Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat inz. voornemen opzegging Algemeen Verdrag inz. sociale zekerheid tussen NL en Koninkrijk Marokko en Administratief Akkoord betr. wijze toepassing Algemeen Verdrag

woensdag 13 januari 2016 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan een plenair debat met minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Onderwerp:   Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko en het Administratief Akkoord betreffende de wijze van toepassing van het Algemeen Verdrag

Kamerstuk:    34 052          

Datum:           13 januari 2016

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik ben blij dat wij een nieuwe Voorzitter hebben. Daarnaast wil ik u complimenteren voor de vele uren die u er al op heeft zitten. Om het korter te maken, zal ik mijn betoog bondiger houden dan ik van tevoren van plan was.

De discussie over het woonlandbeginsel loopt al lang. Toen de Kamer in 2011 breed voor het woonlandbeginsel stemde, van PvdA tot PVV, was het echter al duidelijk dat de wet mogelijk zou betekenen dat enkele bilaterale verdragen zouden moeten worden aangepast. Wij hebben daar toen bewust voor gekozen, omdat het belangrijk is om met het woonlandbeginsel het draagvlak voor ons sociale zekerheidsstelsel te behouden. Solidariteit speelt daarbij ook een rol. Het is inmiddels gelukt om het woonlandbeginsel voor andere landen op een goede manier te regelen. Alleen Marokko heeft het onderhandelingsproces over aanpassing van het verdrag dat wij met Marokko hebben, steeds vertraagd. Ik benadruk dat het niet aan de inzet van de regering heeft gelegen dat er nu geen nieuw verdrag ligt. Ik dank de minister voor de inspanningen die hij tot nu toe op dit punt heeft verricht.

Marokko heeft het ons niet makkelijk gemaakt; misschien behandelen wij daarvan vandaag de ultieme consequentie. Wat mij betreft, is dit een suboptimale uitkomst. Wij hadden liever gehad dat wij wel tot een aanpassing van het verdrag waren gekomen, waarin het woonlandbeginsel de norm was geweest. Ik hoop er eigenlijk nog steeds op dat wij dat kunnen realiseren. Ik ben benieuwd of de minister ons nog inzicht kan geven in de stand van zaken op dit moment. Is er überhaupt nog een gesprek met Marokko of zijn wij helemaal klaar? Heeft hij zelf nog signalen ontvangen dat Marokko alsnog bereid is om het akkoord uit september te honoreren? Als er nog een muizengaatje is en als Marokko bereid is van de onzinnige eis over de Westelijke Sahara af te zien, zou dat voor mijn fractie sterk de voorkeur hebben boven het opzeggen van het verdrag.

Vooralsnog zal ik ervan moeten uitgaan dat wij het verdrag wel gaan opzeggen, want het ligt nu hier voor. Tegelijk zien wij dat er in Europees verband een andere ontwikkeling gaande is: het Europese associatieverdrag met Marokko. Daarin staat alsnog een grondslag voor de export van uitkeringen en dat maakt het toepassen van het woonlandbeginsel lastig, zo niet onmogelijk. Zolang het associatieverdrag nog niet is omgezet in een associatiebesluit, is dat nog niet een onmiddellijk probleem omdat burgers zich niet rechtstreeks kunnen beroepen op de bepalingen uit het verdrag. De teksten van het besluit liggen al wel klaar en worden binnenkort in Europees verband besproken. Ik wil graag van de minister weten wat dit concreet betekent voor dit wetsvoorstel en mogelijk ook voor de aanpassing van het verdrag, mocht het nog zo ver komen. Kan via het associatiebesluit of via een andere weg alsnog mogelijk worden gemaakt dat het woonlandbeginsel wordt toegepast? Graag krijg ik een reactie.

Ik heb ook nog een opmerking over de gevolgen van de opzegging van het verdrag. De Raad van State en verschillende uitvoeringsinstanties hebben erop gewezen dat dit ook gevolgen heeft voor de controle op fraude. Dat zijn serieuze uitvoeringsbezwaren, zeg ik erbij, want wij hebben nog steeds behoorlijk veel uitkeringen in Marokko. Heeft de minister nog andere middelen om hier op een andere manier controle op uit te oefenen of daarop toe te zien? Kan dat bijvoorbeeld ook nog via het associatiebesluit, waarmee zoals het er nu naar uitziet een deel van de controlebevoegdheden sowieso weer ontstaat? Graag krijg ik een reactie.

Tot slot. Het opzeggen van dit verdrag is geen gemakkelijk besluit, omdat het de levens van mensen raakt die in de toekomst rekenen op een uitkering. Het was echter ook niet nodig geweest, als Marokko het akkoord van september vlak voor kerst niet had bezwaard met de gevoelige internationale kwestie rond de Westelijke Sahara. Ik zou dat eigenlijk wel obstructie willen noemen. Ik stem niet vaak voor een wet waarvan ik hoop dat die het Staatsblad niet haalt. Laat ik nog een keer duidelijk zijn: ik hoop oprecht dat wij alsnog tot een aanpassing van het verdrag kunnen komen. Als dat echter niet lukt en Marokko volhardt in zijn onredelijke eis over de Westelijke Sahara, dan zien wij geen andere mogelijkheid dan dat wij voor het opzeggen van dit verdrag moeten stemmen.

De voorzitter:
Het is voor iedereen laat. Daarom wil ik u en ook collega Dijkgraaf heel hartelijk danken voor het beknopt weergeven van het standpunt van uw fracties.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Carola Schouten
Sociale Zaken

« Terug

Archief > 2016 > januari