoor van het vaasje dat de VVD een aantal jaar geleden gebruikte voor Nederland: we kunnen mooi zijn, maar dan moeten we er wel voorzichtig mee doen.
Voordat ik afsluit nog even dit: ondanks dat de metafoor van het vaasje goed gevonden is door de VVD, handelt Mark Rutte daar uiteraard allesbehalve naar. Wie oog heeft voor de kwetsbaarheid van onze samenleving en wie ziet hoe teer ons construct is, treedt natuurlijk gewoon af als onomstotelijk blijkt dat hij of zij willens en wetens gelogen heeft tegen het parlement. Als je dan toch blijft zitten en vervolgens de formatie gijzelt, dan ben je niet bezig met onderhoud. Dan sla je welbewust nog even wat extra draagmuren weg uit het gemeenschappelijk huis!
Nu dan wel afsluitend: in plaats van de destructieve manieren waarop het Nederlandse politieke spectrum omgaat met de geconstrueerde aard van ons land, is een zorgende houding nodig. Niet proberen aan te tonen dat Nederland een essentialistisch gegeven is. Ook niet opportunistisch gebruik maken van de legitimatiecrisis, omdat je hoop dat het Europese project daarvan profiteert, maar gewoon eerlijk en oprecht zijn. Wees als Candide en durf je oude positie los te laten. We zijn hier samen met z’n zeventienmiljoenen. Dat had heel anders kunnen zijn, maar het is wat het is en we moeten het rooien met elkaar. Ons verleden ligt achter ons, maar nu moeten we het eens worden over hoe we verder willen. Laten we dat doen. Laten we de tuin gaan onderhouden!
- Labels
- Column
Reacties op 'Opinie: politici moeten de tuin gaan onderhouden'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.