Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over de renovatie van het Binnenhof

donderdag 10 december 2015 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Wonen en Rijksdienst aan een plenair debat met minister Blok voor Wonen en Rijksdienst

Onderwerp:   Debat over de renovatie van het Binnenhof

Kamerstuk:    34 293          

Datum:            10 december 2015

De heer Segers (ChristenUnie):
Voorzitter. Democratie is niet erg kostenefficiënt. We hebben 225 volksvertegenwoordigers, die veel met elkaar praten en — ik noem maar een voorbeeld — enkel met heel veel moeite tot een belastingplan komen. Dat is helemaal niet efficiënt, om nog maar te zwijgen van lokale vertegenwoordigers in gemeenteraden en Staten. Toch hebben we een democratische rechtsstaat, die macht inperkt en die ruimte geeft aan verschil. De waarde daarvan kun je niet in geld uitdrukken. Die waarde is onbetaalbaar.

Waarom zeg ik dit? Omdat dit het gevoel raakt waarmee dit debat op tafel is gekomen. Ik heb moeite met de manier waarop de verbouwing van het Binnenhof, het symbool van de democratie, is aangevlogen. Alles is teruggebracht tot één, ogenschijnlijk simpele, keus: welke optie kost het minste geld? Is dat iedereen tegelijkertijd eruit? Nou, dan kiezen we daarvoor. Het Binnenhof moet worden verbouwd. Dat aanvaarden we. De technische rapporten en bouwkundige onderbouwingen zijn, voor zover ik als leek daarover kan oordelen, helder. In de manier waarop is niet of nauwelijks een keuze mogelijk, omdat van meet af aan een scenario waarin tijdens de verbouwing de verkoop doorgaat geen serieuze rol heeft gekregen. Ik spreek collega Van Raak na, die verzuchtte of het niet allemaal veel soberder zou kunnen. Moet het werkelijk allemaal op deze manier?

Het huis van de democratie is meer dan een term. Het is een plaats met een eigen betekenis, waarvoor geldt dat de bewoners het huis van betekenis voorzien, de leden van nu, maar ook onze voorgangers die hier eerder zijn geweest. We staan in een traditie. Als een parlement verhuist, gedurende meer dan vijf jaar, wordt het dus alleen al om die reden een ander parlement. Hetzelfde geldt voor het publiek. Het Binnenhof als herkenbaar centrum van de democratie gaat vijfenhalf jaar dicht. Al die tijd zal men het huis van de democratie minder makkelijk kunnen vinden. We moeten verwachten dat het aantal bezoekers veel minder zal zijn. Denk aan het werk van ProDemos, denk aan al die scholieren die een leeg huis zullen aantreffen. Het probleem van dit alles is: bepaal daar de prijs maar eens van.

De discussie over die verbouwing is dus in een nogal onzalig discours terechtgekomen, alsof alles draait om de vraag of het wel verantwoord is om misschien wel zo'n 125 miljoen extra uit te geven bij de variant van de gefaseerde verbouwing. Waarom, zo vraag ik de minister, is gefaseerde verbouwing niet van tevoren als uitgangspunt genomen? Het centraal station in Amsterdam blijft toch ook gewoon open tijdens de verbouwing? De treinen zijn altijd door blijven rijden daar. Het mag duidelijk zijn dat wij een sterke voorkeur hebben voor gefaseerde verbouw en dus een zo kort mogelijke sluiting van onze plenaire zaal, de Eerste Kamer en de Ridderzaal, ook als daardoor de werkzaamheden in totaal langer duren. We hebben ook gehoord dat mensen die het wel kunnen weten op de hoorzitting verschillende geluiden hebben laten horen. Onlogisch is dat in elk geval niet. Zoals ook de voorzitter van de Eerste Kamer zegt: er wordt al 800 jaar gebouwd en verbouwd. Zelfs bij de nieuwbouw in 1992 ging alles gewoon door. Die vond plaats in fasen. Ook tijdens het opknappen van de verschillende gebouwen bleef alles open.

Ik kom tot een besluit. Gefaseerd of niet, de verbouwing zal een keer moeten plaatsvinden. In dat geval geldt: goedkoop is duurkoop. We zullen wat onze fractie betreft dan ook serieus moeten nadenken over welke Kamer we achterlaten en welke Kamer we te zijner tijd weer zullen kunnen betrekken. Die gedachtevorming is nog te weinig gevoerd. Waar denken wij dan aan? Wij denken bijvoorbeeld aan een andere inrichting van de zaal, veel meer de sprekers tegenover het kabinet. Kan de Kamer toegankelijker worden voor bezoekers? Is bij de ingangen, Plein 2 en Lange Poten, voldoende duidelijk dat je een parlement binnenkomt? Hoe zien we de verhouding tussen toegankelijkheid en beveiliging? Ik onderstreep de noodzaak dat het gebouw energiezuinig, energieneutraal of energieleverend zal worden.

Ten slotte: onder de vloer van het ministerie van Algemene Zaken en de Eerste Kamer liggen de restanten van de afgebroken Hofkapel. Het graf van Jacoba van Beieren zou er liggen. Dat is al eerder gememoreerd. Graag wil ik de optie voorleggen om de verbouw zo te organiseren dat de restanten van de Hofkapel weer permanent zichtbaar worden.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

Labels
Bijdragen
Gert-Jan Segers
Wonen & Ruimtelijke ordening

« Terug

Archief > 2015 > december